HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/03232
Datum 2 februari 2024
ARREST
In de zaak van
1. IV-GROEP B.V.,
gevestigd te Papendrecht,
2. IV-INFRA B.V.,
gevestigd te Papendrecht,
3. IV-CONSULT B.V.,
gevestigd te Papendrecht,
4. NEVESBU B.V.,
gevestigd te Papendrecht,
5. IV-OIL & GAS B.V.,
gevestigd te Papendrecht,
6. IV-WATER B.V.,
gevestigd te Zwijndrecht,
7. IV-INDUSTRIE B.V.,
gevestigd te Papendrecht,
8. ESCHER PROCES MODULES B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
9. IV-BOUW B.V.,
gevestigd te Papendrecht,
EISERESSEN tot cassatie,
hierna gezamenlijk: IV-Groep c.s.,
advocaat: M.W. Scheltema,
tegen
SRLEV N.V.,
gevestigd te Alkmaar,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Zwitserleven,
advocaat: R.L.M.M. Tan.
Voor het verloop van het geding tot dusver verwijst de Hoge Raad naar:
a. zijn arrest in de zaak 19/00186 van 18 december 2020 (ECLI:NL:HR:2020:2099);
b. het arrest in de zaak 200.291.998/01 van het gerechtshof Den Haag van 31 mei 2022.
IV-Groep c.s. hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Zwitserleven heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor IV-Groep c.s. mede door J.B.B. Heinen, en voor Zwitserleven mede door J.R Vlek en M. Malycha.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van IV-Groep c.s. heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt IV-Groep c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Zwitserleven begroot op € 14.229,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien IV-Groep c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren C.H. Sieburgh, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op 2 februari 2024.