Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

In het buitengebied kan (bijna) alles

Het leek zo helder: het buitengebied is voor de boeren en andere functies vinden een plek in de stad of het dorp. Deze functionele scheiding vervaagt. Sterker nog: voor de toekomst weten we niet welke functies het buitengebied zullen betreden, laat staan dat we weten welke bestemmingen we aan percelen moeten toekennen. En dat is wel wat we vanuit onze planningstraditie graag doen: het functioneel indelen van de ruimte. Dat lijkt helder, maar past niet bij deze tijd.

2 mei 2014

Het leek zo helder: het buitengebied is voor de boeren en andere functies vinden een plek in de stad of het dorp. Deze functionele scheiding vervaagt. Sterker nog: voor de toekomst weten we niet welke functies het buitengebied zullen betreden, laat staan dat we weten welke bestemmingen we aan percelen moeten toekennen. En dat is wel wat we vanuit onze planningstraditie graag doen: het functioneel indelen van de ruimte. Dat lijkt helder, maar past niet bij deze tijd.

Ruim 24.000 stoppende agrarische bedrijven in de komende 15 jaar, die meer dan 32 miljoen vierkante meter aan woon- en bedrijfsgebouwen vrij zullen spelen, zo becijferen de onderzoekers van Alterra Wageningen in hun rapport Leegstand dreigt op het platteland. Ligt daarmee een verloedering van het buitengebied in het verschiet?

Economische luwte

De transitie van het buitengebied is gaande. We zien enerzijds grote agrarische bedrijven ontstaan en anderzijds nieuwe functies die hun intrede doen in het buitengebied, met (zo weten we nu) een potentieel van 24.000 plekken waar dit gaat gebeuren. Het tempo van ontwikkelingen loopt in een tijd van economische luwte weliswaar terug, maar diezelfde economische omstandigheden dagen mensen uit om innovatief en vindingrijk te zijn! Dit leidt tot verrassende initiatieven en combinaties van functies die je als gemeente van te voren niet kunt bedenken, maar als ze zich voordoen graag wil omarmen.

Onbekende toekomst

Het geldende bestemmingsplan staat dit meestal in de weg. Bij het opstellen van een bestemmingsplan zijn de turbulente ontwikkelingen in het buitengebied niet allemaal te overzien; het tempo niet, maar zeker de reikwijdte niet. Een bestemmingsplan gaat immers over de bekende toekomst van ten hoogste 10 jaar. Als er in die bestemmingsplannen al ruimte is voor alternatieve functies in het landelijk gebied, dan dienen ze vanuit onze planningstraditie veelal gebonden te zijn aan het buitengebied en worden de mogelijkheden doorgaans uitputtend benoemd. Met andere woorden: een bestemmingsplan biedt geen ruimte voor de onbekende toekomst; een toekomst die onvoorziene innovaties en ontwikkelingen brengt!

Faciliteren en uitlokken

Om het onbekende mogelijk te maken, is een nieuwe houding van de overheid nodig: niet uitputtend benoemen wat wel (ontwikkelingsplanologie) en niet (ontmoedigingsplanologie) mag, maar juist op voorhand niets uitsluiten! Die nieuwe houding vraagt een liberale en faciliterende grondhouding ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen in de onbekende toekomst. Een houding die tot uitdrukking komt in de uitnodigingsplanologie.

Alles kan dus! Maar niet altijd en niet overal. Daarvoor is een nieuw kader nodig. Een kader dat is gebaseerd op de kernwaarden veiligheid en gezondheid, bereikbaarheid en beleving en identiteit. Kortom: een kader in de vorm van een Kwaliteitsgids. Functiegerichte zoneringen, zoals voor recreatie, voor wonen en voor niet-agrarische bedrijvigheid, maken daarin plaats voor zonering op basis van dynamiek versus rust en beleving en identiteit. De kwaliteiten dienen samen met het gebied te worden bepaald in een omgevingsdialoog.

Heeft de overheid belangrijke maatschappelijke doelen in het buitengebied die de kwaliteiten zouden versterken, dan mag daar ook iets tegenover staan; bijvoorbeeld een bepaalde planologische ruimte. Dit noemen we beloningsplanologie waarin het voor wat hoort wat-principe wordt toegepast (zoals dat ook bekend is van de ruimte-voor-ruimte-regelingen).

Boekel

De gemeente Boekel heeft reeds een vernieuwende visie voor het buitengebied die niet langer is gestoeld op een functionele zonering. Het is juist een visie waarin de vitaliteit van het buitengebied van Boekel centraal staat en waarin ruimte wordt geboden aan passende ontwikkelingen in het buitengebied, mits de kwaliteiten van het gebied worden versterkt. Deze nieuwe strategie werkt alleen wanneer alle betrokken partijen (bewoners, ondernemers, organisaties, ambtenaren en bestuurders) een gezamenlijke verantwoordelijkheid voelen om bij te dragen aan die kwaliteit. Door te werken vanuit vertrouwen en wederzijds respect en minder vanuit regels, ontstaat een buitengebied waarin (bijna) alles kan.

http://www.bugelhajema.nl/vernieuwende-visie-boekel.html

BügelHajema Adviseurs

Barend van der Veen

Buitengebiedspecialist

b.vanderveen@bugelhajema.nl

Gerelateerde info:

Artikel delen

KENNISPARTNER

Teensma, Mischa