locatie Rotterdam
zaaknummer: 10641625 CV EXPL 23-21813
datum uitspraak: 8 december 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Stichting ServiceOrganisatie Directe Aansprakelijkstelling (SODA),
vestigingsplaats: Amersfoort,
eiseres,
gemachtigde: gerechtsdeurwaarder [naam 1],
tegen
Marilia B.V.,
vestigingsplaats: Vlaardingen,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘SODA’ en ‘Marilia’ genoemd.
1.1.Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
de dagvaarding van 11 juli 2023, met bijlagen;
het antwoord;
de repliek, met bijlagen;
1.2.Marilia heeft niet gereageerd op de repliek, hoewel zij daartoe in de gelegenheid is gesteld.
2.1.SODA eist samengevat:
Marilia te veroordelen aan haar te betalen € 120,12 met rente;
Marilia te veroordelen in de proceskosten;
het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 79,94, rente van € 0,18 (berekend tot en met 8 juni 2023) en buitengerechtelijke kosten van € 40,-.
2.2.SODA baseert de eis op het volgende. Op 5 november 2022 zijn er door een consument, [naam 2], via de website www.vanhorden.com van Marilia goederen besteld en betaald voor een bedrag van € 79,94. De goederen zijn niet geleverd. De consument wenst het betaalde bedrag daarom retour te ontvangen. Hiervoor heeft de consument de hulp ingeschakeld van www.nietbezorgd.nl en SODA en de vordering door lastgeving overgedragen. SODA maakt aanspraak op de wettelijke rente over het bedrag en op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten.
2.3.Marilia is het niet eens met de eis en voert het volgende aan. Zij is niet bekend met de website www.vanhorden.com. De domeinnaam en het bestelnummer komen ook niet bekend voor. Marilia betwist dat zij eigenaar is (geweest) van de genoemde webshop.
3.1.SODA heeft de vordering onderbouwd met een betaalbewijs van de consument, waaruit blijkt dat op 5 november 2022 een betaling van € 79,94 aan Marilia is overgemaakt. Marilia heeft niet betwist dat zij deze betaling heeft ontvangen. Bij repliek heeft SODA nog meer stukken overgelegd waaruit volgens haar kan worden opgemaakt dat de website van Marilia was. SODA heeft daarmee haar vordering voldoende onderbouwd. Marilia is in de gelegenheid gesteld om nog te reageren, maar dat heeft zij niet gedaan. Daarom wordt uitgegaan van de juistheid van de stellingen van SODA en wordt de vordering toegewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten en rente
3.2.De buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW). De rente wordt toegewezen, omdat SODA genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en Marilia dat niet heeft betwist.
Proceskosten
3.3.Marilia krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van SODA tot vandaag vast op € 109,44 aan dagvaardingskosten, € 128,- aan griffierecht en € 78,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 39,-). Dit is totaal € 315,44. Voor kosten die SODA maakt na deze uitspraak moet Marilia een bedrag betalen van € 19,50 (1/2 punt x € 39,-). Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
3.4.Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).
De kantonrechter:
4.1.veroordeelt Marilia om aan SODA te betalen € 120,12 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 79,94 vanaf 9 juni 2023 tot de dag dat volledig is betaald;
4.2.veroordeelt Marilia in de proceskosten, die aan de kant van SODA tot vandaag worden vastgesteld op € 315,44;
4.3.verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.F. Milders en in het openbaar uitgesproken.
932