Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Antwoord op vragen over overklauterbaarheid vloerafscheidingen Bouwbesluit 2012

Per 1 april 2014 treedt een aantal wijzigingen van het Bouwbesluit 2012 in werking, waaronder een aanvulling op artikel 2.20 (zie vet gedrukte tekst).

Rijksoverheid 26 February 2014

Nieuws

Per 1 april 2014 treedt een aantal wijzigingen van het Bouwbesluit 2012 in werking, waaronder een aanvulling op artikel 2.20 (zie vet gedrukte tekst).

Artikel 2.20 Overklauterbaarheid

  • Een afscheiding als bedoeld in artikel 2.17 of een constructieonderdeel dat, een installatie die of een onderdeel van een installatie dat aan of naast een dergelijke afscheiding is geplaatst heeft, ter voorkoming van het overklauteren, geen opstapmogelijkheden tussen 0,2 m en 0,7 m boven een vloer, een tredevlak of een vloer van een hellingbaan. (geldt voor alle gebruiksfuncties behalve een industriefunctie en een bouwwerk geen gebouw zijnde)

  • Het eerste lid is niet van toepassing op een vloer, een tredevlak of een vloer van een hellingbaan, of een gedeelte daarvan, niet bestemd voor kinderen jonger dan 12 jaar. (geldt voor alle gebruiksfuncties behalve een woonfunctie, een bijeenkomstfunctie voor kinderopvang, een industriefunctie, een onderwijsfunctie voor basisonderwijs, en een bouwwerk geen gebouw zijnde)

Hiermee wordt het werkingsgebied van het voorschrift verruimd met andere constructieonderdelen, installaties en installatieonderdelen aan of naast de vloerafscheiding. In de nabijheid van een vloerafscheiding mag zich dus geen constructieonderdeel of een installatieonderdeel bevinden dat gebruikt kan worden als opstapmogelijkheid om over die vloerafscheiding te komen. Deze wijziging is de aanleiding om in dit artikel het nieuwe perspectief aan de hand van een aantal veelgestelde vragen onder de aandacht te brengen.

Vraag:

Artikel 2.20 geeft aan dat de vloerafscheiding geen opstapmogelijkheden mag hebben tussen 0,2 m en 0,7 m. In een bouwplan heeft de architect voor de balustrade van een balkon gekozen voor een ruitvormig vlechtwerk van staaldraad. Zijn overweging is dat in de ruiten slechts een klein gedeelte van een kinderschoen past, en dat er daarom geen sprake is van opstapmogelijkheden. Heeft de architect gelijk?

Antwoord:

De eis over opstapmogelijkheden is een functionele eis. Dat betekent dat alleen het bevoegd gezag (de gemeente) die het bouwplan beoordeelt, hier een uitspraak over kan doen. De helpdesk kan dit niet beoordelen. Hoewel juridisch gezien het voorschrift  zich richt op opstapmogelijkheden in het algemeen, blijkt uit de Toelichting dat het met name om kleine kinderen gaat. Bij de eis van overklauterbaarheid moet dus vooral gedacht worden aan ieder bouwkundig detail, gelegen tussen 0,2 en 0,7 m boven de vloer, waarop kindervoetjes steun kunnen vinden. Voor openingen in de vloerafscheiding wordt soms een grenswaarde tussen de 25 mm en 35 mm gehanteerd als maximale afmeting voor kinderschoentjes. Het feit dat het kindervoetje in een ruitvormige opening past hoeft overigens nog niet te zeggen dat dit een effectieve opstapmogelijkheid is.

Vraag:

Moet een onder een raam aangebrachte radiator, waarvan de bovenkant zich op 0,68 m boven de vloer bevindt, als een opstapmogelijkheid worden beschouwd?

Antwoord:

Voorheen was het antwoord op deze vraag ontkennend, omdat het voorschrift van overklauterbaarheid zich richt op het voorkómen van opstapmogelijkheden van constructieonderdelen en niet van meubilair of installatieonderdelen zoals een radiator of de buizen van een centrale verwarmingsinstallatie (zie ook de Toelichting op het huidige artikel 2.20). Door de wijziging van het Bouwbesluit per 1 april 2014 wordt expliciet geregeld dat het voorschrift voortaan ook geldt voor installatieonderdelen. Staat bij een vloerafscheiding een radiator, dan moeten bij een toets aan artikel 2.20 ook die radiator en de aansluitleidingen daarvan worden meegenomen. Of de radiator daadwerkelijk wordt aangemerkt als opstapmogelijkheid is ter beoordeling van de gemeente. Dit wil niet zeggen dat er geen radiator meer onder een raam mag zijn geplaatst. Er zijn verschillende manieren om te voorkomen dat een radiator als opstapmogelijkheid kan functioneren, zoals een vensterbank die zo ver over de radiator uitsteekt dat, bij een klimpoging, de kindervoetjes niet meer bij de radiator kunnen.

Vraag:

Het betreft een parkeergarage met hoogste verdiepingsvloer boven de 13  meter. De vloerafscheiding bestaat uit een borstwering van 1,2 m hoog. Hiervoor zit een vangrail. Volgens artikel 2.20 lid 2 geldt dat als een vloer niet bedoeld is voor kinderen jonger dan 12 jaar, lid 1 niet geldt. En op zich is een parkeergarage niet bedoeld voor kinderen jonger dan 12 jaar, zou je kunnen redeneren. Is de eis voor het niet mogen hebben van een opstapmogelijkheid (vangrail) ook van toepassing bij een parkeergarage?

Antwoord:

De eis van artikel 2.20 lid 2 van het Bouwbesluit 2012 heeft betrekking op gebruiksfuncties die niet bestemd zijn voor kinderen jonger dan 12 jaar. In beginsel is het de gemeente die beoordeelt of het aannemelijk is of een gebruiksfunctie al dan niet bestemd is voor kinderen jonger dan 12 jaar. Naar ons oordeel is een parkeergarage bestemd voor kinderen jonger dan 12 jaar, indien op die parkeergarage een of meer gebruiksfuncties (al dan niet in een ander gebouw of op een ander perceel gelegen) zijn aangewezen die geheel of gedeeltelijk bestemd zijn voor kinderen jonger dan 12 jaar.

Door

Rijksoverheid

Gerelateerde informatie:

Artikel delen