Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Cursus ‘Onteigening: regels en taxateren’: een (toekomst)perspectief op implicaties voor onteigening

"Op donderdag 7 november vond de 1-daagse cursus ‘Onteigening: regels en taxateren’ plaats in het BCN-zalencentrum te Utrecht. De cursus werd verzorgd door de heer Joske Hagelaars van Dirkzwager Legal & Tax. Advocaten, ambtenaren, juristen en taxateurs deden kennis op over de huidige onteigeningsprocedure, taxeren en schadeloosstelling. Daarnaast kwamen grondeigendom en onteigening in de nieuwe Omgevingswet aan bod. Een zeer relevant onderwerp nu het wetsvoorstel voor de Omgevingswet is ingediend bij de Eerste Kamer en de verwachting is dat de wet op 1 januari 2021 in werking zal treden."

21 november 2019

Tijdens de cursus werd aan de hand van verschillende voorbeelden inzichtelijk gemaakt hoe de procedure van onteigening in zijn werk gaat. Alle basisbeginselen zoals het gemeentelijk voorkeursrecht en minnelijk overleg kwamen aan de orde en daarnaast werd er dieper ingegaan op taxeren, schadeloosstelling en uitzonderingen hierop. Met de komst van de Omgevingswet zal de procedure tot het verkijgen van een onteigeningstitel drastisch veranderen, wat veel vragen oproept: wie kan tot onteigening beslissen? Hoe komt de onteigeningsbeschikking tot stand? Tenslotte is het de vraag of wij nog langer zullen doorgaan met onteigening op de huidige manier. Onder andere deze vragen werden tijdens de cursus beantwoord.

Hoe steekt het huidige stelsel van onteigening in elkaar?

In de cursus stond de Onteigeningswet centraal, maar daarnaast werd er ook ingegaan op gedoogplichten. Een bekend voorbeeld hiervan is te vinden in de Waterwet. Belangrijk is ook hierbij dat minnelijk overleg de voorkeur heeft. Maar wat als minnelijk overleg niet (op tijd) kan worden bereikt? Wanneer redelijkerwijs nodig ten behoeve van de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk, en als de belangen van de rechthebbende onteigening niet vorderen, kan een gedoogplicht worden opgelegd op grond van artikel 5.24 van de Waterwet. Zo werd er op 17 juli 2019 bijvoorbeeld uitspraak gedaan over een opgelegde gedoogplicht dijkversterking ( ECLI:NL:RVS:2019:2431).

Wanneer een gedoogplicht niet aan de orde is, kan er mogelijk wel worden onteigend. Binnen de onteigeningsprocedure wordt onderscheid gemaakt tussen twee procedures: de administratieve fase waarin de Kroon op verzoek van de onteigenaar een Koninklijk Besluit tot onteigening neemt, en de gerechtelijke fase waarin de civiele rechter het Kroonbesluit beoordeelt, procedureregels toetst en schadeloosstelling vaststelt. Het onteigeningsdossier wordt opgebouwd tijdens de administratieve fase. Dit moet met precisie gebeuren want bij een onjuist en/of onvolledig dossier wijst de Kroon het verzoek tot onteigening af. De administratieve procedure is dus uiterst belangrijk. Daarnaast moeten alle belanghebbenden geïnformeerd worden. Dit laatste blijkt nog weleens een struikelpunt, want hoe informeer je belanghebbenden bijvoorbeeld wanneer een eigenaar weigert om namen te geven? De heer Hagelaars gaf hier een aantal pakkende voorbeelden: van echtgenotes die niet zijn aangeschreven tot grote aantallen onbekende belanghebbenden. Om de voorgaande vraag te beantwoorden: vanwege de inspanningsverplichting was dit geen reden voor afwijzing van de onteigeningsprocedure voor deze zaak (zie Staatscourant 2019, 18374).

De noodzaak tot onteigening ontbreekt bij zelfrealisatie door de eigenaar. Als de eigenaar dat wil kan hij als uitgangspunt zelf de bestemming op zijn grond realiseren. Zo kan grond bijvoorbeeld onteigend worden voor natuur als de grond in een bestemmingsplan een natuurbestemming heeft gekregen. De rechter zal vervolgens toetsen of de eigenaar de natuurbestemming niet zelf kan realiseren. Een eigenaar moet hiervoor concreet kunnen laten zien wat er gedaan zal worden en hoe dit zal gebeuren. Daarnaast moet een eigenaar beschikken over voldoende kennis, kapitaal en expertise en de eigenaar moet bereid en in staat zijn om de bestemmingen zonder voorbehoud en derhalve onvoorwaardelijk en voor eigen rekening en risico te realiseren. Echter is zelfrealisatie niet mogelijk wanneer een plan integraal moet worden uitgevoerd. Zo werd zelfrealisatie van de Hertogin Hedwigepolder onder andere afgewezen gelet op de voorwaarde van een voorschot voor zelfrealisatie, en de bijzondere aard en achtergrond van het werk ( ECLI:NL:HR:2018:7).

Wanneer onteigening is goedgekeurd rest er nog de discussie over de schadeloosstelling. Vergoeding vindt plaats op basis van uitgangspunten, maar de eigenaar mag vervolgens zelf weten hoe de schadeloosstelling wordt besteed. Als uitgangspunt hebben alleen gerechtigden tot de grond die onteigend wordt recht op schadeloosstelling. De buren van rechthebbenen, die geen grond kwijt raken maar wel last van het werk kunnen hebben, hebben geen aanspraak op grond van de Onteigeningswet. Zo vatte de heer Hagelaars de dag pakkend samen met onteigend worden is niet leuk, maar niet onteigend worden is nog erger.

Hoe zal de onteigeningsprocedure veranderen onder de nieuwe Omgevingswet?

Tevens werd het tijdens de cursus duidelijk wat er met de komst van de Omgevingswet zal veranderen met betrekking tot de procedure tot het verkrijgen van een onteigeningstitel. Daarmee bood de cursus antwoord op de vraag of wij nog langer zullen doorgaan met de huidige manier van onteigening. Deze vraag kan beantwoord worden met een duidelijke nee!. Onder de Omgevingswet kan onteigening worden uitgevoerd ten name van: de staat, provincie, waterschap, gemeente en rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid aan wie de verwezenlijking van de beoogde vorm van ontwikkeling is toegestaan. Dit betekent dat er meer mogelijkheden zullen ontstaan voor private partijen. De voornaamste argumenten voor de invoering van de wet zijn uniformering van procedures en overzichtelijkheid, maar tijdens de cursus klonk her en der enige kritiek. Zo zouden de problemen niet worden opgelost, en worden er langere procedures verwacht.

Ten slotte rest mij, als studente Climate Studies, nog de vraag wat de huidige klimaatveranderingen en bijkomende onzekerheden met betrekking tot waterkwaliteit en -kwantiteit zullen betekenen voor gedoogplicht en onteigening. Het realiseren van (grotere) retentiebekkens en natuurgebieden, en het aanpassen of realiseren van waterstaatswerken kunnen hier een oplossing bieden. Gedoogplicht en onteigening zullen dus een nog belangrijkere rol gaan spelen aangezien dit betekent dat er (meer) land nodig is ten behoeve van de waterkwaliteit en -kwantiteit.

Conclusie

Al met al was het een zeer informatieve dag! Om te begrijpen wat er gaat veranderen onder de Omgevingswet was het van belang om te begrijpen hoe het huidige stelsel van onteigening in elkaar steekt. Aan de hand van verschillende voorbeelden werden we door de huidige onteigeningsprocedure geleid en hebben we mogen proeven van wat er onder de nieuwe Omgevingswet voor onteigening zal gaan veranderen. Dat de Omgevingswet niet immuun is voor kritiek is wel naar voren gekomen, maar tegelijkertijd biedt dit nieuwe mogelijkheden. Daarnaast is het nog onduidelijk wat het veranderende klimaat zal impliceren voor gedoogplicht en onteigening ten behoeve van de waterkwaliteit en -kwantiteit. De huidige manier van onteigening zal veranderen, maar in hoeverre dat wel of geen succes zal blijken, en of dit betekent dat er vaker een beroep zal worden gedaan op gedoogplicht of onteigening, is nog maar de vraag. De toekomst zal het leren!

Artikel delen