Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Blog Marnix Norder: ‘De gierzwaluw heeft niets aan bureaucratie’

Tijdens de afscheidsreceptie van Leo Hendriks van Woonbedrijf ieder1 in Deventer, zocht Maarten van Gessel mij op, de bestuurder van woningcorporatie Het Gooi en Omstreken. Hij wilde met me praten over iets waar hij horendol van wordt: de wijze waarop de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) de Wet Natuurbescherming toepast wanneer je wilt slopen of renoveren en er misschien dieren in het oude gebouw nestelen.

20 oktober 2017

Ik kan uit eigen ervaring zeggen: bij de RVO werken veel enthousiaste mensen, die op allerlei manieren proberen ondernemend Nederland verder te krijgen. Mensen die dienstverlenend zijn. Maar er zijn uitzonderingen. Dat blijkt in ieder geval bij het onderdeel van de RVO dat zich met de natuurbescherming bezighoudt. Maarten mailde mij alle stukken over de zaak waar hij zich druk om maakt en lichtte het nog even toe.

Kafka was opeens heel dichtbij. Op 25 november 2016 diende Het Gooi en Omstreken een ontheffingsaanvraag in voor de sloop of renovatie van een aantal panden. Ruim zeven maanden later viel een brief op de mat: de aanvraag is afgewezen. Terwijl de corporatie uitgebreid onderzoek liet doen. Ik heb de rapporten gelezen: zij bracht zeer zorgvuldig in kaart welk type beest in een straal van honderden meters rond de te slopen panden is geweest. Het onderzoek nam precies een half jaar in beslag en kostte vele duizenden euros. Gedegenheid van voor tot achter. Toch concludeert RVO na zeven maanden lezen dat het onvoldoende is. Ontheffing van tafel, de bouwwerkzaamheden ook.

Ik vrees dat de stukken illustratief zijn voor wat ik vaker hoor: de toepassing van de Natuurbeschermingswet is een

showstopper

, of in ieder geval een

showvertrager

. Begrijp me goed, ik houd van natuur, duurzaamheid en het klimaat. Dus van mij geen grappen over de huismus, de gierzwaluw of de vleermuis. Als je een pand wilt slopen of renoveren waar dieren hun nest in hebben gebouwd, moet je het verlies van hun verblijfplaats compenseren. Al helemaal bij enigszins zeldzame dieren.

Daar zijn ook allerlei mogelijkheden voor. In de vorm van alternatieve plekken waar vleermuizen in kunnen kruipen als zij hun winterslaap willen houden, of gierzwaluwen als zij willen nestelen. Er zijn kortom praktische oplossingen denkbaar om te compenseren wat mogelijk verloren gaat als je renoveert of sloopt.

Laten we nou eens overleggen hoe we oplossingen kunnen realiseren, die we standaard kunnen toepassen, zodat het aantal nestelmogelijkheden niet terugloopt. Dat is echt niet zo moeilijk. Je kunt die nestelmogelijkheden gewoon direct meenemen in het ontwerp van het gebouw. En het ontwerp van de omgeving van het gebouw.

De benadering van de RVO heeft niks te maken met ondernemerschap, dit is frustreren. We willen toch voort maken met bouw, om de woningnood te verhelpen? We willen toch vaart maken met verduurzamen? Dit is niet kijken hoe het wél kan, maar zorgen dat het níet kan. Ik weet niet wat de motivatie is van dit deel van de RVO, maar ik weet wel dat ook de gierzwaluw hier op de lange termijn niets mee opschiet. Hopelijk doen de provincies het beter,

nu zij een grotere rol krijgen

.

Gedragscode Wet Natuurbescherming

In Trouw van 18 oktober 2017 staat een

artikel over de gedragscode Wet Natuurbescherming

, ontwikkeld door de Stroomversnelling (samenwerkingsverband van onder meer corporaties en bouwers voor de ontwikkeling van nul-op-de-meterwoningen). De gedragscode is bedoeld om vertraging als gevolg van onderzoek en vergunningsaanvragen te voorkomen. Ecologische adviesbureaus zeggen zich zorgen te maken over de mogelijke gevolgen voor onder meer vleermuizen. Voorzitter Leen van Dijke van de Stroomversnelling bestrijdt de kritiek in het artikel: Met de code omzeilen we de vertragende obstakels van de vergunningverleningen. En inderdaad, uitgebreid onderzoek vooraf is niet meer nodig. Dat zal een bittere pil zijn voor bureaus die hun geld hieraan verdienen.

Artikel delen