Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Breed offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit

"Het kabinet zet een breed offensief in tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Er wordt ingezet op versterking van de aanpak van de criminele (drugs)industrie en het weerbaarder maken van de samenleving tegen het gif van crimineel geld, bedreigingen, intimidaties en liquidaties waardoor ondermijning dreigt. Met de recente moord op de advocaat Wiersum is wederom een grens overschreden. We moeten opkomen voor onze rechtsstaat en de integriteit van onze open samenleving."

18 oktober 2019

Het kabinet heeft bij zijn aantreden de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit geïntensiveerd met onder meer de 100 miljoen euro in het anti-ondermijningsfonds en wetgeving. Het offensief wordt nu verbreed en versterkt met een combinatie van repressieve en preventieve maatregelen en extra investeringen. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid komt in het voorjaar van 2020 met een uitgewerkt plan met focus op: oprollen, afpakken en voorkomen.

Oprollen

Er wordt gewerkt aan de inrichting van een Multidisciplinair Interventie Team (MIT) bij de landelijke eenheid van de politie dat kan schakelen op verschillende niveaus: lokaal, regionaal, landelijk, verder binnen ons Koninkrijk en internationaal. Het interventieteam bestaat uit verschillende specialisten op het gebied van intelligence en digitale, internationale en financiële opsporing van onder meer de politie, FIOD en Koninklijke Marechaussee. Hierbij worden de mogelijkheden van informatiedeling waar nodig vergroot.

Afpakken

Het MIT zet in op het afbreken van machtsposities van criminele kopstukken en hun facilitators, het verstoren van ondermijnende bedrijfsprocessen en opwerpen van barrières voor misbruik van de legale economie en infrastructuur. De aanpak is intelligence gedreven en gericht op het blootleggen van criminele geldstromen en het afpakken van crimineel vermogen. Hierbij wordt meer samengewerkt met private partijen, zoals branches en bedrijven. Voor het operationeel krijgen van het team specialisten wordt ingezet op versnelde opleiding en werving.

Voorkomen

Er wordt geïnvesteerd in bewaken en beveiligen. Vertegenwoordigers van de rechtsstaat - rechters, officieren van justitie en advocaten moeten hun werk zonder beperking of angst kunnen blijven doen. Hierbij is ook een weerbaar (lokaal) bestuur nodig. Een stevige aanpak van nietsontziende criminelen roept weerstand op. Voor de weerbaarheid van kwetsbare beroepsgroepen moet daarom structureel aandacht zijn.

Om te verhinderen dat kwetsbare personen worden geïntimideerd en/of verleid om af te glijden naar criminaliteit, werkt minister Grapperhaus samen met betrokken ambtscollegas van BZK, OCW, VWS en SZW. In de preventieve aanpak wordt gebiedsgericht gewerkt langs de sporen onderwijs, werken, wonen en veiligheid, zoals afgelopen jaren ook in Rotterdam-Zuid is gebeurd. De departementen en lokale partijen werken samen om onze economie en wijken weerbaarder te maken en kwetsbare jongeren te behoeden voor het criminele pad.

Brief Tweede Kamer Contouren breed offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit:

Criminele netwerken organiseren zich internationaal, nestelen zich in wijken en buurten en ondermijnen onze legale economie met hun criminele geld. Onze rechtsstaat staat onder druk: excessief geweld bedreigt de dragers van onze democratische instituties (lokale bestuurders, zittende en staande magistratuur, journalisten, agenten, advocaten). Met de recente moord op de advocaat Derk Wiersum is wederom een grens overschreden.

Het huidige kabinet heeft de aanpak van de georganiseerde ondermijnende criminaliteit geïntensiveerd. Er is een stevige impuls gegeven met de 100 miljoen incidenteel geld en de structurele investering in de integrale aanpak in combinatie met de zogenoemde ondermijningswetgeving die bestaat uit meerdere voorstellen.

Het is nu van belang om hierop door te pakken met een breed offensief en de georganiseerde ondermijnende criminaliteit verder terug te dringen. Op landelijk niveau wordt ingezet op een combinatie van repressieve en preventieve maatregelen; oprollen, afpakken en voorkomen. We vergroten de slagkracht in de aanpak van de georganiseerde drugscriminaliteit als we investeren in een integraal landelijk team dat de aanpak van de georganiseerde drugscriminaliteit verder gaat versterken; multidisciplinair, lokaal en regionaal verbonden maar internationaal georiënteerd. We gaan investeren in intelligence, opsporing, vervolging, samenwerking en informatie-uitwisseling om nog beter zicht te krijgen op criminele financiële en logistieke stromen. We zullen investeren in bewaken en beveiligen om te waarborgen dat de mensen die onze rechtsstaat dienen hun beroep kunnen blijven uitoefenen. We werken als departementen en met lokale partijen om onze economie en wijken weerbaar te maken en kwetsbare jongeren te behoeden voor het criminele pad. Tevens zetten we in een ambitieuze beleidsagenda diverse maatregelen uiteen, die bijdragen aan een verdere versterking en een toekomstbestendige aanpak.

Verdere versterking is noodzakelijk; we moeten opkomen voor onze rechtsstaat en de integriteit van onze infrastructuur. Nederland heeft een uitstekend ondernemersklimaat, zowel de financiële (zoals de bankensector) als de logistieke infrastructuur (havens, vliegvelden) is efficiënt en ingericht op een vrije, open samenleving. Dat heeft veel voordelen. De keerzijde hiervan is dat Nederland hiermee ook een aantrekkelijke gelegenheidsstructuur biedt voor de georganiseerde misdaad. Misbruik leidt tot economische schade en tast het goede en integere handelsklimaat aan. Om die reden zullen ook private bedrijven en branches actief bij de aanpak worden betrokken.

In de bijlage bij deze brief, die tevens de uitvoering omvat van de motie-Heerma en Dijkhoff van 19 september jl., schets ik de eerste contouren van het brede offensief dat het kabinet beoogt uit te voeren tegen de georganiseerde ondermijnende criminaliteit. In het voorjaar kom ik met een uitgewerkt plan en de bijbehorende dekking. Tot het uitgewerkte plan er is zullen er geen onomkeerbare stappen gezet worden. De stappen die we nu al gaan zetten, zullen aan de orde komen in de besprekingen van het kabinet over de Najaarsnota. Tevens voldoe ik hiermee aan het verzoek van uw Kamer om een brief over de uitvoering van de motie van de leden Voordewind en Van Dam van 11 september jl. over het tegengaan van normalisering van drugs.

Contouren Offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit


1. Versterken slagkracht, oprichting landelijk interventieteam


De georganiseerde ondermijnende criminaliteit is in toenemende mate complex doordat zij sterk is geprofessionaliseerd en optimaal profiteert van de open economie, gunstige geografische ligging van Nederland en een goede logistieke, financiële en digitale infrastructuur. De mondiaal opererende criminele netwerken wortelen lokaal in de wijken. De gevaren voor de samenleving van de illegale drugsindustrie zijn evident: drugslabs in woonwijken, de intimiderende aanwezigheid van criminele motorbendes, handgranaten als dreigmiddel bij restaurants en cafés. Kwetsbare jongeren worden de harde drugscriminaliteit in gezogen, en in sommige wijken ontstaat een parallelle samenleving waarin meedoen aan deze criminaliteit normaal lijkt. Er is in toenemende mate sprake van dreiging met extreem en grof geweld, niet alleen tegen concurrenten maar ook tegen de overheid en specifieke beroepsgroepen (contrastrategieën). De strafrechtelijke en fiscaalrechtelijke aanpak van de georganiseerde ondermijnende criminaliteit vergt een langdurige strategie, waarbij ook onorthodoxe en innovatieve maatregelen worden ingezet. Dit in aansluiting op de prioriteiten van de Veiligheidsagenda: bestrijding van de illegale drugsindustrie, waaronder de aanvoer vanuit het buitenland (upstream disruption) al dan niet via het Caribisch deel van het Koninkrijk - en tegengaan van de export van drugs, criminele geldstromen en de handel in zware en automatische wapens. Daartoe treffen we de voorbereidingen voor het opzetten van een geavanceerd landelijk, flexibel, multidisciplinair interventieteam dat zich richt op het verstoren van de bedrijfsprocessen van criminele kopstukken en hun netwerken, waaronder financiële en digitale facilitators, en deze ook oppakt. De beoogde aanpak is intelligence gedreven, en prioritair gericht op het blootleggen van criminele geldstromen en het ontnemen en afpakken van crimineel vermogen, met een focus op zowel bron-, transit- en bestemmingslanden als op logistieke knooppunten (havens, etc). Hiertoe zal het team samenwerken met private partijen en branches. Om een eerste team operationeel te krijgen zal zoveel mogelijk worden ingezet op de versnelde opleiding en werving.


Doel en focus
De beoogde doelstelling van het interventieteam is: het duurzaam verstoren van ondermijnende criminele bedrijfsprocessen ook in het buitenland - door het structureel opsporen en ontmantelen van criminele netwerken, het oppakken van kopstukken, het in beslag nemen van crimineel vermogen voor de verschillende afpakdoeleinden, het opwerpen van barrières voor crimineel handelen en voor het verkrijgen van crimineel geld. Het team maakt een begin met het afbreken van machtsposities van de criminele kopstukken (joint targeting) en de systematisch aanpak van key players waaronder criminele kopstukken en (financiële en digitale) facilitators.

Contouren voor de verdere uitwerking
Ik heb voor ogen dat het landelijk interventieteam zal opereren op (inter)nationaal niveau op basis van actuele en data-gedreven intelligencebeelden en zal beschikken over state-of-the-art (technologische) middelen en gelabelde HBO/WO-opgeleide specialisten (van in ieder geval: politie, FIOD en Koninklijke Marechaussee) met expertise en vaardigheden op het terrein van intelligence en digitale, internationale en financiële opsporing.


In het interventieteam zullen alle relevante opsporingsdiensten en disciplines fysiek bij elkaar zitten onder één dak. Het team zal samengesteld zijn uit alle benodigde capaciteiten en specialismen. Het doel is om ieders eigen bevoegdheden gecombineerd in te kunnen zetten voor meer gerichte uitvoeringskracht en ruimte om innovatieve werkwijzen te ontwikkelen, met eerbiediging van de dan geldende wettelijke kaders. Wetenschappers met uiteenlopende disciplines (zoals criminologie, data science) zullen aan het interventieteam kunnen worden toegevoegd voor de ontwikkeling, toetsing en evaluatie van de gehanteerde methoden. Ontwikkelde best practices worden zoveel mogelijk uitgerold over andere organisatieonderdelen en de regionale politie-eenheden. Systematischer dan tot nu toe laat het interventieteam zich naar behoefte bijstaan door experts van andere bijzondere toezichts- en opsporingsdiensten (Belastingdienst, Douane, ILT, Inspectie SZW, NVWA), de Rijksrecherche, de infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen (iCOV), het antiwitwascentrum van de FIOD (AMLC), de afdeling Toezicht op Rechtspersonen, Analyse, Controle en Kennisgeving van Justis (Track) etc.


Werkwijze
Bij de vorming van het landelijk interventieteam is er specifiek aandacht voor de verbeterde beschikbaarheid en inzichtelijkheid van harde data, onder andere door verbeterde registratie van bijvoorbeeld inbeslagnemingen drugs, wapens en crimineel vermogen. Alleen met goede data is goed zicht te krijgen op aard en omvang van de veelal verborgen ondermijningsproblematiek en de effectiviteit van de aanpak ervan.


Het interventieteam zal in de eerste fase worden toegerust met de modernste data science-technieken en methoden. Op basis van gedegen analyses van de beschikbare (inter)nationale informatie (zoals het Nationaal Intelligence Beeld Ondermijning) wordt bepaald welke criminele samenwerkingsverbanden worden aangepakt. Effectiviteit van de interventies is daarbij leidend. Het accent ligt op de aanpak van onderliggende financiële structuren en geldstromen. Daarbij benut het team de publiek-private samenwerking (onder meer in het Financieel Expertise Centrum) zo goed mogelijk.


Het interventieteam is sterk internationaal georiënteerd en verbonden met soortgelijke opsporingsdiensten wereldwijd maar ook binnen ons Koninkrijk. Internationaal ligt de focus op zowel bron-, transit- en bestemmingslanden als op logistieke knooppunten (havens, etc). Het team maakt intensief gebruik van Joint Investigation Teams en de expertise en verbindende faciliteiten van Europol. Ook zal het team parallel, waar mogelijk, de informatie uitwisselen met landen buiten de EU en internationale organisaties, o.a. Interpol, het Maritime Analysis and Operations Center Narcotics (Maoc-N), het VN-bureau voor drugs en misdaad (Unodc) en het Southeast European Law Enforcement Center (Selec) met een sterke informatiepositie in bron-, transit- en bestemmingslanden (bijvoorbeeld de VS, Latijns-Amerikaanse landen) waarbij het doel is gezamenlijk een sterke eigen informatiepositie op te bouwen voor meer doeltreffende interventies.


We streven naar optimale afstemming tussen de strafrechtelijke en de bestuurlijke aanpak. Een goede verbinding met steden en de regio, de RIECs en het LIEC (de lopende versterking), en met de regionale eenheden is daarvoor nodig. Dat geldt ook voor de persoons- en gebiedsgerichte aanpak (op wijk-, district- en regionaal niveau) in de regionale eenheden. De basispolitiezorg en de eerstelijns opsporing in de regionale eenheden vervullen immers een belangrijke signaalfunctie.


Sturing en keteneffecten
Het team zal herkenbaar worden ondergebracht bij de Landelijke Eenheid van de politie en daarmee onder het direct gezag en aansturing vallen van gespecialiseerde officieren van justitie van het Landelijk Parket en het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie. Aan de financiële opsporing zullen de opsporingsdiensten een gelijkwaardige bijdrage leveren zowel operationeel als in sturing- naar analogie van het reeds bestaande combiteam FIOD en politie.


Een belangrijke partner voor het interventieteam is een goed toegeruste Rijksrecherche met voldoende capaciteit en kwaliteit om ambtelijke corruptie tegen te gaan. De Rijksrecherche voorkomt daarmee immers dat criminele netwerken kunnen infiltreren in overheidsdiensten.


De keteneffecten bij o.m. het OM en Rijksrecherche en die bij het NFI, de rechtspraak, het gevangeniswezen, het Cjib en de reclassering worden meegenomen in dit plan en maken deel uit van de eerste stappen die we gaan zetten. Dat geldt ook voor versterking die nodig is voor een betere internationale samenwerking tussen het OM en soortgelijke organisaties in Europa, daarbuiten en met de landen van het Koninkrijk. Ook beogen we de organisaties betrokken bij internationale rechtshulp met het oog op deze ontwikkeling gericht te versterken.


2. Versterken intelligence


Op basis van een strakke regie ontstaat samenhang tussen de te ondernemen opsporingsactiviteiten van de verschillende organisatieonderdelen. Belangrijke voorwaarde voor de doel- en probleemgerichte aanpak van ondermijnende georganiseerde criminaliteit is een permanente wisselwerking tussen de intelligence- en opsporingsorganisaties en een goede informatiegestuurde regie door het gezag. Daarvoor zijn kwalitatieve informatiebeelden op strategisch, tactisch en operationeel niveau nodig. Maar voor betere informatiebeelden zijn ook goede aansluiting op het RIEC-LIEC bestel en samenwerking met private partners essentieel.

Strategisch kennis en inzicht, informatie-uitwisseling
Onderdeel van de opdracht van het interventieteam is om met overzicht, kennis en inzicht meer regie en samenhang te brengen tussen de informatiebeelden van de verschillende niveaus (lokaal, regionaal, landelijk, internationaal), en de interventies van zijn partners. Om aan deze dynamische regie invulling te geven, beogen we een multidisciplinair intelligenceteam te vormen bestaande uit specialisten in diverse disciplines, dat het gezag en de teamleiding van het interventieteam gevraagd en ongevraagd voorziet van advies. Hiermee kan het interventieteam beter en sneller anticiperen op de activiteiten van criminele netwerken en dreigingen die daarvan uitgaan op lokaal, nationaal en internationaal niveau.


Informatiedeling RIEC/LIEC-bestel
We versterken de informatiedeling in RIEC-verband. We investeren in een vernieuwd systeem waarin de partners effectiever, efficiënter en eenvoudiger kunnen samenwerken, zowel in casuïstiek als aan fenomeen-analyse ten behoeve van de intelligencepositie van de RIECs. Bovendien intensiveren we de samenwerking van de Landelijke Stuurgroep Interventieteams (LSIs), waarin Belastingdienst ISZW, UWV, SVB, JenV, politie, OM en lokaal bestuur zitting hebben, met de RIECs en LIEC.


Informatie en intelligence in PPS-verband
Goede informatie-uitwisseling tussen publieke en private partners is onontbeerlijk in de strijd tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Om beter zicht te krijgen op criminele fenomenen die vaak zo verweven zijn met bedrijfsmatige activiteiten (op logistieke knooppunten, bij financiële stromen, etc) versterken we als onderdeel van de eerste maatregelen het arsenaal dat beschikbaar is voor de publiek-private intelligencefunctie. Zo starten in de postpakkettenbranche en transportketen proeftuinen voor Intelligence Driven Security, om publieke en private informatie over criminaliteitsfenomenen te verzamelen en analyseren. Samen met de brancheorganisaties van poortwachters (makelaars en taxateurs, notarissen, banken) gaan we onderzoeken hoe zij hun poortwachtersfunctie beter vervullen.


3. Beoogde substantiële versterking bewaken & beveiligen


De continuïteit van de democratische rechtsorde moet te allen tijde gewaarborgd zijn. De toenemende dreiging vanuit de georganiseerde misdaad alsmede de inzet van kroongetuigen vereist dat het Stelsel bewaken en beveiligen en de getuigenbescherming op orde is. Om de capaciteit van de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging op peil te krijgen, zijn al extra maatregelen genomen ten behoeve van de werving, selectie en opleiding. Nu zetten wij in op professionalisering van het decentrale domein en het flexibeler inrichten van het centrale domein, onder meer door de ontwikkeling en uitvoering van alternatieve beveiligingsconcepten. Zaken zijn complexer, langduriger en extremer in omvang en zwaarte geworden. En na de moord op de advocaat, de heer Wiersum, zijn er meer personen en objecten die voor een bepaalde duur of structureel beschermd moeten worden. De beroepsgroepen die in dienst staan van de rechtsorde moeten hun professie veilig en zonder vrees uit kunnen oefenen. Voor de weerbaarheid van kwetsbare beroepsgroepen moet structureel aandacht zijn en beveiligingsmaatregelen van overheidswege moeten (tijdig) inzetbaar zijn. De eerste maatregelen zijn gericht op de capaciteit en investeringen in materieel die nodig zijn om aan de toegenomen vraag naar beveiliging te voldoen.

4. Tegengaan normalisering drugsgebruik


Het kabinet verzet zich ertegen dat drugsgebruik steeds meer normaal gevonden wordt en wil een maatschappelijke discussie op gang brengen over deze normalisering. De negatieve effecten van drugs zijn overduidelijk. Het gebruik van drugs kan verslavend zijn en flinke risicos voor de gezondheid met zich meebrengen. Dit legt navenante druk op de verslavingszorg en op de eerste hulp bij ziekenhuizen. Bovendien houdt gebruik de illegale industrie in stand die ernstige negatieve gevolgen heeft niet alleen in Nederland, maar ook in andere delen van de wereld.


In Nederland is de productie, handel, koop en het bezit van drugs strafbaar. Deze norm draagt de regering in binnen- en buitenland uit. Het gebruik van drugs is niet strafbaar; zo kunnen personen die drugs gebruiken en als gevolg daarvan hulp of zorg nodig hebben deze ontvangen. Ook is er zo ruimte om te waarschuwen voor gezondheidsrisicos in preventie, om verslavingszorg aan te bieden en om in te zetten op harm reduction. Om ondermijning en normalisatie tegen te gaan moeten preventie en handhaving elkaar versterken. Gebruikers erop aanspreken dat zij (ongewild) bijdragen aan de georganiseerde drugscriminaliteit kan alleen als tegen die criminaliteit ook duidelijk wordt opgetreden en de overheid een duidelijke lijn trekt als het gaat om het handhaven van de wet. In zijn brief van 25 april jl. heeft de staatssecretaris van VWS uw Kamer geïnformeerd over de manier waarop hij de normalisering van drugsgebruik tegengaat. Hij schetst verschillende acties die inmiddels in gang zijn gezet. De staatssecretaris en ik bezien momenteel of er extra inzet nodig is, bijvoorbeeld om gemeenten te ondersteunen. Hiermee geven wij gezamenlijk uitvoering aan de motie van de leden Voordewind en Van Dam van 11 september jl.


5. Gezamenlijke inzet preventie


Effectief tegengaan van ondermijnende georganiseerde criminaliteit vraagt naast repressie ook om preventief beleid. Samen met mijn betrokken ambtscollegas van BZK, OCenW, VWS en SZW, werken we aan een preventieve aanpak, die ook gebiedsgericht is. Om te verhinderen dat kwetsbare personen worden verleid af te glijden naar criminaliteit, werken we aan het vergroten van het toekomstperspectief voor de bewoners. Dit doen we door in te zetten op het verstevigen van de sociale structuren, kansen op een zinvol bestaan en bijdrage aan de samenleving en het weerbaarder maken van professionals in het sociale, onderwijs- en veiligheidsdomein. Daarmee verminderen we de voedingsbodem voor georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Dit vraagt om een balans tussen landelijke inzet, van bijvoorbeeld kennis en middelen, en lokale keuzeruimte voor gebiedsgericht maatwerk. We trekken samen op als één overheid, nationaal-regionaal-lokaal, integraal werkend op alle niveaus en in samenspraak met maatschappelijke organisaties, burgers en bedrijfsleven. De eerste maatregelen die wij willen nemen beschrijven wij in deze paragraaf.


Interbestuurlijk
We gaan aan de slag met de leerervaringen van het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid (Nprz). Dat leert dat een aanpak langs vier sporen gericht op onderwijs, werken, wonen en veiligheid leidt tot een beter perspectief. Het resultaat na zeven jaar Nprz is onder meer dat de Cito-scores stijgen, meer leerlingen kiezen voor een opleiding met een gezond perspectief op een baan in de zorg en techniek, het percentage uitkeringsgerechtigden daalt, Woz-waarden stijgen en een sterke start is gemaakt met het aanpakken van de verpauperde particuliere woningvoorraad. Steeds meer bewoners laten weten dat ze graag op Zuid willen blijven wonen en bewoners die Zuid ooit hebben verlaten keren er terug. Dat vergroot de weerstand tegen criminele verleidingen.1)
Deze aanpak zetten we door in een optimaal samenspel van preventie en repressie en samenhang tussen het bestuur, het sociaal domein en het veiligheidsdomein. Drie sporen staan centraal: dadergericht, slachtoffergericht en situationeel.

1) Bron: Maatschappelijke kosten-batenanalyse, Rebelgroep, zie www.nprz.nl

Inclusief
Het moet een inclusieve aanpak zijn, waarin iedereen kan meedoen. De mogelijkheden die we verder gaan uitwerken zijn versterking van de samenwerking tussen sociale wijkteams en toezicht door en samenwerking tussen Boas en de wijkagent. Versterking van de directe betrokkenheid van burgers, zoals buurtpreventie, in aansluiting op de ontwikkelagenda gebiedsgebonden politiezorg. Jongeren moeten zicht hebben op een opleiding, een baan, en betrokken zijn bij de maatschappij. We moeten jongeren zien, aanspreken en uitnodigen mee te doen. We willen onze professionals in de wijk en regio niet alleen inzetten voor het signaleren van ondermijnend gedrag, maar ook meer mogelijkheden geven om te acteren op die signalen of die door te geven. Ook betrokkenheid van ondernemers is van belang. Om de publiek-private samenwerking te verbeteren, investeren we in de Platforms Veilig Ondernemen (Pvo). Deze bieden ondersteuning aan ondernemers en gemeenten bij de aanpak van ondermijning, onder meer in winkelgebieden, bedrijventerreinen en buitengebieden. Zij stimuleert regionale en lokale initiatieven op het gebied van preventie om gelegenheidsstructuren voor criminelen weg te nemen die het bedrijfsleven biedt. De samenwerking tussen Pvos en de RIECs wordt versterkt, zodat gezamenlijk wordt opgetrokken in de geïntegreerde aanpak van ondermijning, de uitvoering van de versterkingsplannen ondermijning en het actieprogramma Veilig Ondernemen. We beogen het Keurmerk Veilig Ondernemen en het Keurmerk Veilig Buitengebieden breder te gebruiken en in meer gebieden in te zetten ter voorkoming van gelegenheidsstructuren. Concreet gaan we via de 10 regionale Pvos in een aantal winkelgebieden, bedrijventerreinen en in de buitengebieden de keurmerken daar inzetten waar de ondermijnende problematiek zich het meest manifesteert. Hiermee kunnen we in samenwerking met de private sector tastbaar resultaat behalen om de faciliterende rol van ondernemers tegen te gaan.


Kennisgedreven
In diverse gemeenten is ervaring met vroegsignalering van ernstige gedragsproblematiek, die in combinatie met de gezinssituatie voedingsbodem zijn voor de ontwikkeling van delinquent gedrag. De Top400 en de PIT-aanpak in Amsterdam is kansrijk voor de brede aanpak van ondermijning, waar kinderen en jongeren intensieve ondersteuning krijgen om (verder) afglijden in de criminaliteit te voorkomen. Deze integrale werkwijzen zijn onderdeel van de brede aanpak jeugdcriminaliteit, waarin we inzetten op het voorkomen van herhaling van delinquent gedrag bij jongeren. De uitgangspunten zijn: meer maatwerk bij vrijheidsbeneming en nazorg, betere aansluiting bij de ernst van het delict om herhaling te voorkomen, een snellere reactie op strafbare feiten of overtreding van voorwaarden en meer interventiemogelijkheden bij specifieke delicten en problematiek.2)

2) Cf TK 2018/19, 28741, nr. 53


Gewapend met de leerervaringen van Nprz starten we samen met gemeenten met het analyseren en verkennen van gebieden waar een dergelijke aanpak nodig én kansrijk is. We benutten daarvoor verschillende monitors als de leefbaarheidsmonitor, de veiligheidsmonitor en de inzichten vanuit het sociaal domein. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal uw Kamer separaat informeren over recente (internationale) onderzoeken die aan een dergelijke analyse en verkenning kunnen bijdragen. In ieder geval investeren we meer in het gebruik van big-data via de City Deal Zicht op ondermijning die al in enkele steden loopt. Die bieden we breder aan met landelijke steun.


Voldoende ruimte voor gebiedsgericht maatwerk
Daar waar nodig voor een dergelijke integrale gebiedsaanpak ontwikkelen we aanvullende wet- en regelgeving om lokale differentiatie mogelijk te maken en betrokken partijen in positie te brengen om te kunnen doorpakken, bijvoorbeeld via de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Rotterdamwet). We sluiten direct aan op een aantal gebieden en wijken waarmee de minister van BZK recent woondeals heeft gesloten ter versteviging van de integrale aanpak. Daarin is al een aanzet gedaan om te komen tot een brede samenwerking van het fysieke, sociale en veiligheidsdomein om de leefbaarheid van wijken te verbeteren. In deze
aanpak kunnen de nationale beleidsdoelstellingen worden gebundeld, bijvoorbeeld om onderwijsachterstanden te bestrijden, het perspectief op werk voor kwetsbare groepen te verbeteren, te zorgen voor voldoende gekwalificeerd personeel voor bedrijven, het woningaanbod te verbeteren en te verduurzamen en de veiligheid voor burgers te vergroten. Lopende succesvolle trajecten, zoals het Programma Maatwerk Multiprobleemgezinnen met in de praktijk beproefde interventies, kunnen in de 10 à15 gemeenten in de Woondeals worden ingezet.


Versterken slagkracht van professionals
Het doel is het vergroten van de slagkracht en regelruimte van de sociaal werkers om schrijnende en vastgelopen problematiek vlot te trekken. We zetten extra in op dadergerichte preventie voor jongeren met een risicoprofiel ter voorkoming van de ontwikkeling van delinquent gedrag met de gedragsinterventie alleen jij bepaalt wie je bent. Daarnaast zetten enkele gemeenten met steun van het Rijk pilots op om het jongerenwerk te versterken. Samenwerking tussen jongerenwerk, het onderwijs, de sociale wijkteams én het zorg- en veiligheidsdomein is essentieel. We ondersteunen daarbij de professionals in de wijk, de school en regio met bijvoorbeeld trainingen in het signaleren en acteren op ondermijnend gedrag. Structurele verbetering van preventie begint (ook) in het onderwijs, waarbij de focus ligt op een integrale en gebiedsgerichte aanpak. Rotterdam-Zuid leert dat preventie en goed burgerschapsonderwijs met een duidelijke focus, passend bij de regio, wijk en doelgroep, tot goede resultaten leidt. Goed burgerschapsonderwijs leidt tot meer begrip, minder polarisatie en een betere participatie van jongeren in de maatschappij en kan daarmee een bijdrage leveren aan de preventie van ondermijnend gedrag. We werken momenteel aan de versterking van de kwaliteit van burgerschapsonderwijs. Voor het funderend onderwijs scherpen we de wettelijke opdracht aan, waarna we ook het burgerschapscurriculum aanpassen. In het mbo zijn recent de kwalificatie-eisen burgerschap aangepast ter bevordering van de acceptatie van diversiteit. Ook moeten scholen vroegtijdig signalen herkennen van zorgwekkend gedrag van jongeren en daarop acteren, gecombineerd met lokale samenwerking in het sociale domein en een goede aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt. De komende periode zal OCenW intensiever aansluiten bij één of twee grotere gemeenten waar het ondermijningsvraagstuk prominent speelt en waar alleen een integrale gebiedsgerichte aanpak vanuit verschillende disciplines (zorg, wonen, werken, veiligheid en onderwijs) effectief is. Bij de verdere uitwerking zullen we een goede selectie van deze gemeente(n) maken en zorgen dat de onderwijsgerelateerde ambities in verhouding staan tot de beschikbare middelen.


We ontwikkelen een aanpak om te voorkomen dat criminele organisaties kwetsbare groepen als uitkeringsgerechtigde of mensen met een licht verstandelijke beperking uitbuiten als katvanger of geldezel. Dergelijke praktijken vragen om een stevig weerwoord. We vergroten de wijkgerichte LSI-projecten. Hierin betrekken we een hele wijk of buurt in het onderzoek naar misbruik van uitkeringen, toeslagen, ontduiking van belasting en overtreding van de arbeidswetten. Deelnemende partijen (Belastingdienst, UWV, SVB, gemeenten, Inspectie SZW en IND) krijgen signalen van vormen van georganiseerde criminaliteit, waarop ze preventief kunnen handelen.


Omgaan met weerstand
Een goed en weerbaar lokaal bestuur is nodig voor een succesvolle (preventieve) bestuurlijke aanpak. Een stevige aanpak zal ook weerstand kunnen oproepen. Bestuurders kunnen te maken krijgen met onacceptabel gedrag zoals bedreigingen en geweld. We gaan komende periode concreet met gespecialiseerde juridisch experts ondersteunen in een aantal urgente zaken die nu bij gemeenten spelen. De ervaringen daarin opgedaan zullen we breed beschikbaar stellen aan de gemeenten.


6. Ambitieuze beleidsagenda


Naast de hierboven geschetste contouren voor repressie, preventie en bewaken & beveiligen, zet ik in op de volgende beleidsmaatregelen om de aanpak te versterken.


Informatie-uitwisseling
Voor de brede aanpak van ondermijning is het onderling uitwisselen of verwerken van informatie tussen veel verschillende partijen een cruciale randvoorwaarde. Hoewel er het nodige kan op het gebied van informatiedeling, signaleren we in de praktijk knelpunten bij het delen van informatie tussen en binnen betrokken overheidspartijen. We maken veel werk van het wegnemen van deze knelpunten. Zo ligt momenteel het wetsvoorstel gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden bij de Raad van State. Dit voorstel moet de gezamenlijke verwerking van gegevens door partijen in samenwerkingsverbanden van een betere grondslag voorzien en waar nodig vergemakkelijken. Ook is binnenkort de behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de wet Bibob door de Tweede Kamer voorzien. Een tweede tranche om te komen tot wijziging van de wet Bibob heb ik in voorbereiding.


Verder ontwikkelt het Aanjaagteam Ondermijning een model-protocol voor de binnengemeentelijke informatie-uitwisseling in het kader van de bestuurlijke aanpak van ondermijning, in navolging van de Voorlichting van de Raad van State. Het doel van het model-protocol is dat inzichtelijk wordt welke informatiedeling binnen de gemeente mogelijk is met het oog op de bestuurlijk aanpak van georganiseerde drugscriminaliteit en met het oog op witwassen en daaraan gerelateerde vormen van financieel-economische criminaliteit. Mocht dit model-protocol in de praktijk ervaren knelpunten niet oplossen, dan bezien we welke andere mogelijkheden er zijn. Daarbij kan ook wijziging van sectorale wetgeving aan de orde zijn, wanneer de knelpunten op het vlak van verstrekking tussen specifieke partijen onderling liggen.


Uitwisseling van informatie binnen het landelijk interventieteam
Het interventieteam zal maximaal gebruikmaken van de mogelijkheden die de huidige wetgeving biedt met betrekking tot de uitwisseling van informatie. We gaan kijken hoe we knelpunten die zich in dit verband voordoen bij de uitwisseling van informatie, en die de optimale onderlinge samenwerking in de weg staan, weg kunnen nemen. Indien nodig wordt dit gerealiseerd middels (nood)wetgeving. Ook bezien we hoe we knelpunten voor de samenwerking van het interventieteam met de private sector kunnen wegnemen.


Aanpak illegale wapens
Om de dreiging die samenhangt met de beschikbaarheid en gebruik van illegale wapens en explosieven zoals handgranaten tegen te gaan, is de aanpak van illegaal wapenbezit en handel geprioriteerd in de Veiligheidsagenda 2019-2022. We richten een actieprogramma in waarin we langs vijf actielijnen maatregelen en voorzieningen treffen om wapengeweld tegen te gaan. De aanpak is zowel preventief als repressief van aard. De aanpak vergt gecoördineerde bovenregionale afstemming en integraliteit, waarbij politie, KMar en JenV intensief samenwerken om hun bijdrage te leveren aan de aanpak van de wapenproblematiek.


Uitbreiding van mogelijkheden
Er zijn daarnaast enkele onderwerpen die ik eerst nader wil uitwerken en/of wil onderzoeken. Enkele van deze themas zijn reeds in beeld: de uitbreiding van de kroongetuigenregeling, de introductie van de mogelijkheid van non-conviction based confiscation met betrekking tot voorwerpen van criminele erfenissen en voorwerpen zonder rechthebbende, het verhogen van tipgelden, de uitbreiding van werken onder dekmantel en het versterken van de samenwerking in internationaal verband, onder andere met landen waarmee we geen gevestigde rechtshulprelatie hebben. In de komende maanden laat ik inventariseren hoe deze maatregelen concreet kunnen bijdragen aan de versterking van de aanpak en of er nog aanvullende maatregelen nodig zijn.
In het kader van de nationale veiligheidsstrategie laat ik een verkenning uitvoeren naar de vraag of nationale veiligheidsbelangen worden aangetast door georganiseerde criminaliteit.


Tevens ben ik in gesprek met mijn ambtgenoot van Defensie over hoe wij de relevante capaciteit van de krijgsmacht, naast die van de KMar, kunnen aanwenden bij de uitvoering van het te ontwikkelen Offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit.

7. Vervolg en financiën


Dit zijn de eerste contouren van het offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit. De komende periode gaan we dit met alle betrokken partijen (departementen en bestuurlijke partners op alle niveaus) uitwerken: wat willen we bereiken, wat gaan we doen en hoe gaan we dat doen. Pas op dat moment valt er iets concreets te zeggen over de (structurele) kosten van het plan en de dekking. Bovendien zal het aantrekken en opleiden van de benodigde medewerkers enige tijd vergen. In het voorjaar kom ik met een uitgewerkt plan en de bijbehorende dekking. Tot het uitgewerkte plan er is zullen er geen onomkeerbare stappen gezet worden. De stappen die we nu al gaan zetten zullen aan de orde komen in de besprekingen van het kabinet over de Najaarsnota.

Artikel delen