Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft met gemeenten, provincies en waterschappen de ‘Handreiking decentrale regelgeving klimaatadaptief bouwen en inrichten’ gepresenteerd. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u het webinar terugkijken dat hierover eind mei in opdracht van VNG werd gehouden.
Het Nederlandse klimaat verandert. Het weer vertoont meer extreme regenval, hardere stormen, grotere periodes van droogte en hitte. Ook stijgt de zeespiegel en zijn de seizoenen verstoord (zachtere winters en hete zomers). De kans op hittegolven, wateroverlast en overstromingen neemt toe. We moeten in Nederland aan de slag om weerstand te kunnen bieden tegen deze extremere weersinvloeden, onder meer door de ruimtelijke ordening daarop aan te passen.
Het huidige wettelijke stelsel bevat al veel mogelijkheden om klimaatadaptief bouwen en inrichten juridisch te borgen. Vooral gemeenten kunnen al heel veel vastleggen en regelen in beleid en ruimtelijke plannen. In de praktijk wordt het instrument van decentrale regelgeving nog maar beperkt toegepast. De kennis over wat juridisch wel en niet mogelijk is, is namelijk niet altijd aanwezig. Daarom is een handreiking opgesteld over decentrale regelgeving bij klimaatadaptief bouwen en inrichten, met bijbehorend webinar.
Deze handreiking laat aan de hand van concrete voorbeelden zien wat er binnen de decentrale regelgeving al mogelijk is voor klimaatadaptief bouwen en inrichten. De handreiking kan goed van pas komen tijdens het voeren van risicodialogen en het opstellen van planregels voor de Omgevingswet.
Op 28 mei heeft de VNG hierover een webinar georganiseerd. Ook dit webinar biedt informatie over de mogelijkheden voor gemeenten, waterschappen en provincies om via decentrale regelgeving te sturen op klimaatadaptief bouwen en inrichten. Met een aantal voorbeelden uit de handreiking wordt getoond hoe doelen en maatregelen via publiekrechtelijke regels kunnen worden verplicht.
Met de nu beschikbare voorbeelden van decentrale regels staat binnen gemeenten, waterschappen en provincies de vraag centraal of het instrument van regelgeving bij klimaatadaptief bouwen nuttig en nodig is, of dat de inzet zich juist moet richten op andere instrumenten, zoals voorlichten, stimuleren en gebiedsafspraken.