In 2019 stopten opmerkelijk veel wethouders, zo konden we de afgelopen dagen lezen in een bericht van Binnenlands Bestuur. Jeroen van Gool, directeur van de Wethoudersvereniging ziet hier een aantal oorzaken voor. ‘Er zijn veel taken bijgekomen, maar niet veel budget. Die druk rust ook op de schouders van wethouders, en kan spanning op het college zetten.’
De Wethoudersvereniging ziet vaker dat in het tweede en derde jaar van een bestuursperiode een piek te zien is in het aantal terugtredende wethouders. Van Gool: ‘Maar kijk je naar de cijfers van de recente cijfers, dan begint deze periode eerder en loopt hij ook langer door. Er waait duidelijk een andere wind, waarin het ambt van wethouder structureel onder druk staat.”
Juist omdat colleges en wethouders onder steeds grotere druk staan, ziet de Wethoudersvereniging meer dan ooit de noodzaak tot reflectie, intervisie, opleiding en investeren in het team dat een college is. Van Gool: ‘We zien dat die wethouders die de ruimte nemen voor reflectie beter in staat zijn te voorkomen dat problemen onbewust doorsudderen tot een kookpunt.’
Een ander probleem dat we als vereniging signaleren, is dat steeds meer bestuurders in deeltijd betaald krijgen, maar in de praktijk een meer dan voltijds invulling (geacht worden te) geven aan hun wethouderschap. De Wethoudersvereniging roept ertoe op om, net als bij het burgemeesterschap, het wethouderschap dan ook een voltijds waardering te geven.
Met een steeds hogere druk door meer taken en minder budget, is de druk op wethouders sterk toegenomen en ontstaan er spanningen in colleges. De decentralisatie van zorgtaken ging met een forse bezuinigingsopgave gepaard. Omdat gemeenten toch zorg willen blijven leveren, wordt het gat in de zorgbegroting gedicht met het geld dat eigenlijk voor andere doelen was bestemd. Dat levert spanningen op in de coalities en colleges.
De Wethoudersvereniging is van mening dat we er voor moeten waken dat het uiteindelijke resultaat van deze toegenomen druk op colleges en ambtsdragers ertoe zou kunnen lijden dat mensen niet meer voor dit mooie ambt kiezen. ‘Iedere wethouder die ik spreek, is dolenthousiast over het ambt, de rol die hij of zij voor inwoners mag spelen en de voldoening die zij hieruit halen. De rechtspositie is versoberd, wethouders maken lange dagen en alles wat ze doen lift onder het vergrootglas waardoor het afbreukrisico is toegenomen. Waarom zouden ze dan hun kop boven het maaiveld uitsteken? Laten we dit mooie ambt aantrekkelijk houden, zodat mensen ervoor blijven kiezen hun loopbaan te verrijken door de publieke zaak te dienen!’ Aldus de oproep van Van Gool.