Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Bouwbesluit 2012 en milieu

Nog even en dan is het 1 april 2012. De datum dat het Bouwbesluit 2012 in werking treedt. In den lande, en ook hier op de website van InterConcept, zijn al veel artikelen geplaatst over het Bouwbesluit 2012. Nieuwe eurocode's en de gevolgen voor de constructeur (Artikel Invoering Eurocodes met Bouwbesluit 2012), slopen en asbest (Artikel Slopen en asbest verwijderen met het bouwbesluit 2012), zo maar twee artikelen die de revue zijn gepasseerd.In dit artikel kijken we met een andere invalshoek naar het Bouwbesluit 2012.

InterConcept 19 March 2012

Door: Stefan Kortekaas

Nog even en dan is het 1 april 2012. De datum dat het Bouwbesluit 2012 in werking treedt.

In den lande, en ook hier op de website van InterConcept, zijn al veel artikelen geplaatst over het Bouwbesluit 2012. Nieuwe eurocode's en de gevolgen voor de constructeur (

Artikel Invoering Eurocodes met Bouwbesluit 2012

), slopen en asbest (

Artikel Slopen en asbest verwijderen met het bouwbesluit 2012

), zo maar twee artikelen die de revue zijn gepasseerd.

In dit artikel kijken we met een andere invalshoek naar het Bouwbesluit 2012.

Welke gevolgen heeft het Bouwbesluit 2012 op het gebied van milieu? Er wordt niet gekeken naar duurzaamheid maar zaken als plasbrandaandachtsgebieden, geluid en de opslag van gevaarlijke stoffen passeren wel de revue.

Plasbrandaandachtsgebied, niet alleen voor bouw maar ook voor milieu en ruimtelijke ordening relevant.

Een begrip dat direct opvalt in de lijst met begrippen is het plasbrandaandachtsgebied. Dit is een gebied als bedoeld in het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev). Het Btev treedt medio 2012 in werking. In het Btev worden regels gesteld met betrekking tot het veilig vervoeren van gevaarlijke stoffen. Hieraan gekoppeld is het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen. Het Basisnet is door het ministerie van Infrastructuur en milieu aangewezen overzicht van de weg, water en spoor verbindingen waar veel gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Aangezien er alleen nog een ambtelijk concept beschikbaar is van het Btev is nog niet met zekerheid te zeggen welke routes onder het basisnet komen te vallen.

Terug naar het begrip. Het plasbrandaandachtsgebied is het gebied van 30 meter (aan weerszijde en dus een strook van 60 meter breed) parallel aan de transportroutes zoals aangewezen in het Basisnet. Daarnaast is er ook nog de veiligheidszone.  Het gebied tussen een basisnetroute en de plaats waar het plaatsgebonden risico ten hoogste 106 per jaar is, wordt veiligheidszone genoemd. Binnen het plasbrandaandachtsgebied mogen geen bebouwingsmogelijkheden worden gecreëerd voor zogenoemde kwetsbare bebouwing, zoals aaneengesloten woonbebouwing, ziekenhuizen en grote kantoren. In een veiligheidszone wordt bij voorkeur evenmin de bouw van beperkt kwetsbare objecten, zoals kleine kantoren en verspreid liggende woningen, toegelaten. De artikelen 2.132 (aansturing), 2.133 (nieuwbouw) en 2.133a (verbouw) uit het Bouwbesluit 2012 zijn de relevante artikelen voor dit onderwerp.

In dit kader is ook recente uitspraak van de Raad van State relevant (ABRvS 11 januari 2012, 201004758/1/R3). In deze uitspraak is bepaald dat als in het bestemmingsplan geen nieuwe risico-bronnen en ook geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden opgenomen alsnog aan de grens- en richtwaarde als bedoeld in artikel 8 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) getoetst moeten worden. Het Bevi maakt immers geen onderscheid tussen de vaststelling van ruimtelijke besluiten (Wro) voor geheel nieuwe, "maagdelijke" gebieden enerzijds en de vaststelling van ruimtelijke besluiten voor al aanwezige of al geprojecteerde kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten anderzijds (Nota van toelichting op het Bevi, Stb. 2004, 250). Uit de Raad van State uitspraak blijkt verder dat de opsomming van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten in het Bevi niet limitatief van aard is. Een lokale invulling, die verder gaat dan het Bevi, is dus mogelijk.

Voor het bevoegde gezag in het kader van de Wabo betekent dit dat na vaststelling van het Btev zo snel mogelijk alle bestemmingsplannen moeten worden doorgenomen of (beperkt) kwetsbare objecten zijn gelegen binnen het plasbrandaandachtsgebied en de veiligheidszone. Indien dit het geval is dient met behulp van advies van de brandweer de veiligheid van deze objecten gecontroleerd te worden.

Bescherming tegen geluid van buiten

In afdeling 3.1 van het Bouwbesluit 2012 is de bescherming van geluid door bronnen van buiten geregeld. Er is een onderscheid gemaakt naar geluid afkomstig van industrie, wegtransport en vliegtuigen. In vergelijking met het Bouwbesluit 2003 zijn met betrekking tot het beschermen tegen vliegtuiglawaai geen wijzigingen doorgevoerd.

Bescherming tegen ander geluidsbronnen is wel aangepast. Zo zijn er nu specifiek eisen gesteld voor bed gebieden en wordt voor nieuwbouw nieuwe eisen gesteld aan de gevelwering.

Het uitgangspunt is dat woningen beschikken over een karakteristieke geluidwering van 20 dB. Bij  industrie-, weg- en spoorweglawaai is een karakteristieke geluidwering van 20 dB veelal niet voldoende. Daarom is er de mogelijkheid om hogere grenswaarde via een zogenoemd hogere-waardenbesluit vast te stellen. De geluidwering dient dan minimaal de hoogste waarde van het hogere-waardenbesluit minus 35 dB(A) bij industrielawaai of 33 dB bij weg- en spoorweglawaai. Een voorbeeld: een woning is gelegen vlakbij een weg en heeft daardoor een hogere grenswaarde van maximaal 58 dB. de specifieke gevelwering moet dan 58 33 = 25 dB bedragen.

Zijn er geen hogere-waardenbesluiten vastgesteld maar is de gevelbelasting groter dan 55 dB(A) bij industrielawaai en 53 dB bij weg- of spoorlawaai dan dient niet de bouwer van de nieuwe locatie maar de veroorzaker van de geluidsbelasting maatregelen te treffen.

Opslag van gevaarlijke stoffen

In artikel 6.7 derde lid onder f van het Bouwbesluit 2012 is opgenomen dat het Bouwbesluit niet van toepassing is op de opslag van vaste stoffen, vloeistoffen en gassen die brandbaar of brandbevorderend zijn of bij brand gevaar opleveren indien dit wordt toegestaan door het Activiteitenbesluit of een andere op artikel 8.40 Wet milieubeheer gerelateerde AMvB danwel een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu (artikel 2.1, eerste lid onder e Wabo). Het bouwbesluit beperkt zich tot huishoudelijke opslag, dat wil zeggen kleinere hoeveelheden die rekening houdend met de gevaarsaspecten van de desbetreffende stoffen voor de goede bedrijfsvoering als werkvoorraad mogen worden beschouwd.

Toch kan het Bouwbesluit nuttig zijn voor de beoordeling van de opslag van gevaarlijke stoffen. Indien in een opslagvoorziening die groter is dan 1.000 m2 minder dan 10.000 kg aan gevaarlijke stoffen wordt opgeslagen dan kan volgens de methode beheersbaarheid van brand het veiligheidsniveau worden bepaald. In dat kader wordt opgemerkt dat alle bepalingsmethoden zoals bezwijking (artikel 2.9) en weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (artikel 2.84) niet zijn gewijzigd ten opzichte van het Bouwbesluit 2003.

In artikel 7.7 van het Bouwbesluit 2012 zijn voorschriften opgenomen met betrekking tot de opslag van brandbare niet gevaarlijke stoffen (pallets, autobanden etc.). Dit artikel is afkomstig uit het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit). Immers het Gebruiksbesluit wordt geïntegreerd in het Bouwbesluit 2012. 

Bronnen:

http://www.infomil.nl/onderwerpen/hinder-gezondheid/veiligheid/vervoer-gevaarlijke

ABRvS 11 januari 2012, 201004758/1/R3

Bouwbesluit inclusief Nota van toelichting  uit de staatsbladen 2011, 416 en 2011,676

Door InterConcept

Artikel delen