Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Beantwoording Kamervragen over het bericht ‘Scholen moeten vijf keer zo hard verduurzamen als ze nu doen’

Minister Wiebes beantwoordt mede namens minister van Engelshoven (OCW) en minister Ollongren (BZK) de vragen over het bericht 'Scholen moeten vijf keer zo hard verduurzamen als ze nu doen'.

13 juni 2019

Nieuws

1

Bent u bekend met het bericht Scholen moeten vijf keer zo hard verduurzamen als ze nu doen?

Antwoord

Ja.

2

Klopt het dat slechts honderd scholen per jaar energiezuinig worden gemaakt en maar liefst drieduizend schoolgebouwen energielabel G hebben? Deelt u de mening dat het zowel in het belang is van de energierekening van de scholen als het klimaat is dat scholen weinig energie verbruiken? Ziet u dit ook als een kans om leerlingen te onderwijzen over energie?

Antwoord

Uit de databank energiecijfers blijkt dat 2500 onderwijsgebouwen in 2018 een geregistreerd energielabel hebben, waarvan 1300 een groen label (A, B of C) en 500 een label G. Ook blijkt daaruit dat in 2017 (de meest recent beschikbare gegevens) in bijna 20% van de onderwijsgebouwen één of meerdere isolatiemaatregelen is genomen. De gehele gebouwde omgeving staat voor de opgave om in 2050 CO2-arm te worden. Schoolgebouwen zijn een onderdeel van die gebouwde omgeving. In het ontwerp-Klimaatakkoord zijn hiertoe diverse afspraken gemaakt met onder andere de koepelorganisaties PO-raad en VO-raad. Deze afspraken zijn in het antwoord op vraag 4 beschreven. Minder energieverbruik van scholen leidt tot een lagere energierekening en is goed voor het klimaat. Overigens zijn voor de verdergaande verduurzaming van schoolgebouwen soms aanvullende maatregelen nodig, waardoor het positieve effect op de totale kosten afneemt of zelfs teniet kan worden gedaan. Kerndoelen geven aan wat leerlingen in een bepaald deel van hun opleiding moeten kennen en kunnen. Deze doelen worden vastgesteld door de minister van OCW en/of de minister van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media. De scholen zijn zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop ze invulling geven aan de kerndoelen. In de kerndoelen is onder andere opgenomen dat leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu, leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind en leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden/werden om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken.

3

Op welke wijze voert u de motie-Van der Lee/Dik-Faber over de Schooldakrevolutie (Kamerstuk 34902, nr. 5) uit?

Antwoord

De minister van BZK is verantwoordelijk voor de uitvoering van de motie Van der Lee/Dik-Faber over de Schooldakrevolutie. In de brief van 15 november 2018 heeft de minister van BZK aangegeven op welke wijze DGKE-WO / 19128948 deze motie wordt uitgevoerd.

4

Bent u bereid om meer actie te ondernemen om scholen te stimuleren te verduurzamen? Zo ja, welke acties gaat u ondernemen?

Antwoord

In het ontwerp-Klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt om tot een CO2-reductie in de gebouwde omgeving te komen. De afspraken omvatten onder meer:

  • een additionele reductieopgave van 1 Mton CO2 in de bestaande utiliteitsbouw om de doelen voor 2030 te halen.

  • een wettelijke eindnorm voor de energieprestatie van gebouwen in 2050, die leidt tot CO2-arme utiliteitsbouw in 2050.

  • dat twaalf sectoren in het maatschappelijk vastgoed, waaronder primair en voortgezet onderwijs, een sectorale routekaart opstellen met betrekking tot het CO2-arm maken van hun vastgoed.

Het kabinet heeft al een aantal maatregelen genomen die scholen stimuleren om te verduurzamen, zoals:

  • Het Activiteitenbesluit van de Wet Milieubeheer verplicht om nadelige gevolgen voor het milieu zoveel mogelijk te voorkomen. Daarin is de verplichting vastgelegd om bij een jaarlijks verbruik van ten minste 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 aardgasequivalent per inrichting alle energiebesparende maatregelen te realiseren met een terugverdientijd van kleiner of gelijk aan 5 jaar. In de praktijk geldt deze verplichting over het algemeen voor de scholen in het voortgezet onderwijs en de grotere scholen in het primair onderwijs. Om instellingen en bedrijven te stimuleren met energiebesparing aan de slag te laten gaan, zijn lijsten met maatregelen per sector opgesteld. Die lijsten zijn er dus ook voor onderwijsinstellingen. Deze Erkende Maatregelenlijsten (EML) zijn begin 2019 geactualiseerd en verduidelijken voor onderwijsinstellingen hoe zij invulling kunnen geven aan hun energiebesparingsplicht.

Daarnaast moeten de onderwijsinstellingen die de reeds bestaande energiebesparingsverplichting hebben, uiterlijk op 1 juli 2019 hun energiegebruik en getroffen energiebesparende maatregelen rapporteren via het eLoket bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Deze informatieplicht energiebesparing heeft als doel bedrijven en instellingen te stimuleren aan de slag te gaan met energiebesparing. De informatieplicht maakt het ook voor het bevoegde gezag mogelijk om informatiegestuurd toezicht te houden en aandacht te besteden aan de bedrijven en instellingen waar energiebesparing te realiseren is.

  • De Green Deal Scholen beoogt een gezonde leer- en werkomgeving voor leerlingen en medewerkers te creëren, in een voor een in schoolbesturen betaalbaar gebouw. Deze Green Deal heeft ruim tachtig praktijkervaringen verzameld. Vijftien daarvan zijn als steekproef nader onderzocht om een onderlinge vergelijking mogelijk te maken van het waargenomen elektraverbruik (voor en na het doorvoeren van de energiebesparende DGKE-WO / 19128948 maatregelen), de doorgevoerde kwaliteitsverbeteringen, de kostenverdeling, de toegepaste financieringsvorm als ook de effecten op de exploitatie en klimaatdoelstellingen. Deze informatie is beschikbaar op de website www.greendealscholen.nl.

  • In 2018 is het Innovatieprogramma Aardgasvrije en Frisse basisscholen van start gegaan (Kamerstuk 35000-VII-72), gericht op de ontwikkeling van repeteerbare verduurzamingsconcepten voor de renovatie van basisscholen tegen lagere kosten. In dit programma leren gemeenten en schoolbesturen hoe een bestaand schoolgebouw succesvol van het aardgas af kan worden gehaald, hoe het binnenklimaat verbeterd kan worden en hoe de energierekening omlaag kan gaan. Uit de ingediende projectvoorstellen heeft de minister van BZK 11 gemeenten geselecteerd die een financiële stimulans van 350.000 euro ontvangen voor de aardgasvrije en frisse renovatie van een basisschool. De niet-geselecteerde gemeenten en scholen blijven betrokken bij het ondersteuningsprogramma, zodat de kennis en ervaring die bij de geselecteerde gemeenten en schoolbesturen wordt opgedaan breed wordt gedeeld en toegepast.

  • Daarnaast is op 16 april 2019 vanuit BZK het nieuwe programma Scholen besparen energie gelanceerd. Dit programma ondersteunt schoolbesturen met kleine energiebesparende maatregelen. Schoolbesturen kunnen hiervoor kosteloos gebruik maken van een Energiebespaarder. De focus ligt hierbij op maatregelen die weinig geld kosten en waarmee schoolbesturen relatief veel geld kunnen besparen. Denk bijvoorbeeld aan het inzichtelijk maken van het energieverbruik, het minimaliseren van sluimerverbruik en het energiezuinig inregelen van de verwarming. Ook aan de slag gaan met energiebesparend gedrag samen met leerlingen en leerkrachten hoort daarbij. Daarnaast worden in dit programma de maatregelen uit de EML ook onder de aandacht gebracht van scholen die niet hoeven te voldoen aan het Activiteitenbesluit van de Wet Milieubeheer.

5

Bent u bereid om bij de nieuwbouw van scholen expliciete eisen te stellen aan duurzaamheid?

Antwoord

In het Bouwbesluit, dat ook van toepassing is op scholen, is rekening gehouden met eisen ten aanzien van duurzaamheid. Het is vooralsnog niet nodig daarbovenop extra maatregelen te nemen ten aanzien van de nieuwbouw van scholen.

6

Bent u bereid om in overleg te treden met gemeenten en schoolbesturen over hoe zij al op korte termijn meer duurzaamheidsmaatregelen kunnen nemen?

Antwoord

Zoals uit de antwoorden op vraag 2 en 4 blijkt, lopen er verschillende initiatieven, wetten en regels op het gebied van energiebesparing, die zijn afgestemd of worden ondersteund door gemeenten en schoolbesturen.

7

Ziet u mogelijkheden om scholen, maar ook ziekenhuizen en andere maatschappelijke organisaties, te ontzorgen zodat zij ook verduurzamen wanneer dit geen topprioriteit heeft binnen de organisatie? Kunt u er bijvoorbeeld voor zorgen dat de warmte- installaties van al deze gebouwen waterzijdig ingeregeld zijn, bijvoorbeeld bekostigd via de klimaatenveloppe?

Antwoord

Allereerst doet het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) onderzoek naar de mogelijkheden om waterzijdig inregelen op de EML te zetten. Waterzijdig inregelen houdt in dat de radiatoren van een cv-installatie dusdanig worden ingesteld dat door alle radiatoren precies de hoeveelheid warm water stroomt die nodig is om die ruimte optimaal te verwarmen. Gekeken wordt voor welke bedrijfstakken deze maatregel een terugverdientijd van vijf jaar of minder heeft en welke randvoorwaarden relevant zijn. Hiermee geeft de minister van EZK invulling aan de motie van Van der Lee (Kamerstuk 35000-XIII, nr. 26). Ten tweede wordt er door de minister van BZK gekeken of er in het kader van de implementatie van de herziening van de Europese richtlijn Energieprestatie van Gebouwen (2018/844) eisen kunnen worden gesteld aan het installeren, dimensioneren, afstellen en de regelbaarheid van verwarmingssystemen die nieuw worden geïnstalleerd, vervangen of verbeterd. De herziening van deze richtlijn moet uiterlijk 10 maart 2020 zijn geïmplementeerd. Ten derde is vanuit de klimaatenvelop geld beschikbaar gesteld om een kennis- en innovatieplatform verduurzaming maatschappelijk vastgoed op te richten. Dit platform gaat maatschappelijke sectoren ondersteunen bij de uitvoering van de sectorale routekaarten.

8

Heeft u acties ondernomen naar aanleiding van de conclusie van het rapport 'Schoolgebouwen, de praktijk gecheckt' van de Algemene Rekenkamer, die in 2016 stelde dat de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap er verstandig aan zou doen om ambities van het Rijk over onderwijshuisvesting helder te formuleren en vast te leggen? Is dat gebeurd? Zo nee, ziet u nu redenen om dit wel te doen?

Antwoord

Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 en 4 is er in het ontwerp- Klimaatakkoord gezamenlijk afgesproken om de gebouwde omgeving CO2-arm te maken in 2050 en dat er een norm komt voor de bestaande utiliteitsbouw. Verder maken sectoren in het maatschappelijk vastgoed, zoals primair en voorgezet onderwijs en de gemeenten, een sectorale routekaart om hun vastgoed richting 2050 CO2-arm te maken. Schoolbesturen en gemeenten geven op basis daarvan invulling aan hun gezamenlijke verantwoordelijkheid door de schoolgebouwen aan te pakken.

9

Is bekend wanneer het nieuwe onderzoek van Berenschot over onderwijshuisvesting naar de Kamer wordt gestuurd?

Antwoord

Op 13 december 2017 heb ik u de Monitor onderwijshuisvesting gestuurd (Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 115) die is uitgevoerd door Regioplan en Inspectrum. Het is mijn voornemen in 2022 opnieuw een Monitor onderwijshuisvesting aan u aan te bieden.

Artikel delen