Het kabinet steekt 200 miljoen euro in de verkleining van de varkenssector in gebieden waar stankoverlast bestaat. Het geld gaat naar varkenshouders die willen stoppen en varkenshouders die door innovatie de uitstoot omlaag willen brengen.
Aanpak langs twee sporen
Het eerste spoor gaat over het op korte termijn verminderen van de geuroverlast door varkensbedrijven in veedichte gebieden door het saneren en beëindigen van locaties of bedrijven die willen stoppen. Het gaat om varkensbedrijven met een grote geurimpact op omwonenden in de concentratiegebieden Zuid en Oost van de Meststoffenwet. Hiervoor is een besteding voorzien van 120 miljoen.
Het tweede spoor gaat over de ontwikkeling van en investeringen in nieuwe stal- en houderijsystemen. Deze innovatie en verduurzaming voor de varkens-, pluimvee- en melkgeitenhouderij is voor de middellange en lange termijn gericht op een forse reductie en het brongericht voorkomen van schadelijke emissies uit stallen. In totaal is voor innovaties en brongerichte verduurzaming een besteding van 60 miljoen voorzien.
Flankerend beleid
Naast sanering en verduurzaming zijn ook maatregelen nodig die voorkomen dat bedrijven en stallen leeg komen te staan. Verrommeling van het platteland moet worden voorkomen. Er wordt gedacht aan ondersteuning op het gebied van herbestemming van de grond met eventueel aanvullende instrumenten voor sloop en asbestsanering, schuldsanering, begeleiding van werk naar werk en scholing. Gemeenten, provincies, banken en de sector spelen hierbij een rol.
Daarnaast neemt het Ministerie van IenW het initiatief voor vervolgoverleg over de mogelijkheden van een Algemene Periodieke Keuring (APK) voor bestaande stallen en het beter toepassen van de best beschikbare technieken (BBT). Daarmee kan de overlast van bestaande situaties worden aangepakt.
Regeling
Het ministerie van LNV gaat de hoofdlijnen van de aanpak samen met de VNG, de betrokken provincies en de coalitie Vitalisering Varkenshouderij, komend najaar concretiseren. We verwachting de regelingen de eerste helft van 2019 te publiceren.
Meer informatie