Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

De acht voordelen voor gemeenten om (nu al) te werken aan een omgevingsvisie

"De aanstaande omgevingswet biedt gemeenten de mogelijkheid voor hun grondgebied een omgevingsvisie, als zelfbindend instrument, op te stellen. Deze omgevingsvisie kan onder andere de huidige structuurvisie(s) vervangen. In tegenstelling tot deze nu voor een gemeente verplichte structuurvisie wordt het niet verplicht om als gemeente over een omgevingsvisie te beschikken. Waarom is het voor een gemeente toch raadzaam om een omgevingsvisie op te stellen? En om deze omgevingsvisie nu op te stellen, al dan niet in de juridische vorm van een structuurvisie?"

26 augustus 2014

De aanstaande omgevingswet biedt gemeenten de mogelijkheid voor hun grondgebied een omgevingsvisie, als zelfbindend instrument, op te stellen. Deze omgevingsvisie kan onder andere de huidige structuurvisie(s) vervangen. In tegenstelling tot deze nu voor een gemeente verplichte structuurvisie wordt het niet verplicht om als gemeente over een omgevingsvisie te beschikken. Waarom is het voor een gemeente toch raadzaam om een omgevingsvisie op te stellen? En om deze omgevingsvisie nu op te stellen, al dan niet in de juridische vorm van een structuurvisie?

1. Het integrale karakter

Een omgevingsvisie bepaalt als samenhangend en strategisch plan de overheidszorg voor de fysieke leefomgeving. Uitgangspunt is dat er één visie voor het gehele grondgebied van de gemeente kan worden vastgesteld waarin het omgevingsbeleid voor de lange(re) termijn is vastgelegd. Het is dus de bedoeling dat de bestaande sectorale planfiguren op gemeentelijk niveau (de gebiedsdekkende structuurvisies, de relevante delen van de natuurvisie, verkeers- en vervoersplannen en milieubeleidsplannen) opgaan in de omgevingsvisie. Dit betekent dat een omslag plaatsvindt van een sectorale naar een gebiedsgerichte en integrale benadering. Hiermee wordt een duurzame ontwikkeling van het fysieke domein bevorderd.

Het is wel belangrijk om de integrale benadering vanaf het begin goed in beeld te houden want dit vraagt van iedereen die betrokken wordt bij de opstelling van een omgevingsvisie een andere, vaak nieuwe manier van denken.

Het integrale karakter geeft meteen ook de belangrijkste verschillen aan tussen een structuurvisie en een omgevingsvisie. Een structuurvisie zoals we die tot nu kennen is meestal (in hoge mate) ontwikkelingsgericht en bevat veelal alleen een ruimtelijke component. Daarbij kan een gemeente beschikken over één of meerdere structuurvisies en ook voor deelgebieden en/of sectorale aspecten een structuurvisie vaststellen. Daarentegen heeft een omgevingsvisie naast een ontwikkel- dus ook een beheersopgave, bevat het naast een brede ruimtelijke, tevens een economische en sociale component (en de samenhang hiertussen) en betreft het één integrale visie voor het gehele grondgebied van de gemeente.

2. De ideale voorbereiding op het (wel verplichte) omgevingsplan

De omgevingsvisie vormt de ideale voorbereiding op een omgevingsplan. Het omgevingsplan wordt in tegenstelling tot de omgevingsvisie voor gemeenten wél verplicht. De visie kan dienen als een (soort van) uitgangspuntennotitie waarin het samenhangende en strategische beleid van de gemeente wordt bepaald. Dit kan dan nader worden uitgewerkt in het omgevingsplan. Eigenlijk kan een goed omgevingsplan het niet stellen zonder een omgevingsvisie die daaraan ten grondslag ligt.

3. De basis en motivering voor plannen en programmas

De omgevingsvisie is noodzakelijk als dé integrale en beleidsmatige basis en motivering voor programmas. Deze programmas bevatten de concrete uitwerkingen en acties en in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel voor de Omgevingswet wordt dan ook ingegaan op de rol van de programmas bij de operationalisering van de beleidsdoeleinden uit de omgevingsvisie. Denk bijvoorbeeld aan:

  • een omgevingsprogramma waarin wordt aangegeven op welke wijze uitvoering wordt gegeven aan de in omgevingsvisie gestelde ambities. De in de omgevingsvisie gemaakte afwegingen worden dus in het omgevingsprogramma verder geconcretiseerd tot tastbare opgaven. De looptijd van een programma is 1 tot 2 jaar;

  • een integraal dorpsontwikkelingsplan (iDOP) waarin de ontwikkelingsrichting voor een bepaald gebied nader wordt uitgewerkt. Een iDop wordt opgesteld met alle betrokkenen (inwoners, gemeente, bedrijfsleven) en er wordt aandacht besteed aan ruimtelijke, sociale en economische en/of leefbaarheidsaspecten;

  • een actieplan reductie geluidshinder waarin het beleid wordt omschreven en mogelijke maatregelen zijn onderzocht om het geluidshinder te reduceren;

  • een verbeterplan geurhinder intensieve veehouderij waarin de oorzaken van de overlast worden duidelijk gemaakt, de stoppers in beeld worden gebracht, zo mogelijk versnelde beëindiging van de bedrijfsvoering wordt gestimuleerd, innovaties bevorderd worden en ondernemers aangesproken worden om oude stalsystemen aan te pakken (vervangingsinvesteringen), mogelijkheden voor omschakeling naar andere functies worden onderzocht, gekeken wordt naar verplaatsingsmogelijkheden naar een (meer) geschikte locatie of sanering etc.

4. Geen ad hoc beslissingen, maar sturing aan gebiedsontwikkeling

Een gemeente kan met een omgevingsvisie duidelijker keuzes maken over welke ontwikkelingen gerealiseerd worden en welke omgevingskwaliteit gewenst is. Dit voorkomt ad hoc beslissingen. Het wordt voor een initiatiefnemer meer voorspelbaar hoe het bestuur zijn bevoegdheden en wettelijke instrumenten wil inzetten.

De omgevingsvisie vormt dan ook een belangrijk instrument in het kader van gebiedsontwikkeling 2.0, organisch ontwikkelen en de uitnodigingsplanologie.

Deze nieuwe manieren van gebiedsontwikkeling hebben als doel mét en vóór alle betrokkenen, waarde in een bepaald gebied te creëren. Waarde wordt dan niet alleen in geld uitgedrukt, maar houdt ook in meer woongenot of leefbaarheid. Het eindbeeld wordt niet vooraf vastgelegd, maar wordt gaandeweg gevormd in samenspraak met alle betrokkenen. De gemeente kan in de omgevingsvisies spelregels en randvoorwaarden daarvoor vastleggen.

5. Verbeterde en snellere besluitvorming

Het doel van de omgevingsvisie is het opstellen van een integraal kader, de toekomst, ten aanzien van het beleid voor de fysieke leefomgeving van de gemeente. Hiervoor wordt het beleid op alle relevante aspecten van de ruimtelijke omgeving samengebracht en verbonden. Veel van dit beleid is vaak al aanwezig maar is nog niet gerubriceerd of afgestemd op het overige (ruimtelijke) beleid. Voor sommige belangrijke aspecten zal daarnaast nog nieuw beleid geformuleerd moeten worden, dat aansluit op de overige aspecten die binnen de omgevingsvisie van belang zijn.

De omgevingsvisie vormt een goede gelegenheid om te komen tot opschoning van het omgevingsrechtelijke beleidswoud en zorgt ervoor dat door de bomen het bos weer te zien is.

Ook kan bij individuele projecten direct rekening worden gehouden met alle aspecten van de fysieke leefomgeving. Dit verbetert de besluitvorming, het bevordert de snelheid van de beoordeling van initiatieven, vooral als deze binnen de omgevingsvisie passen.

6. Vertaling provinciaal beleid

Voor de provincie is een omgevingsvisie verplicht. Als een gemeente het provinciale beleid verder wil concretiseren op gemeentelijk niveau of mogelijk zelfs (met een goede motivering) afwijkende keuzes wil maken, dan is de omgevingsvisie daarvoor het geijkte document.

7. (Burger)participatie

De omgevingsvisie biedt de gelegenheid om ervaringen op te doen met nieuwe vormen van burgerparticipatie en het verkrijgen van maatschappelijk draagvlak. Hierdoor kan ervoor gezorgd worden dat het geen beleidsvisie wordt van het bestuur, maar van de burgers en de maatschappij. Dus niet het vooraf opleggen van regels van bovenaf, maar sturen op hoofdlijnen in samenspraak met alle belanghebbenden.

8. Middel om voorkeursrecht te vestigen

Een omgevingsvisie kan nodig zijn om een voorkeursrecht op gronden te vestigen. Als de gemeente of een ontwikkelaar niet over alle eigendommen beschikken in een gebied, kan een voorkeursrecht worden gevestigd zodat eigenaren in het gebied gronden alleen kunnen verkopen aan de gemeente. De omgevingsvisie kan hiervoor als juridische basis gebruikt worden.

Slot

Tonnaer adviseurs in omgevingsrecht heeft al ervaring met het opstellen van een omgevingsvisie. In samenwerking met de gemeente Meerssen wordt op dit moment gewerkt aan een omgevingsvisie (zie ook het artikel hierover in onze nieuwsbrief van december 2013). Wilt u ook graag van de voordelen genieten die een omgevingsvisie met zich meebrengt? Neemt u dan contact op met Steffie Renders of Rilanna van Nuenen. Zij staan u graag te woord om de mogelijkheden met u te bespreken.

Door

ing. Steffie Renders en ir. ing. Rilanna van Nuenen, Tonnaer

Gerelateerde info:

Artikel delen