Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Energietransitie is drager voor gebiedsontwikkeling

De energietransitie is een van de grootste uitdagingen van deze tijd. De geschiedenis leert dat we onze omgeving steeds opnieuw uitvinden. Nederlanders zijn staat om elke nieuwe opgave te vertalen in een gebiedsgerichte aanpak. Dat geldt nu ook. Co Verdaas en Martijn van Lier leggen aan de hand van zes principes uit waarom energietransitie en gebiedsontwikkeling een winnende combinatie zijn.

Martijn van Lier en Co Verdaas 13 januari 2020

De overstap van fossiele naar duurzame energie heeft meer met gebiedsontwikkeling te maken dan in eerste opzicht lijkt. ‘Dit maakt de opgave complexer, maar we zullen ook laten zien dat een optimaal resultaat dit keer niet wordt gehaald door te streven naar simplificatie’, stelt Co Verdaas. Hij legt uit dat bij gebiedsontwikkeling altijd wordt gehandeld vanuit een perspectief, er zijn doelen en partners met tegengestelde belangen die moeten samenwerken. ‘Dat geldt voor de energietransitie ook’, reageert Martijn van Lier. ‘Het einddoel is helder: 95 procent CO2-reductie in 2050. Het energielandschap moet de komende jaren veranderen. Dat is geen gemakkelijke opgave. Er spelen talloze wensen en noden, er is publiek-private samenwerking nodig op nationaal, regionaal en lokaal niveau en het vraagt om een andere ordening.’

Niet versimpelen

Inmiddels zijn we van agenderen naar ‘doen’ gegaan en omdat het geen exacte wetenschap is, betekent dit vooral veel proberen en learning on the job. Gebiedsontwikkeling is op zich al ingewikkeld en de energietransitie voegt daar nog meer complexiteit aan toe. En dan spelen er nog andere opgaven die weerslag hebben op de leefomgeving. Bijvoorbeeld klimaatadaptatie, mobiliteit, biodiversiteit, circulaire economie en de groeiende vraag naar woningen. ‘Om kort te gaan; gebiedsontwikkeling en energietransitie zullen elkaar nog lang blijven treffen. We moeten niet uit een soort logische reflex gaan versimpelen, maar de complexiteit juist onder ogen zien’, zegt Verdaas.

Grenzeloosheid

‘Accepteren dat er geen handboek bestaat dat alle oplossingen geeft is stap één. Vervolgens moeten we alle kennis en kunde die beschikbaar is ontsluiten’, stelt Van Lier. De heren hebben in hun essay ‘Energie en gebiedsontwikkeling: een winnende combinatie’ voor het ministerie van BZK zes principes benoemd. ‘De basis voor een succesvolle aanpak is een onderlinge samenhang van deze principes’, zegt Van Lier. Zo is het niet laten beperken door grenzen een vereiste voor succes. Gebiedsontwikkelaars begrenzen hun project planmatig, dat past bij het instrumentarium voor grondexploitatie.

Maar om tot een duurzame warmtebron te komen, is bijvoorbeeld in het geval van geothermie een netwerk nodig met zo’n vijfduizend aangesloten woningen. ‘We moeten oppassen dat door afbakening kansen blijven liggen’, zegt Verdaas. Regionale Energie Strategieën moeten ervoor zorgen dat nationale afspraken uit het Klimaatakkoord in de praktijk worden gebracht. De energietransitie kent daardoor alleen al een sterke ruimtelijke dimensie die niet geïsoleerd benaderd kan worden.

Empirische basis

Hoewel gebiedsontwikkeling geen exacte wetenschap is, is het noodzakelijk om keuzes te onderbouwen met openbare data en die goed te analyseren. Door te investeren in een gedeeld empirisch beeld met behulp van data van alle betrokkenen kan worden ingeschat wat de consequenties zijn van bepaalde keuzes. Per regio, maar ook financieel. Geografische kaarten helpen bij het krijgen van inzicht in het energieverbruik per gebied. Aan de sectortafel gebouwde omgeving van het Klimaatakkoord is dit een onmisbare leidraad om tot een zorgvuldige afweging te komen tot transitievisies warmte en het maken van wijkuitvoeringsplannen. Van Lier: ‘Concrete inzichten zorgen voor een basis om tot optimale uitvoering te komen.’

‘Maar we moeten niet naïef zijn: er blijft altijd een groep over die zich zal verzetten. Dan moet het collectieve belang voor het individuele belang gaan.’

Een goed verhaal

De energietransitie is een technisch, sociaal, politiek, ruimtelijk en juridisch vraagstuk. Verdaas: ‘Je krijgt niemand mee zonder een goed verhaal. De meeste mensen weten inmiddels welke opgave er ligt, maar als het abstracte verhaal concreet wordt, ontstaat weerstand. Daarom moeten mensen zelf verantwoordelijk worden gemaakt. Sommige aardgasvrije proeftuinen van het ministerie van BZK zijn een goed voorbeeld waarin bewoners zelf op zoek gaan naar oplossingen om energieneutraal te worden.’ Van Lier knikt. ‘Maar we moeten niet naïef zijn: er blijft altijd een groep over die zich zal verzetten. Dan moet het collectieve belang voor het individuele belang gaan.’

Nieuwe allianties

Nu we van agenderen zijn overgegaan naar proberen, is het de vraag wie de eerste stappen zet. Verdaas: ‘Daarvoor zijn allianties nodig. Partijen met grote belangen zoals netwerkbedrijven, beleggers en ontwikkelaars weten elkaar steeds beter te vinden en ze gaan samen op zoek naar nieuwe mogelijkheden en verdienmodellen.’ Van Lier vult aan dat ook vanuit een gedeelde overtuiging allianties ontstaan. ‘In 2015 investeerden energieontwikkelaars wereldwijd voor het eerst meer in wind- en zonneparken dan in gas- en kolencentrales.’ Samenwerkende partijen lopen nu nog met regelmaat aan tegen beperkingen. Dat vraagt om aanpassing van wet- en regelgeving of om experimenteerruimte, stellen Verdaas en Van Lier. ‘We moeten flexibel kunnen inspringen op snelle technologische en maatschappelijke ontwikkelingen.’

Transparantie en vertrouwen

Energietransitie en gebiedsontwikkeling vragen om transparantie en vertrouwen. Verdaas: ‘Immers, een investeringsvoordeel bij de één, leidt tot kosten bij de ander. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de businesscase van de warmteleverancier als de vastgoedeigenaren beter gaan isoleren?’ Deels wordt die transparantie verschaft door inzicht te creëren in de mogelijkheden en kansen voor een haalbare businesscase vanuit verschillende perspectieven. Als er onderling begrip is tussen partijen in de waardeketen, kunnen de maatschappelijk meest doelmatige keuzes worden gemaakt.

Winnende combinatie

Tot slot is er nog een praktische factor: de energietransitie vraagt om andere kennis en competenties, zowel in het proces als in de uitvoering. ‘Een open houding, vanuit een specialisme de verbinding aangaan, goed omgaan met onzekerheden, installateurs met communicatieve skills: het zijn vaardigheden die nauw aansluiten bij de ervaring die is opgedaan in de praktijk van gebiedsontwikkeling’, zegt Van Lier. Ook bij het onderwijs ligt een forse opgave. Verdaas: ‘Binnen gebiedsontwikkelend Nederland is er volop kennis en ervaring met samenwerking in gelaagde opgaven. Daarom zeggen wij: energietransitie en gebiedsontwikkeling zijn een winnende combinatie. Laten we de krachten bundelen en aan de slag gaan.’

Dit artikel verscheen eerder in het magazine ´De energietransitie in de gebouwde omgeving´.
Het is een samenvatting van het essay ´Energie en Gebiedsontwikkeling, een winnende combinatie’ geschreven in opdracht voor het Platform Aardgasvrije Wijken, geschreven door ir. Martijn van Lier, consultant warmtetransitie bij adviesbureau Over Morgen en zijn oud-collega Co Verdaas, dijkgraaf bij het Waterschap Rivierenland en hoogleraar gebiedsontwikkeling bij de SKG aan de TU Delft.

Artikel delen