Wanneer een pergola de architectonische omlijsting van de sauna vormt in de achtertuin waarbij de pergola geen zelfstandig gebruiksdoel heeft mag het bouwwerk niet opgeslitst worden in een vergunningvrije pergola (tuinmeubilair) en een vergunningplichtig bouwwerk de sauna. Dat heeft vandaag RvS uitgesproken.
Wanneer een pergola de architectonische omlijsting van de sauna vormt in de achtertuin waarbij de pergola geen zelfstandig gebruiksdoel heeft mag het bouwwerk niet opgeslitst worden in een vergunningvrije pergola (tuinmeubilair) en een vergunningplichtig bouwwerk de sauna. Dat heeft vandaag RvS uitgesproken.
De bezwaarmaker heeft vervolgens nog aangevoerd dat de sauna ook vergunningvrij is. Dit omdat de sauna aan te merken is als een bijbehorend bouwwerk in achtererfgebied en dat aan de in artikel 2, aanhef en derde lid, van bijlage II van het Bor gestelde eisen voor het vergunningsvrij bouwen daarvan wordt voldaan.
RvS oordeelt echter dat de sauna niet op het erf als bedoeld in artikel 1 van bijlage II van het Bor is geplaatst en dus ook niet in het achtererfgebied. De sauna wordt namelijk op het gedeelte van het perceel met een andere bestemming geplaatst dan de woning (het hoofdgebouw):
4.1. Voor de vraag of het bouwwerk zonder omgevingsvergunning mag worden gebouwd dient primair te worden vastgesteld of de grond, waarop het is gesitueerd, tot het achtererfgebied behoort. Daarvoor is van belang of sprake is van een erf als bedoeld in artikel 1 van bijlage II van het Bor.
Het uitgangspunt van de definitie voor erf is volgens de Nota van Toelichting bij artikel 1 van bijlage II van het Bor (Stb. 2010, 143, p. 134 - 135) dat het gehele perceel bij een hoofdgebouw in beginsel als erf kan worden aangemerkt en dat uit de systematiek van een bestemmingsplan kan voortvloeien dat bepaalde verder van het hoofdgebouw afgelegen delen van een perceel niet als erf aangemerkt kunnen worden.
4.2. Gelet op de Nota van toelichting bij het Bor bestaat geen grond voor het oordeel dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat het verder van de woning afgelegen gedeelte van het in de breedte smalle, maar niettemin omvangrijke perceel, waarop het bouwwerk staat, geen deel uitmaakt van het erf. Hiertoe wordt overwogen dat dit gedeelte, anders dan het gedeelte van het perceel waarop de woning staat en waarop ingevolge het bestemmingsplan "W.A. Scholtenlaan-Oude Oosterbeekseweg" de bestemming "Wonen" rust, onder het bestemmingsplan "Buitengebied (correctieve) herziening 2008" valt, waarin het de bestemming "Bos- en natuurgebied" heeft met de bestemmingscategorie "bos met accent op natuurbehoud". Deze bestemming is niet gerelateerd aan de woning. Voorts zijn op gronden met deze bestemming ingevolge artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a, van de planvoorschriften, gelezen in verbinding met artikel 3, eerste lid, uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een hoogte van maximaal 2 meter, behorend bij de functie "bos met accent op natuurbehoud" toegestaan. Aldus volgt uit de plansystematiek dat het achterste gedeelte van het perceel, waarop het bouwwerk staat, niet kan worden aangemerkt als "erf". Voor deze opvatting is steun te vinden in het feit dat, zoals [appellanten] ter zitting hebben meegedeeld, het gedeelte van het perceel, waarop het bouwwerk staat, al bij de woning behoorde toen de woning in 1928 werd opgericht, maar dat daaraan niettemin twee verschillende bestemmingen zijn toegekend in twee verschillende bestemmingsplannen. Gelet op het vorenstaande heeft de voorzieningenrechter terecht geoordeeld dat geen sprake is van een achtererfgebied als bedoeld in artikel 2, aanhef en derde lid, van bijlage II van het Bor, zodat voor de pergola met sauna reeds hierom een omgevingsvergunning is vereist. Nu de pergola met sauna zonder omgevingsvergunning is gebouwd, is sprake van een overtreding, waartegen het college handhavend kon optreden.
Lees hier de volledige uitspraak