Het kabinet wil de Grondwet wijzigen. Op 25 augustus jl. is een conceptwetsvoorstel ter consultatie voorgelegd dat strekt tot invoering van het recht op een eerlijk proces. Voorgesteld wordt om een nieuw artikel 17 lid 1 Grondwet (Gw) in te voeren. Het huidige artikel 17 Gw verschuift door de wijziging naar het tweede lid van hetzelfde artikel. Het concept voor het nieuwe artikel luidt als volgt:
// ////
Het kabinet wil deGrondwet wijzigen. Op 25 augustus jl. is een conceptwetsvoorstel ter
consultatie
voorgelegd dat strekt tot invoeringvan het recht op een eerlijk proces. Voorgesteld wordt om een nieuw artikel 17lid 1 Grondwet (Gw) in te voeren. Het huidige artikel 17 Gw verschuift door dewijziging naar het tweede lid van hetzelfde artikel. Het concept voor hetnieuwe artikel luidt als volgt:
Ieder heeft recht op een eerlijk proces binnen een redelijke termijn voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter.
Niemand kan tegen zijn wil worden afgehouden van de rechter die de wet hem toekent.
Het recht op eeneerlijk proces heeft raakvlakken met hoofdstuk 1 van de Grondwet (Grondrechten)en hoofdstuk 6 (Rechtspraak). De bepaling wordt in lijn met het advies vaneen meerderheid van de Staatscommissie opgenomen in hoofdstuk 1 van deGrondwet.
Waaromcodificeren?
Het kabinet acht deopneming van het recht op een eerlijk proces in de Grondwet om drie redenen vanbelang. Ten eerste is het recht op een eerlijk proces essentieel voor deeffectuering van andere grondrechten. Zonder een recht op een eerlijk proceskunnen andere rechten onvoldoende geëffectueerd worden en schiet de Grondwettekort in haar institutioneel-organisatorische en waarborgfunctie. Ten tweedesluit de Nederlandse Grondwet na codificatie beter aan bij de verdragen (zoalsartikel 6 EVRM), waardoor de een betere constitutionele dialoog tussennationale en internationale rechters mogelijk is. Ten derde kan het garanderenvan een eerlijk proces bijdragen aan het vertrouwen van de burger in derechtsstaat en de rechtspraak.
Naast de door hetkabinet genoemde redenen, leidt codificatie ook tot een aantal andere positieveeffecten. Wetten (van het parlement) mogen in principe natuurlijk niet instrijd zijn met de Grondwet. Verankering in de Grondwet van het recht op eeneerlijk proces benadrukt dat het parlement bij de behandeling van nieuwe wettenmoet toetsen aan het recht op een eerlijk proces. Ook kan een beroep op een inde Grondwet verankerd recht meer gewicht in de schaal leggen, waardoor hetrecht beter beschermd wordt in het politieke debat. Tot slot creëert hetcodificeren van het recht op een eerlijk proces rechtszekerheid voorjustitiabelen met betrekking tot de in Nederland geldende grondrechten.Problematisch blijft natuurlijk dat een eventuele formeelwettelijke blokkadevan de toegang tot de rechter niet door de rechter met een beroep op de beoogdegrondwetsbepaling opzijgezet kan worden. Dit vanwege het toetsingsverbod vanartikel 120 Grondwet.
Formulering enreikwijdte van de bepaling
Het nieuwe grondrechtis algemeen en ruim geformuleerd. Dit past volgens het kabinet (en deStaatscommissie) in het sobere karakter van de Grondwet. Door het recht op eeneerlijk proces ruim te formuleren, beoogt het kabinet een meerwaarde te creërenten opzichte van de vergelijkbare bepalingen in internationale verdragen(artikel 6 EVRM en artikel 47 Handvest van de Grondrechten van de EuropeseUnie). Het recht op een eerlijk proces omvat in het voorgestelde artikel alledenkbare rechtsgeschillen, dus ook anders dan artikel 6 EVRM geschillen ophet gebied van het vreemdelingenrecht en belastingrecht. Het recht op eeneerlijk proces is ook van toepassing op verzoekschriftprocedures. Ook tenopzichte van het eveneens ruim geformuleerde artikel 47 Handvest bestaat er eenmeerwaarde nu deze bepaling alleen zit op door het EU-recht bestrekengeschillen.
Artikel 17 Gw noemttwee rechten expliciet, namelijk een proces door onafhankelijke en onpartijdigerechter en een proces binnen een redelijke termijn. Deze opsomming is nietuitputtend bedoeld. Binnen de reikwijdte vallen ook het recht op een openbareen eerlijke behandeling, de rechten van verdediging en het recht op berechtingin meerdere instanties. Deze elementen zijn echter niet expliciet in hetartikel opgenomen omdat dit volgens het kabinet niet past in het karakter vande Grondwet, dan wel elders in de Grondwet zijn verankerd.
Het recht opeerlijk proces in de huidige Grondwet
Een grondwettelijkrecht op een eerlijk proces is geen volledig nieuw fenomeen. In de huidigeGrondwet staan meerdere artikelen die (specifieke) deelaspecten van het eerlijkproces omvatten. Zo staat in artikel 15 het recht op toegang tot de rechter ingeval van vrijheidsontneming (habeas corpus-principe). Ook in hoofdstuk 6 vande Grondwet staat een aantal regels van procedurele aard, waaronder deopenbaarheid van rechterlijke uitspraken en de plicht om deze te motiveren(artikel 121 Gw).
Voor eenuitgebreidere toelichting over de verankering van het recht op een eerlijkproces in de huidige Grondwet verwijs ik onder meer naar het
onderzoek
De toegang totde rechter en een eerlijk proces in de Grondwet? van
Tom Barkhuysen
,
Michiel van Emmerik
en
Janneke Gerards
.
Tweedeconcept-wetsvoorstel: waarborging democratie, rechtstaat en grondrechten in deGrondwet
Op vrijdag 22 augustusjl. is ook een tweede grondwetswijziging ter
consultatie
voorgelegd.Vóór artikel 1 Gw wordt een algemene bepaling ingevoerd. Het voorgesteldeartikel luidt als volgt:
De Grondwetwaarborgt de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten.
De grondwet geniet dedus de nodige belangstelling van de wetgever. Met de start van deze tweeinternetconsultaties geeft het kabinet uitvoering aan adviezen van deStaatscommissie Grondwet uit 2010, alsmede de moties van Eerste KamerledenLokin-Sassen c.s. en Engels c.s. uit 2012.
Reageren?
Op beide voorstellenkan
hier
worden gereageerd. De internetconsultatie isvoor beide voorstellen geopend tot 15 oktober 2014
Tom Barkhuysen en Maarten van Nijendaal, Stibbe