Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Hoe geeft Amsterdam vorm aan de energietransitie?

"Onlangs werd bekend dat Amsterdam de energienormen van nieuwe woningen verder heeft aangescherpt. Landelijk geldt er een norm van < 0,4, Amsterdam heeft ervoor gekozen met gebruikmaking van de Crisis- en herstelwet de norm aan te scherpen tot < 0,2. Veel gemeenten zijn op zoek naar manieren waarop zij de energietransitie vorm moeten gaan geven. Wat kunnen zij leren van het beleid van Amsterdam? Enkele vragen aan Marieke van Doorninck, wethouder Ruimtelijke Ordening en Duurzaamheid in Amsterdam. Over de strengere eisen, draagvlak onder bewoners en het samenwerken binnen de RES."

Redactie OmgevingsWeb 15 maart 2019

Marieke van Doorninck is één van de wethouders die aanwezig is op het

congres De gemeentelijke energietransitie - samen aan de slag

. Hier zullen haar, en andere wethouders met concrete aanpak, meer vragen gesteld worden over hun beleid, wat goed gaat en wat beter kan.

Wat kunnen andere gemeenten leren van het beleid van Amsterdam?

Het beleid van Amsterdam is erop gericht om vaart te maken met de omslag naar schone energie. Het is nú nodig om in actie te komen tegen de schadelijke uitstoot van CO2 en de gevolgen daarvan voor ons klimaat. Dat doel staat vast, maar wat Amsterdam daarnaast belangrijk vindt is dat we de weg ernaartoe samen met bewoners en bedrijven vormgeven. Dat doen we door middel van gesprekken met Amsterdammers om tot lokale klimaatakkoorden te komen en door het betrekken van bewoners in buurten die we komende periode van het aardgas af willen halen. De gemeenteraad heeft onlangs bovendien ingestemd met een Klimaatfonds van 150 miljoen euro. Dat wij het zo serieus nemen, met zon pot met geld ernaast, dat zegt wel wat.

De eisen voor energiezuinige nieuwbouw in Amsterdam zijn strenger dan de landelijke eisen. Waarom?

Voor verbetering van het klimaat is geen tijd te verliezen. Wij willen laten zien dat energieneutraal bouwen het nieuwe normaal is. De afgelopen jaren heeft Amsterdam al laten zien dat het kan. Het levert kwalitatief betere woningen en een lagere energierekening op voor de nieuwe bewoners. Zo stoten we minder CO2 uit en levert Amsterdam een bijdrage aan het stoppen van de opwarming van de aarde.

Zouden de l

andelijke eisen ook strenger moeten zijn?

De huidige Amsterdamse norm is ongeveer gelijk aan oorspronkelijke BENG-norm, zoals die vanaf begin 2020 zou gaan gelden. Het lijkt er echter op dat minister Ollongren die eisen onder druk van de markt wil gaan versoepelen. Het spreekt voor zich dat wij het niet eens zijn met die voorgenomen versoepeling. Onder andere omdat de markt in Amsterdam laat zien prima uit de voeten te kunnen met deze norm.

Moet de focus nu niet vooral liggen bij het verduurzamen van de bestaande bouw?

We doen het allebei. Met de woningcorporaties zijn daar lopende afspraken over en er worden binnenkort nieuwe meerjarige afspraken gemaakt. Particuliere eigenaren, huurders en corporaties hebben de afgelopen jaren veelvuldig gebruik gemaakt van gemeentelijke subsidies die leiden tot ca. 1000 aardgasvrije bestaande woningen. We komen dit jaar met een warmtetransitievisie, waarin we voor de hele stad gaan kijken wat de beste alternatieve warmtebron is en op welke termijn we wijken van het aardgas af kunnen halen, zodat in 2040 de hele stad aardgasvrij is. Dat is overigens tien jaar eerder dan het Rijk ons verplicht stelt. Daarnaast zijn er energiecoaches en energieadviseurs beschikbaar voor de Amsterdammers en worden verduurzamingsinitiatieven van koplopers met raad en daad ondersteund.

Hoe zorgt Amsterdam voor draagvlak onder de bewoners?

In een aantal buurten waar we onderzoeken hoe de bewoners het beste van het aardgas af kunnen, zijn we al in gesprek met alle bewoners, huurders én particuliere eigenaren. We spreken met hen over hun voorkeuren en zorgen en over de rol die zij spelen in het aardgasvrij maken van de buurt. Daarnaast nodigt Amsterdam de stad uit om mee te helpen aan de routekaart Klimaatneutraal 2050. De Routekaart is nadrukkelijk een uitnodiging aan de stad, om mee te denken over het hoe; wat willen de Amsterdammers, bedrijven en organisaties bijdragen aan het bereiken van de Amsterdamse Klimaatdoelen? Want we kunnen het niet alleen. Daarom gaan we de komende maanden op allerlei manieren in gesprek met de stad, om te horen waar mensen al mee bezig zijn, wat er goed gaat, waar onze hulp nog nodig is, en hoe we kunnen verbreden, versnellen en verbinden.

Komen er veel initiatieven binnen van bewoners? Wat is hier een mooi voorbeeld van?

Vooropgesteld: veel Amsterdammers zijn op het gebied van duurzaamheid al jaren bezig. Via allerlei kanalen komen er initiatieven, rijp en groen, binnen. De energiespreekuren van 02025 in de buurten lopen goed; steeds meer mensen verduurzamen hun huis. Een voorbeeld is het Wilhelmina Gasthuis terrein. Zij nemen zelf het initiatief om hun gebied van het gas af te halen. De Jungle in Oost organiseert daarnaast allerlei kleinschalige initiatieven in Oost. De subsidieregeling voor projectvoorbereiding Duurzame Initiatieven, om duurzame projecten in de steigers te zetten, wordt goed gebruikt door de Amsterdammer. Kortom, te veel om op te noemen. Het is heel inspirerend om te zien dat zoveel mensen al actief zijn en kansen signaleren voor de gemeente.

Hoe stimuleert Amsterdam deze initiatieven?

Amsterdam stimuleert dit op veel verschillende manieren. Huiseigenaren kunnen advies krijgen voor het verduurzamen van VvEs, voor het aanleggen van laadpalen. Daarnaast lopen er diverse subsidieregelingen, bijvoorbeeld voor groen in de buurt en voor aardgasvrije woningen. Daarnaast willen we zelf het goede voorbeeld geven door onze eigen organisatie te verduurzamen en bijvoorbeeld daken in te zetten voor zonne-energie. In samenwerking met koplopers uit de stad werken we naar een breed gedragen Amsterdams Klimaatakkoord toe, waarin veel van deze initiatieven samenkomen en elkaar kunnen versterken. Op die manier bouwt Amsterdam aan een breed gedragen beweging om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Dat neemt niet weg dat we uiteindelijk van iedereen wel een bijdrage verwachten, ook van de achterblijvers.

Welke kansen brengt, volgens u, het samenwerken in een RES met zich mee?

We hebben de kans om als regio zelf te kunnen bepalen hoe we met elkaar de transitie kunnen vormgeven. Als Amsterdam hebben we een grotere energievraag dan we kunnen opwekken, dus we zijn afhankelijk van de metropoolregio Amsterdam en van andere delen van Nederland. De RES geeft een mooie mogelijkheid om deze afhankelijkheid bespreekbaar te maken en samen tot oplossingen te komen. Het schept ook een verplichting om zelf zoveel mogelijk te doen; dan pas kan je een open gesprek hebben.

En welke obstakels zijn er? Hoe zijn deze te overwinnen?

Er is een grote hoeveelheid spelers: op gemeentelijk, regionaal en nationaal niveau, zowel qua overheden als bedrijven en maatschappelijke partijen. De uitdaging is dat we dit thema in alle openheid bespreken en dat er niet al van tevoren strategische keuzes gemaakt zijn. Obstakels liggen qua energieopwekking vooral in de ruimtelijke situatie van Amsterdam. Met weinig ruimte en een grote hoeveelheid concurrerende ruimteclaims is het een uitdaging om grootschalig opwek van energie uit zon en wind te realiseren. Dit dwingt ons echter nog meer om vindingrijk te zijn, rekening te houden met voortschrijdende inzichten en de nieuwste technische ontwikkelingen, en ook veel in te zetten op eigenaarschap van de Amsterdammers zelf. Of dat nu inwoners zijn die zich hard willen maken voor zonnepanelen in de gehele straat, of een school die het dak ter beschikking stelt voor zonnepanelen van Amsterdammers die het minder breed hebben.

Komt u naar het congres en heeft u ook vragen voor Marieke van Doorninck?

Laat het ons weten

Artikel delen