Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Ecologisch ontwerp en energieetikettering in de EU zorgen voor betere energie-efficiëntie, aldus controleurs

Volgens een nieuw verslag van de Europese Rekenkamer hebben EU-maatregelen op het gebied van ecologisch ontwerp en energie-etikettering bijgedragen tot grotere energie-efficiëntie. In het regelgevingsproces traden echter aanzienlijke vertragingen op en het effect van het beleid dreigde te worden overschat. Bovendien blijft niet-naleving van de regelgeving door fabrikanten en detailhandelaren volgens de controleurs een groot probleem.

Europese Rekenkamer 16 januari 2020

In haar strijd tegen klimaatverandering zet de EU zich ervoor in haar energie-efficiëntie tegen 2020 met 20 %, en tegen 2030 met 32,5 % te verbeteren. Om deze streefdoelen te bewerkstelligen, heeft de Europese Commissie maatregelen getroffen die gericht zijn op groener productontwerp (ecologisch ontwerp) en consumentenvoorlichting over energieverbruik en milieuprestaties (energie-etikettering).

De controleurs bevestigden dat de Commissie solide en transparante methoden had gebruikt om te bepalen welke producten moeten worden gereguleerd. Dit heeft geleid tot EU-beleid waarbij de ruim 30 productgroepen met het grootste energiebesparingspotentieel prioriteit krijgen.

Tegelijkertijd constateerden de controleurs vermijdbare vertragingen in het regelgevingsproces, waardoor het beleid minder effect had doordat de eisen inzake ecologisch ontwerp waarschijnlijk achterhaald zouden zijn en de energie -etiketten de consument niet meer op relevante wijze helpen om een onderscheid te maken tussen de best en slechtst presterende producten. De Commissie neemt intussen maatregelen om de energie-etiketten te verbeteren. De integratie van de circulaire economie gebeurt volgens de controleurs echter nog steeds op ad-hocbasis.

De Commissie brengt regelmatig verslag uit over de resultaten van haar beleid inzake ecologisch ontwerp en energie-etikettering. Bij sommige van de gehanteerde veronderstellingen werd echter het effect van het beleid waarschijnlijk overschat. Zo wordt hierbij geen rekening gehouden met niet-inachtneming van de regelgeving, en evenmin met vertragingen bij de uitvoering. Bovendien wordt bij de effectboekhouding inzake ecologisch ontwerp (Ecodesign Impact Accounting — EIA) geen rekening gehouden met het verschil tussen de theoretische consumptie op basis van geharmoniseerde normen en het werkelijke energieverbruik. Zo worden koel-vrieskastcombinaties getest zonder de deuren te openen en zonder inhoud. De controleurs waarschuwen dat daardoor het risico bestaat dat de besparingen worden overschat.

In EU-lidstaten zijn markttoezichtautoriteiten (market surveillance authorities — MSA’s) ervoor verantwoordelijk dat wordt gewaarborgd dat op hun grondgebied verkochte producten voldoen aan wetgeving inzake energie-etikettering en ecologisch ontwerp. De Commissie speelt echter een belangrijke rol bij het bevorderen van de samenwerking tussen MSA’s. Het informatie- en communicatiesysteem voor markttoezicht moet helpen inspectieresultaten te delen, al wordt de doeltreffendheid ervan beperkt door enkele functionele beperkingen.

De Commissie heeft het afgelopen decennium ook diverse projecten ter versterking van het toezicht op het gebied van ecologisch ontwerp en energie-etikettering gefinancierd; deze hadden volgens de controleurs positieve resultaten. Het blijft echter twijfelachtig of deze werkelijk verandering hebben gebracht in de manier waarop lidstaten hun taken op het gebied van markttoezicht uitvoeren. In de praktijk is het aantal productmodellen dat in laboratoria werd getest nog steeds betrekkelijk klein. De Commissie schatte onlangs dat in totaal ongeveer 10 tot 25 % van de verkochte producten niet voldoet aan de EU-wetgeving. De controleurs concluderen dat niet-naleving door fabrikanten en detailhandelaren een groot probleem blijft.

Met het oog op een beter effect van het beleid inzake ecologisch ontwerp en energie-etikettering voor de periode na 2020 doen de controleurs een aantal aanbevelingen aan de Europese Commissie die betrekking hebben op:

  • maatregelen ter versnelling van het regelgevingsproces, bijvoorbeeld door uitvoeringsmaatregelen vast te stellen zodra deze gereed zijn, en niet pas wanneer een pakket compleet is;

  • verbeteringen in de manier waarop het effect van het beleid wordt gemeten en gerapporteerd, door de veronderstellingen te verbeteren en gebruik te maken van een methodologie waarbij het werkelijke energieverbruik door eindgebruikers wordt gemeten, en

  • maatregelen om de informatie-uitwisseling tussen markttoezichtautoriteiten in de lidstaten te vergemakkelijken en de naleving van het beleid te verbeteren. Dit zou ook de verbetering van de relevante instrumenten voor lidstaten, het verspreiden van beste praktijken en het verzorgen van cursussen op verzoek moeten omvatten.

Artikel delen