Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Hoe worden alternatieve bouwplannen door de rechter getoetst?

Onze bestuursrechters toetsen al enkele jaren indringender of een (door een bezwaarmaker aangedragen) alternatief bouwplan veel minder bezwaren oplevert dan het vergunde bouwplan. Denk bijvoorbeeld aan een alternatieve locatie of alternatieve uitvoering van het bouwplan. Maar hoe indringend deze alternatieven door de rechters worden getoetst is ook afhankelijk van de aard en omvang van het bouwplan.

1 april 2023

Toetsing van de rechter van alternatieve bouwplannen is indringender

Deze indringende toetsing van de rechters past ook in de tendens die al enkele jaren zichtbaar is in de jurisprudentie. Het evenredigheids-, zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel wegen zwaarder mee bij de beoordeling van de besluiten van gemeentebesturen. Dat geldt dus ook voor alternatieve bouwplannen die door bezwaarmakers worden aangedragen.

Wanneer bezwaarmakers alternatieve bouwplannen aandragen, geldt sinds eind jaren ’90 de hoofdregel dat B&W een besluit moeten nemen op de aanvraag zoals die is ingediend. Bezwaren over alternatieven treffen alleen doel wanneer deze alternatieven gelijkwaardig zijn met het vergunde bouwplan, die ook nog eens gepaard gaan met veel minder bezwaren. En de bezwaarmakers moeten dit aannemelijk maken. Het college hoeft niet uit zichzelf hiernaar onderzoek te doen.

Maar sinds enkele jaren verwachten bestuursrechters dat de door de bezwaarmakers aangedragen alternatieven beter door B&W worden bekeken. En wanneer het college deze alternatieven niet ziet zitten, dan moet ook in het besluit gemotiveerd worden waarom deze alternatieven niet tot een gelijkwaardig resultaat leiden met aanmerkelijk minder bezwaren.

Bij welke bouwplannen toetst de rechter indringender en bij welke bouwplannen terughoudender?

Bij deze rechterlijke beoordeling speelt de aard en omvang van het bouwplan echter ook een belangrijke rol. Bij grotere bouwplannen met een maatschappelijk belang (denk aan zonneparken) lijkt onze hoogste bestuursrechter terughoudender te toetsen. Maar bij kleinere bouwplannen gaan de bestuursrechters heel concreet in op de voor- en nadelen van het vergunde bouwplan en van de aangedragen alternatieven.

Dit is natuurlijk ook afhankelijk hoe concreet de alternatieven zijn omschreven en of deze alternatieven realistisch en uitvoerbaar zijn. En dat is bij een kleiner project iets makkelijker te duiden.

Bronnen:

  • ABRvS 24 februari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:375, Gst. 2021/80, m.nt. M.H.W. Bodelier.

  • ABRvS 16 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:3010, AB 2021/103, m.nt. T. Groot.

  • ABRvS 1 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:915. r.o. 8.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.