Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Naamgeving

De Wet milieubeheer is een in 1993 gegeven naam aan de wet die oorspronkelijk de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne werd genoemd. De Wet milieubeheer is dan ook geen opvolger van die wet, maar alleen maar een andere naam voor een bestaande wet. Wel is in 1993 de bestaande wet dusdanig gewijzigd en uitgebreid dat de wetgever het juist vond een bredere naam te geven aan de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne.

De formele citeertitel is nu: Wet milieubeheer. In de praktijk wordt de Wet milieubeheer afgekort als Wm. In het verleden gebruikte men in praktijkartikelen nog wel eens de afkorting Wmb, maar de afkorting Wm is nu overal wordt ingeburgerd.

Dynamische wet

De oorspronkelijke wet heeft in het Staatsblad gestaan als Wet van 13 juni 1979, houdende regelen met betrekking tot een aantal algemene onderwerpen op het gebied van de milieuhygiëne. Van deze wet uit 1979 zijn in 2013 nog maar drie bepalingen (op vernummering na) ongeschonden (de artikelen 21.2, 21.8 en 22.3). Daarnaast zijn er naast deze drie nog twaalf bepalingen die van meet af aan in de wet hebben gestaan, maar wel al dan niet drastisch zijn gewijzigd. Het gaat om de artikelen 13.1, 13.4, 13.6, 14.1, 14.2, 14.3, 14.4, 19.1b, 19.3, 19.4, 19.5 en 22.2.

De Wet milieubeheer kan dan ook als zeer dynamisch worden beschouwd. Ze is in de 33 jaar van haar bestaan (op 1 september 2013) 207 keer gewijzigd, dat is gemiddeld om de twee maanden.

Structuur van de Wet milieubeheer

De Wet milieubeheer bestaat uit 21 hoofdstukken, waarin 591 bepalingen staan. Hoofdstuk 3 en 6 zijn niet ingevuld, terwijl er na hoofdstuk 11 een hoofdstuk 11a is ingevoegd. Naast 591 bepalingen kent de Wet milieubeheer twee bijlagen.

In tabel 1 wordt de structuur van de Wet milieubeheer gegeven. Tevens is aangeduid welke artikelen zich in een titel, afdeling, paragraaf of subparagraaf bevinden.

Tabel 1: Structuur van de Wet milieubeheer

Artikelen

Hoofdstuk 1. Algemeen

§ 1.1. Algemeen1.1, 1.1a

§ 1.2. De provinciale milieuverordening1.2, 1.2a, 1.3, 1.3a, 1.3b, 1.3c, 1.4

Hoofdstuk 2. Zelfstandige bestuursorganen en adviesorganen

§ 2.1. De Nederlandse emissieautoriteit2.1, 2.2, 2.3, 2.5, 2.7, 2.8, 2.9,

2.16, 2.16a

§ 2.2. De Commissie voor de milieueffectrapportage2.17, 2.18, 2.19, 2.21, 2.22,

2.23, 2.24

§ 2.3. De Commissie genetische modificatie2.26, 2.27, 2.28, 2.29, 2.30,

2.31, 2.32, 2.33, 2.34, 2.35,

2.36, 2.37, 2.38, 2.39, 2.40

§ 2.4. De provinciale milieucommissie2.41

Hoofdstuk 4. Plannen

§ 4.1. Algemeen4.1, 4.1a, 4.1b, 4.2, 4.2a, 4.2b

§ 4.2. Het nationale milieubeleidsplan4.3, 4.4, 4.5, 4.6

§ 4.4. Het provinciale milieubeleidsplan4.9, 4.10, 4.11, 4.12

§ 4.5a. Het regionale milieubeleidsplan4.15a

§ 4.6. Het gemeentelijke milieubeleidsplan4.16, 4.17, 4.18, 4.19

§ 4.8. Het gemeentelijke rioleringsplan4.22, 4.23

Hoofdstuk 5. Milieukwaliteitseisen

Titel 5.1. Algemene bepalingen ten aanzien van

milieukwaliteitseisen5.1, 5.2, 5.2b, 5.3, 5.4, 5.5

Titel 5.2. Luchtkwaliteitseisen

§ 5.2.1. Algemene bepalingen5.6, 5.7

§ 5.2.2. Plannen5.9, 5.11

§ 5.2.3. Nationaal programma en overige programma's5.12, 5.12a, 5.12b, 5.13, 5.14, 5.15

§ 5.2.4. Uitoefening van bevoegdheden of toepassing van

wettelijke voorschriften5.16, 5.16a, 5.17, 5.18

§ 5.2.5. Beoordeling van de luchtkwaliteit5.19, 5.20, 5.21, 5.22

§ 5.2.6. Handhaving en internationale samenwerking5.24

Hoofdstuk 7. Milieueffectrapportage

§ 7.1. Algemeen7.1

§ 7.2. Plannen en besluiten ten aanzien waarvan het maken

van een milieueffectrapport verplicht is7.2, 7.2a, 7.3, 7.6

§ 7.3. Het milieueffectrapport dat betrekking heeft op een plan7.7

§ 7.4. De voorbereiding van een milieueffectrapport dat

betrekking heeft op een plan7.8, 7.9, 7.10

§ 7.5. Het plan7.11, 7.12, 7.13, 7.14, 7.15

§ 7.6. Besluiten ten aanzien waarvan moet worden beoordeeld

of een milieueffectrapport moet worden gemaakt7.16, 7.17, 7.18, 7.19, 7.20

§ 7.7. Het milieueffectrapport dat betrekking heeft op een

besluit7.21, 7.22, 7.23

§ 7.8. De beperkte voorbereiding inzake het milieueffectrapport

dat betrekking heeft op een besluit7.24, 7.25, 7.26

§ 7.9. De uitgebreide voorbereiding inzake het

milieueffectrapport dat betrekking heeft op een besluit7.27

§ 7.10. Het besluit7.28, 7.29, 7.30, 7.32, 7.35,

7.36, 7.36a, 7.37, 7.38

§ 7.11. Activiteiten met mogelijke grensoverschrijdende

milieugevolgen7.38a, 7.38d, 7.38e, 7.38g

§ 7.12. Evaluatie7.39, 7.41, 7.42

Hoofdstuk 8. Inrichtingen

Paragraaf 8.18.40, 8.40a, 8.41, 8.41a, 8.42,

8.42a, 8.42b, 8.43

Paragraaf 8.28.47, 8.47a, 8.48, 8.49, 8.50, 8.51

Paragraaf 8.38.52, 8.53

Hoofdstuk 9. Stoffen en produkten

Titel 9.1. Algemeen9.1.1

Titel 9.2. Stoffen, preparaten en genetisch gemodificeerde

organismen

§ 9.2.1. Algemeen9.2.1.1, 9.2.1.2, 9.2.1.3, 9.2.1.4,

9.2.1.5

§ 9.2.2. Maatregelen9.2.2.1, 9.2.2.2, 9.2.2.3, 9.2.2.4,

9.2.2.5, 9.2.2.6, 9.2.2.6a, 9.2.2.7

§ 9.2.3. Verpakking, aanduiding en aanbeveling9.2.3.1, 9.2.3.2, 9.2.3.3,9.2.3.4,

9.2.3.5

Titel 9.3. De EG-verordening registratie, evaluatie en autorisatie

van chemische stoffen9.3.1, 9.3.2, 9.3.3

Titel 9.3a. De EG-verordening indeling, etikettering en

verpakking van stoffen en mengsels9.3a.1, 9.3a.2, 9.3a.3, 9.3a.4

Titel 9.4. De EG-richtlijn ecologisch ontwerp

energiegerelateerde producten9.4.1, 9.4.2, 9.4.3, 9.4.4, 9.4.5,

9.4.6, 9.4.7, 9.4.8

Titel 9.5. Overige bepalingen met betrekking tot stoffen,

preparaten en producten9.5.1, 9.5.2, 9.5.3, 9.5.4, 9.5.5,

9.5.6

Titel 9.6. De EG-richtlijn ter bevordering van schone en

energiezuinige wegvoertuigen9.6.1

Hoofdstuk 10. Afvalstoffen

Titel 10.1. Algemeen10.1, 10.1a, 10.2

Titel 10.2. Het afvalbeheerplan10.3, 10.4, 10.5, 10.6, 10.7,

10.8, 10.9, 10.10, 10.11, 10.12,

10.13, 10.14

Titel 10.4. Het beheer van huishoudelijke en andere

afvalstoffen10.21, 10.22, 10.23, 10.24,

10.25, 10.26, 10.27, 10.28,

10.29

Titel 10.5. Het zich ontdoen, de inzameling en het transport

van afvalwater10.29a, 10.31, 10.32, 10.32a,

10.33, 10.34, 10.35

Titel 10.6. Het beheer van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke

afvalstoffen

§ 10.6.1. De afgifte en ontvangst van bedrijfsafvalstoffen en

gevaarlijke afvalstoffen10.36, 10.37, 10.38, 10.39, 10.40,

10.40a, 10.41, 10.42, 10.43

§ 10.6.2. Het vervoer van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke

afvalstoffen10.44

§ 10.6.3. De inzameling van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke

afvalstoffen10.45, 10.46, 10.47, 10.48, 10.49

§ 10.6.4. Verdere bepalingen omtrent het beheer van

bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen10.50, 10.51, 10.52, 10.53,

10.54, 10.54a, 10.55

Titel 10.7. Het overbrengen van afvalstoffen binnen, naar en uit

de Europese Gemeenschap10.56, 10.57, 10.58, 10.59,

10.60

Titel 10.8. Verdere bepalingen10.61, 10.63, 10.64

Hoofdstuk 11. Geluid

Titel 11.1. Algemeen11.1, 11.2, 11.3

Titel 11.2. Geluidsbelastingkaarten en actieplannen

§ 11.2.1. Algemeen11.4, 11.5

§ 11.2.2. Geluidsbelastingkaarten11.6, 11.7, 11.8, 11.9, 11.10

§ 11.2.3. Actieplannen11.11, 11.12, 11.13, 11.14, 11.15

§ 11.2.4. Inlichtingen aan een andere lidstaat van de Europese

Unie11.16

Titel 11.3. Wegen en spoorwegen met geluidproductieplafonds

Afdeling 11.3.1. Algemeen11.17, 11.18, 11.19

Afdeling 11.3.2. Naleving en registratie van geluidproductieplafonds

§ 11.3.2.1. Naleving van de geluidproductieplafonds11.20, 11.21, 11.22, 11.23,

11.24

§ 11.3.2.2. Het geluidregister11.25

Afdeling 11.3.3. Vaststelling of wijziging van geluidproductieplafonds

§ 11.3.3.1. Algemeen11.27, 11.28, 11.29,

11.30

§ 11.3.3.2. Procedures voor vaststelling of wijziging van

geluidproductieplafonds11.31, 11.32, 11.33, 11.34, 11.35,

11.36, 11.37

§ 11.3.3.3. De binnenwaarde11.38, 11.39

§ 11.3.3.4. Verdere bepalingen omtrent vaststelling en wijziging

van geluidproductieplafonds11.40, 11.41, 11.42, 11.43

Afdeling 11.3.4. Geluidproductieplafonds voor op 1 juli 2012

bestaande of geprojecteerde wegen en spoorwegen

§ 11.3.4.1. Het tot stand komen van de geluidproductieplafonds11.44, 11.45, 11.46

§ 11.3.4.2. Bijzondere bepalingen met betrekking tot het wijzigen

van geluidproductieplafonds die tot stand zijn gekomen met

toepassing van artikel 11.45, eerste lid11.47, 11.48

Afdeling 11.3.5. Overschrijding van de maximale waarde11.49, 11.50, 11.51, 11.52,

11.53, 11.54, 11.55

Afdeling 11.3.6. Sanering11.56, 11.57, 11.58, 11.59,

11.60, 11.61, 11.62, 11.63,

11.64, 11.65

Afdeling 11.3.7. Overige bepalingen11.66

Hoofdstuk 11A. Andere handelingen

Titel 11A.1. Kwaliteit van werkzaamheden en integriteit van

degenen die deze werkzaamheden uitvoeren11A.1, 11A.2, 11A.3

Hoofdstuk 12. Verslag-, registratie- en meetverplichtingen

Titel 12.1. Registers beschermde gebieden12.10

Titel 12.2. Registratie gegevens externe veiligheid inrichtingen,

transportroutes en buisleidingen12.11, 12.12, 12.13, 12.14,

12.15, 12.16, 12.17

Titel 12.3. De EG-verordening PRTR en het PRTR-protocol

§ 12.3.1. Algemeen12.18

§ 12.3.2. Rapportage door inrichtingen12.19, 12.20, 12.20a, 12.20b,

12.21, 12.22, 12.23, 12.24

§ 12.3.3. PRTR12.25, 12.26, 12.27, 12.28

§ 12.3.4. Aanvullende rapportageverplichtingen12.28a

§ 12.3.5. Slotbepalingen12.29, 12.30

Titel 12.4. Registratie gegevens brandstoffen en elektriciteit

uit hernieuwbare bronnen ten behoeve van vervoer12.31, 12.32, 12.33

Hoofdstuk 13. Procedures voor vergunningen en ontheffingen

Afdeling 13.1. Algemeen13.1

Afdeling 13.2. Bijzondere bepalingen13.2, 13.3, 13.4, 13.5, 13.6,

13.8, 13.9, 13.10, 13.11

Afdeling 13.3. Afvalvoorzieningen categorie A met mogelijke

grensoverschrijdende milieugevolgen13.12, 13.13

Hoofdstuk 14. Coördinatie

§ 14.1. Coördinatie bij aanvragen om een beschikking14.1, 14.2, 14.3, 14.4

§ 14.2. Coördinatie bij het maken van een milieueffectrapport14.4a, 14.4b, 14.4c, 14.5,

14.6, 14.7, 14.8, 14.9, 14.10,

14.11, 14.12, 14.13, 14.14,

14.15, 14.16

Hoofdstuk 15. Financiële bepalingen

Titel 15.3. Voorschriften omtrent het verstrekken van subsidies15.12, 15.13, 15.14, 15.15

Titel 15.4. Vergoeding van kosten en schade15.20, 15.21, 15.22, 15.23

Titel 15.7. Keuringen15.31

Titel 15.8. Statiegeld, retourpremies15.32

Titel 15.9. Heffingen op gemeentelijk en provinciaal niveau15.33, 15.34

Titel 15.9A. Rechten15.34a

Titel 15.10. Afvalbeheersbijdragen15.35, 15.36, 15.37, 15.38,

15.39, 15.40, 15.41

Titel 15.11. Financiering van de zorg voor gesloten

stortplaatsen15.42, 15.43, 15.44, 15.45,

15.46, 15.47, 15.48, 15.49

Titel 15.12. Financiële tegemoetkomingen15.50

Titel 15.13. Kostenverevening reductie CO2-emissies 15.51, 15.52, 15.53

glastuinbouw

Hoofdstuk 16. Handel in emissierechten

Titel 16.1. Algemeen16.1

Titel 16.2. Broeikasgassen en broeikasgasemissierechten

Afdeling 16.2.1. Inrichtingen

Paragraaf 16.2.1.1. Algemeen16.2, 16.2a, 16.2b, 16.3, 16.4,

16.4a

Paragraaf 16.2.1.2. Vergunning16.5, 16.6, 16.7, 16.8, 16.9,

16.10, 16.11, 16.12, 16.13,

16.13a, 16.14, 16.15, 16.16,

16.17, 16.18, 16.19, 16.20,

16.20a, 16.20b, 16.20c,

16.21

Paragraaf 16.2.1.3. Het toewijzen en verlenen van

broeikasgasemissierechten

Subparagraaf 16.2.1.3.1. Het veilen en kosteloos toewijzen van

broeikasgasemissierechten16.23, 16.24, 16.25, 16.26,

16.27, 16.28, 16.29, 16.30,

16.30a, 16.31, 16.32, 16.33,

16.33a, 16.34

Subparagraaf 16.2.1.3.2. Wijziging van toewijzingsbesluiten16.34a, 16.34b, 16.34c,

16.34d, 16.34e

Subparagraaf 16.2.1.3.3. Het verlenen van

broeikasgasemissierechten16.35, 16.35a, 16.35b,

16.35c

Paragraaf 16.2.1.4. De geldigheid van broeikasgasemissierechten,

het inleveren van broeikasgasemissierechten, het annuleren van

broeikasgasemissierechten en het compenseren van emissies

in een ander kalenderjaar16.36, 16.37, 16.39

Afdeling 16.2.2. Luchtvaartactiviteiten

Paragraaf 16.2.2.1. Algemeen16.39a, 16.39b

Paragraaf 16.2.2.2. Monitoring en verslaglegging16.39d, 16.39h

Paragraaf 16.2.2.3. Het toewijzen en verlenen van

broeikasgasemissierechten16.39j, 16.39k, 16.39l, 16.39m,

16.39n, 16.39o, 16.39p,

16.39q, 16.39r, 16.39s, 16.39sa

Paragraaf 16.2.2.4. De geldigheid van broeikasgasemissierechten,

het inleveren van broeikasgasemissierechten, het annuleren van

broeikasgasemissierechten en het compenseren van emissies in een

ander kalenderjaar16.39t, 16.39v, 16.39w

Afdeling 16.2.3. De overgang van broeikasgasemissierechten en

andere eenheden16.40, 16.41, 16.42, 16.42a

Afdeling 16.2.4. Registratie van broeikasgasemissierechten en andere

eenheden16.43, 16.44, 16.45, 16.46

Afdeling 16.2.5. Instemming met deelname aan projectactiviteiten16.46a, 16.46b

Titel 16.3. Stikstofoxiden en NOx-emissierechten

Afdeling 16.3.1. Algemeen16.47, 16.47a, 16.48

Afdeling 16.3.2. Vergunning16.49

Afdeling 16.3.3. Het ontstaan van NOx-emissierechten16.50

Afdeling 16.3.4. De inlevering van NOx-emissierechten, het

compenseren van emissies in een ander kalenderjaar en de

geldigheid van NOx-emissierechten16.51, 16.52, 16.53, 16.54,

16.55

Afdeling 16.3.5. De overgang van NOx-emissierechten16.56, 16.57

Afdeling 16.3.6. Registratie van NOx-emissierechten16.58, 16.59, 16.60, 16.61

Afdeling 16.3.7. Overige bepalingen16.62

Hoofdstuk 17. Maatregelen in bijzondere omstandigheden

Titel 17.1. Maatregelen bij een ongewoon voorval17.1, 17.2, 17.3, 17.4

Titel 17.1A. Maatregelen betreffende afvalvoorzieningen17.5a, 17.5b, 17.5c, 17.5d

Titel 17.1B. Maatregelen in geval van niet-naleving17.5e

Titel 17.2. Maatregelen bij milieuschade of een onmiddellijke

dreiging daarvan17.6, 17.7, 17.8, 17.9, 17.10,

17.11, 17.12, 17.13, 17.14,

17.15, 17.16, 17.17, 17.18

Titel 17.3. Maatregelen bij gevaar door stoffen, preparaten of

genetisch gemodificeerde organismen17.19

Hoofdstuk 18. Handhaving18.1a, 18.1b, 18.2, 18.2a,

18.2b, 18.2c, 18.2d, 18.2e,

18.2f, 18.2g, 18.2i, 18.2j, 18.4,

18.5, 18.6, 18.6a, 18.6b, 18.8,

18.16a, 18.16d, 18.16e, 18.16g,

18.16i, 18.16k, 18.16l, 18.16p,

18.16q, 18.16r, 18.16s, 18.16t,

18.17, 18.18

Hoofdstuk 19. Openbaarheid van milieu-informatie19.1a, 19.1b, 19.1c, 19.2, 19.3,

19.4, 19.5, 19.6a, 19.6b, 19.7,

19.8

Hoofdstuk 20. Inwerkingtreding en rechtsbescherming

§ 20.1. Algemeen20.1, 20.2a, 20.3, 20.4, 20.5,

20.5a

§ 20.2. Advisering inzake beroepen milieubeheer20.14, 20.15, 20.16, 20.17

Hoofdstuk 21. Verdere bepalingen21.1, 21.2, 21.2a, 21.4, 21.5,

21.6, 21.7, 21.8

Hoofdstuk 22. Slotbepalingen22.1, 22.2, 22.3

Bijlage 1. bij de Wet milieubeheer

Bijlage 2. bij de Wet milieubeheer

§ 1. Grenswaarden en alarmdrempel voor zwaveldioxide

§ 2. Grenswaarden, plandrempels en alarmdrempel voor stikstofdioxide

§ 3. Grenswaarde voor stikstofoxiden

§ 4. Grenswaarden voor zwevende deeltjes (PM10); plandrempel, richtwaarden, grenswaarde en blootstellingsconcentratieverplichting voor zwevende deeltjes (PM2,5)

§ 5. Grenswaarde voor lood

§ 6. Grenswaarde voor koolmonoxide

§ 7. Grenswaarden en plandrempels voor benzeen

§ 8. Richtwaarden, informatiedrempel en alarmdrempel voor ozon

§ 9. Richtwaarde voor arseen

§ 10. Richtwaarde voor cadmium

§ 11. Richtwaarde voor nikkel

§ 12. Richtwaarde voor benzo(a)pyreen

§ 13. Gevallen als bedoeld in de artikelen 5.9, eerste lid, en 5.10, eerste lid, waarin een plan wordt vastgesteld en uitgevoerd.

In tabel 2 wordt aangegeven hoeveel bepalingen ieder hoofdstuk van de Wet milieubeheer kent.

Tabel 2: Aantal artikelen per hoofdstuk

Hoofdstuk 19

Hoofdstuk 232

Hoofdstuk 421

Hoofdstuk 525

Hoofdstuk 742

Hoofdstuk 816

Hoofdstuk 941

Hoofdstuk 1061

Hoofdstuk 1165

Hoofdstuk 11a3

Hoofdstuk 1227

Hoofdstuk 1312

Hoofdstuk 1419

Hoofdstuk 1532

Hoofdstuk 1682

Hoofdstuk 1723

Hoofdstuk 1832

Hoofdstuk 1911

Hoofdstuk 2010

Hoofdstuk 218

Hoofdstuk 223

Totaal574

Hieruit wordt duidelijk dat hoofdstuk 16, gewijd aan de handel in emissierechten, verreweg het langste hoofdstuk is (wat betreft het aantal artikelen). Hoofdstuk 11 over geluid en hoofdstuk 10 over afvalstoffen zijn goede tweede en derde.

Oorspronkelijke tekst

De oorspronkelijke tekst van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne (later: Wet milieubeheer) heeft in Stb. 1979, 442 gestaan. Ze is op 1 september 1980 in werking getreden (Stb. 1980, 443). De wetsgeschiedenis van de oorspronkelijke wet is te vinden in kamerstukken 14311.

Wijzigingen van de Wet milieubeheer

De Wet algemene bepalingen milieuhygiëne/Wet milieubeheer is meer dan 200 keer gewijzigd. Hieronder vindt u een overzicht van de wijzigingen, waarbij zij opgemerkt dat is afgezien van herstelwetten, leemtewetten of veegwetten. Ook is geen aandacht besteed aan een wet waarin een onderschikte, technische wijziging plaats vond vanwege wijziging in een andere wet. Daarom vindt u hieronder 134 besproken wijzigingen.

a. Wet algemene bepalingen milieuhygiëne en haar wijzigingen

1. In de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne, die in 1980 in werking trad, waren procedurele aspecten geharmoniseerd en geïntegreerd van beschikkingen die op grond van de sectorale milieuwetten (toen: de Hinderwet, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Wet inzake de luchtverontreiniging, de Afvalstoffenwet, de Wet chemische afvalstoffen) moesten worden genomen. De wet kende zeven hoofdstukken. Deze hoofdstukken regelden inspraak en advisering bij de totstandkoming van die beschikkingen, de coördinatie van de voorbereiding en de totstandkoming van die beschikkingen en het beroep daartegen. Deze regeling is voornamelijk overgenomen per 1 januari 1994 door de Algemene wet bestuursrecht, al staat in de Wet milieubeheer nog steeds bepalingen over coördinatie van beschikkingen (in hoofdstuk 14) en over de openbaarheid van stukken (in hoofdstuk 19).

2. Kort na de inwerkingtreding werd door Stb. 1980, 757 in de wet een regeling opgenomen voor een adviesorgaan van de milieuminister (eerst geheten Centrale raad voor de milieuhygiëne, later Raad voor het milieubeheer, inmiddels opgegaan in de VROM-Raad en diens opvolger: de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur). Regeling van dit onderwerp in de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne paste bij de gedachte dat in deze wet niet alleen onderwerpen thuishoorden die de verschillende sectorale milieuwetten gemeenschappelijk hadden, maar ook onderwerpen die zich naar hun aard niet leenden voor opname in een van die wetten. Overigens is deze regeling geschrapt uit de Wet milieubeheer door Stb. 1997, 63.

3. Met Stb. 1982, 456 werden de procedurebepalingen van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne van toepassing verklaard op de Wet geluidhinder. Deze wet had in Stb. 1979, 99 gestaan en trad op 1 februari 1980 in werking. Bij de totstandkoming van de Wet geluidhinder was geen afstemming geregeld met de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne dat echter door de wetswijziging werd gerepareerd.

4. Eenzelfde afstemming werd bereikt met de Interimwet bodemsanering, die op 1 januari 1983 in werking trad (Stb. 1982, 763).

5. Met Stb. 1985, 494 werd de fictieve weigering geïntroduceerd in de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne. De aanvrager van een beschikking kon, wanneer de beslissingstermijn was verlopen zonder dat een beschikking was afgegeven, zich bij de rechter beklagen over de traagheid van het bestuursorgaan (die inderdaad het desbetreffende bestuursorgaan onrechtmatig gedrag verweet, als op moment van de rechterlijke uitspraak nog steeds geen beschikking was genomen).

6. Met Stb. 1985, 639 werd de Wet milieugevaarlijke stoffen in leven geroepen. Het Staatsblad wijzigde meteen de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne om er voor zorg te dragen dat de procedure voor Wms-beschikkingen via de algemene wet zou verlopen.

7. In 1986 werd de wet uitgebreid met een onderwerp van de tweede categorie: de milieueffectrapportage (Stb. 1986, 211). Dit onderwerp was niet gemeenschappelijk voor de sectorale wetten, maar diende naar aard integraal te worden geregeld in de algemene wet. Met de regeling van de milieueffectrapportage werd beoogd het milieubelang een volwaardige plaats te geven bij besluitvorming over activiteiten met mogelijke ernstige gevolgen voor het milieu. De regeling voor de milieueffectrapportage wordt nu in de Wet milieubeheer gevonden in hoofdstuk 7.

8. De Wet bodembescherming kwam tot stand via Stb. 1986, 374. De procedurele bepalingen voor de Wbb-beschikkingen werden echter geregeld in de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne.

9. In 1988 is in de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne een hoofdstuk Financiële bepalingen opgenomen (Stb. 1988, 113). Dit hoofdstuk bevatte onder andere een regeling van heffingen en voor schadevergoedingen, onderwerpen die nu nog worden teruggevonden in hoofdstuk 15 van de Wet milieubeheer.

10. Op 27 september 1990 is de dwangsom geïntroduceerd in het Nederlandse bestuursrecht door Stb. 1990, 478. Daartoe werd een nieuw hoofdstuk opgenomen (6B) in de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne.

11. Op 1 juli 1992 werd het hoofdstuk financiële bepalingen uitgebreid met een basis voor subsidies op milieugrondslag (Stb. 1992, 254).

12. Op 1 januari 1993 werden de fiscale grenzen afgeschaft, wat invloed had op de financiële bepalingen van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne (Stb. 1992, 711).

b. Omvorming van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne naar de Wet milieubeheer

13/14. Door al deze wijzigingen en uitbreidingen was de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne haar oorspronkelijke opzet - vergaarbak van gemeenschappelijke milieuonderwerpen - ontgroeid. De weg naar omvorming tot een algemene milieuwet was ingeslagen. Per 1 maart 1993 trad een grootscheepse wijziging plaats (Stb. 1992, 414 en 415). In de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne kwamen hoofdstukken over inrichtingen, plannen, milieukwaliteitseisen en handhaving. Een onmiddellijk gevolg daarvan was ook een naamsverandering van de wet: de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne werd op die datum ‘Wet milieubeheer’. Tegelijkertijd werden de milieuwetten waarop de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne van toepassing was, nogal ingrijpend gewijzigd om ze aan te passen aan de nieuwe Wet milieubeheer. De aloude Hinderwet werd zelfs ingetrokken.

Deze in 1993 ingetrokken wet gold als de oudste Nederlandse milieuwet. Toch werd deze voorafgegaan door een keizerlijk decreet van 1810, welk decreet in 1824 werd vervangen door een koninklijk besluit. Pas in 1875 werd dat besluit in een wet opgenomen en aanzienlijk uitgebreid. De Hinderwet kreeg pas in 1896 die naam. Ze werd in 1952 behoorlijk aangepast.

Het decreet, later de wet, beoogde de naaste omgeving van bedrijven te beschermen tegen ernstige overlast. Daartoe gold voor het oprichten en in werking hebben van die bedrijven een vergunningplicht. De overheid - in beginsel de lokale overheid - was daardoor in staat vóór de oprichting van een bedrijf te beoordelen of het op de voorgenomen plaats zonder onaanvaardbaar 'gevaar, schade of hinder' zou kunnen draaien. Bij het verlenen van de vergunning konden eisen worden gesteld ter beperking van de verwachte overlast. De benadering was antropocentrisch: het ging om de bescherming van de mens en zijn eigendommen in de directe omgeving van het bedrijf.

Tussen 1960 en 1970 begon het besef te door te dringen dat aan menselijke activiteiten (industrieën, verkeer en vervoer) voor de mens en - voor het eerst in ruimere betekenis - het milieu risico's verbonden zijn, die de toen bestaande Hinderwet niet zou kunnen beteugelen. De keuze werd gemaakt voor een sectorale aanpak van nieuw opduikende problemen. De mogelijkheid om met een sectorale aanpak sneller te kunnen reageren dan met een relatief tijdrovende herziening leidde tot deze keuze voor sectorale regelingen. De eerste onderwerpen daarvoor waren het gebruik van kernenergie en het tegengaan van water- en luchtverontreiniging. Tot in de jaren tachtig zette deze tendens zich voort. Regelingen op het gebied van (chemische) afvalstoffen, geluidhinder, bodembescherming en milieugevaarlijke stoffen kwamen tot stand. De oude Hinderwet werd in 1981 nog eens herzien en meer ecologisch gemaakt. Door introductie van de Wet milieubeheer werd de oudste algemene milieuwet vervangen door een nieuwe algemene milieuwet.

Er zijn twee wetswijzigingen geweest die zorg hebben gedragen voor de Wet milieubeheer. In de wet Vergunningen en algemene regels (Stb. 1992, 414), die de uitbreiding regelt van dan nog de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne en de hoofdstukken ‘Inrichtingen’ en ‘Handhaving’ introduceert, zijn de naam en de nieuwe indeling van de wet vastgesteld. De Wet milieubeheer, ontstaan door het in werking treden van de wet VAR, werd op hetzelfde tijdstip waarop zij ontstond, ook nog gewijzigd en uitgebreid door de wet Plannen en milieukwaliteitseisen (Stb. 1992, 415).

Regelingen voor de geïntroduceerde onderwerpen worden nu teruggevonden in hoofdstuk 4 (plannen), hoofdstuk 5 (milieukwaliteitseisen), hoofdstuk 8 (inrichtingen) en hoofdstuk 18 (handhaving).

15. Met ingang van 1 januari 1994 is de Wet milieubeheer verder uitgebreid, nu met een hoofdstuk 10, over afvalbeheer (Stb. 1993, 283). De Afvalstoffenwet en de Wet chemische afvalstoffen werden tegelijkertijd ingetrokken.

16. Op 1 januari 1994 traden ook de eerste twee tranches van de Algemene wet bestuursrecht in werking. Daarmee werden veel procedurele bepalingen over het tot stand komen van vergunningen en ontheffingen en het beroep overgeheveld naar de algemene wet voor het bestuursrecht. De belangrijkste reden waarom de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne ooit was ontstaan werd door de Algemene wet bestuursrecht overgenomen. Niet langer was de Wet milieubeheer dan ook een gemeenschappelijke wet voor sectorale milieuwetgeving, maar een integrale wet voor onderwerpen die het milieu in zijn algemeenheid betroffen.

c. Wijzigingen van de Wet milieubeheer tot inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Na de ingrijpende operatie van het tot stand brengen van de Wet milieubeheer door wijziging en aanvulling van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne door de wetten VAR, Plannen en Afvalstoffen trad een periode van betrekkelijke rust in. Wel werden (vele) kleinere wijzigingen en aanvullingen aangebracht en verdwenen delen van de wet vanwege integratie in andere kaders, maar aan de structuur van de wet veranderde dat weinig. De volgende wijzigingen verdienen afzonderlijke vermelding:

17. Op 1 mei 1993 werd de Centrale Raad voor de Milieuhygiëne omgevormd tot de Raad voor het milieubeheer (Stb. 1993, 238).

18. Op 1 april 1994 werd hoofdstuk 7 (milieueffectrapportage) gewijzigd omdat Nederland door de Europese Commissie in gebreke was gesteld omdat de M.e.r.-richtlijn (85/337/EEG) niet goed was doorgevoerd. Met deze wijziging van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 99) werd dat gerepareerd.

19. Ook werd op 1 april 1994 de milieudelicten onder de Wet economische delicten gebracht, zodat de strafbepalingen van de Wet milieubeheer konden worden geschrapt (Stb. 1994, 135).

20. Op 1 mei 1994 werd de Wet milieubeheer uitgebreid met een regeling in het financiële hoofdstuk (hoofdstuk 15) voor het algemeen verbindend verklaren van overeenkomsten over het afdragen van een verwijderingsbijdrage voor producten (Stb. 1994, 90). Deze verwijderingsbijdrage heet sinds 8 mei 2002: afvalbeheersbijdrage.

21. Op 6 mei 1994 werd de implementatie van bepalingen van verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap, welke verordening als EVOA wordt genoemd, in de Wet milieubeheer geregeld (Stb. 1994, 311). Weliswaar behoeft een Europese verordening niet worden geïmplementeerd, maar zijn er bepalingen nodig om een nationale bestuursorgaan aan te wijzen die in Nederland de verordening uitvoert, om toezicht te houden en om met sancties te dreigen.

22. De Kaderwet bestuur in verandering zorgde er op 1 juli 1994 voor dat ook regionale milieuplannen en regionale milieuprogramma’s in sommige gebieden moesten worden vastgesteld (Stb. 1994, 396). Daartoe werd hoofdstuk 4 over plannen van de Wet milieubeheer uitgebreid.

23. Op 1 januari 1995 werd een deel van de financiële bepalingen van de Wet milieubeheer overgeheveld naar de nieuwe Wet belastingen op milieugrondslag (Stb. 1994, 923).

24. Eveneens op 1 januari 1995 werd de Commissie genetische modificatie geïnstalleerd, die adviezen uitbrengt aan bestuursorganen die belast zijn met vergunningverlening en handhaving met betrekking tot genetisch gemodificeerde organismen. De regeling van deze commissie kwam terecht in hoofdstuk 2 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 766).

25. Een verbetering van de coördinatieregeling tussen de Wet milieubeheer en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, als niet Gedeputeerde Staten, maar Burgemeester en Wethouders bevoegd gezag krachtens de Wet milieubeheer zijn werd bereikt door Stb. 1995, 186. Deze verbetering is met ingang 1 juni 1995 van toepassing. De afstemmingsregeling werd gevonden in hoofdstuk 8 Wet milieubeheer (na inwerkingtreding van de Wabo is deze echter uit de Wet milieubeheer geschrapt).

26. Het bureau van de Adviseur beroepen milieubeheer (nu: Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor milieu en ruimtelijke ordening, StAB) werd met ingang van 29 september 1995 verzelfstandigd. De regeling kwam terecht in hoofdstuk 20 Wet milieubeheer (Stb. 1995, 270).

27. De regeling over het lozen op de riolering werd per 1 maart 1996 overgebracht van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren naar de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 798).

28. De overheveling van de taak van milieuplanbureau naar het Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu (RIVM) trad in werking per 1 mei 1996 (Stb. 1996, 163).

29. Door Stb. 1996, 184 werd het preventieve toezicht op belastingverordeningen van gemeenten, provincies en waterschappen per 1 juli 1996 afgeschaft. Dit had invloed op het gestelde in hoofdstuk 15 Wet milieubeheer.

30. De Wet vervoer gevaarlijke stoffen is vanaf 1 augustus 1996 in werking. Deze door Stb. 1995, 525 geïntroduceerde wet werd opgenomen in de bijlage bij de Wet milieubeheer, zodat bij het opstellen van plannen met deze wet rekening moest worden gehouden.

31. Door Stb. 1996, 411 werd de Ontgrondingenwet opgenomen in artikel 13.1 Wet milieubeheer, zodat de bijzondere procedurebepalingen van dat hoofdstuk (ter aanvulling van de regeling van de Algemene wet bestuursrecht) vanaf 1 januari 1997 ook op de Ontgrondingenwet van toepassing waren.

32. Per 1 januari 1997 is de Raad voor het milieubeheer opgeheven en zijn de bepalingen daarover uit de Wet milieubeheer geschrapt (Stb. 1997, 63. Dit Staatsblad trad op 21 februari 1997 in werking, maar gold met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 1997). De taken van de raad werden overgebracht naar een voor het gehele beleidsterrein van het (toenmalige) ministerie van VROM werkzaam adviescollege, de VROM-raad, geregeld in de Wet op de VROM-raad. Deze VROM-Raad is later opgegaan in de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur.

33. Op 1 maart 1997 werd het Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu (RIVM) verzelfstandigd. Dit had enige invloed op artikel 4.2 Wet milieubeheer, omdat het RIVM de taak van het milieuplanbureau had overgenomen (Stb. 1996, 560).

34. Vanaf 1 januari 1998 is het niet mogelijk om leges te heffen voor vergunningen en ontheffingen gebaseerd op de Wet milieubeheer (Stb. 1997, 730).

35. Eveneens op 1 januari 1998 trad de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht in werking. Door de invoeringswet (Stb. 1997, 580) werden allerlei termen van de Wet milieubeheer aangepast aan de Algemene wet bestuursrecht. Grotere invloed hadden echter de regelingen over andere algemene onderwerpen in de derde tranche Awb. Met name heeft de algemene regeling van subsidiëring en bestuursrechtelijke handhaving geleid tot het vervallen van belangrijke delen van de Wet milieubeheer, met name in hoofdstuk 15 en 18.

36. Ook op 1 januari 1998 trad een wijziging van het afvalstoffenrecht in werking naar aanleiding van vier jaar praktijkervaring met de regeling van hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer (Stb. 1997, 533). Onder meer werd het wettelijk kader voor hergebruik van afvalstoffen verbeterd.

37. Op 1 april 1998 werd in de Wet milieubeheer een regeling opgenomen ter waarborging dat gesloten stortplaatsen geen of zo min mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu hebben (Stb. 1997, 532). Onder meer werd de financiering van de nazorg voor gesloten afvalstortplaatsen geregeld. Door deze regeling werden de hoofdstukken 8 en 15 van de Wet milieubeheer veranderd.

38. Met Stb. 1998, 221 werd op 22 april 1998 de richtlijn (EG) nr. 96/62 van de Raad van de Europese Unie van 27 september 1996 inzake de beoordeling en het beheer van de luchtkwaliteit (PbEG L 296) geïmplementeerd door wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet inzake de luchtverontreiniging. Wat betreft de Wet milieubeheer had deze wet vooral invloed op hoofdstuk (milieukwaliteitseisen).

39. De Planwet verkeer en vervoer (Stb. 1998, 423) wijzigde de regeling voor het provinciale milieubeleidsplan (artikel 4.9) vanaf 1 juli 1998.

40. De Invoeringswet schuldsaneringsregeling natuurlijke personen (Stb. 1998, 446) wijzigde hoofdstuk 15 van de Wet milieubeheer licht vanaf 1 december 1998.

41. De regeling over de milieuverslaglegging, die per 1 januari 1999 in werking is getreden, droeg zorg voor een invulling van hoofdstuk 12 Wet milieubeheer, dat tot dan toe leeg was gebleven (Stb. 1997, 170). Daarnaast werd de regeling over openbaarheid van stukken gewijzigd. Kleine wijzigingen vonden plaats in hoofdstukken 1, 8, 21 en 22 van de Wet milieubeheer. Overigens werd een deel van de milieuverslaglegging, en wel het publiekverslag, door een wetswijziging op 30 juni 2005 weer afgeschaft.

42. Op 26 mei 1999 werd de regeling voor de milieueffectrapportage in hoofdstuk 7 aangepast aan richtlijn nr. 97/11/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 maart 1997 tot wijziging van Richtlijn 85/337/EEG betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (PbEG L 73). Deze door Stb. 1999, 208 ingevoerde wijzigingen waren gering van aard, omdat Nederland grotendeels al voldeed aan de nieuwe richtlijn.

43. Door Stb. 1999, 122 werden de Wet milieubeheer, de Wet rampen en zware ongevallen en de Arbeidsomstandighedenwet gewijzigd ter uitvoering van richtlijn nr. 96/82/EG van de Raad van de Europese Unie van 9 december 1996 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken (PbEG L 10). Deze implementatie van de zogenoemde Seveso-richtlijn II had wijzigde hoofdstuk 19 Wet milieubeheer. De wijzing trad op 19 juli 1999 in werking.

44. Op 1 oktober 2000 werd het meldingenstelsel van artikel 8.19 Wet milieubeheer veranderd. Er werd een lichte procedure ingevoerd voor veranderingen die milieuneutraal of milieugunstig zijn door de melding te beoordelen en al dan niet te accepteren (Stb. 2000, 188). Deze wijziging is intussen achterhaald door de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op 1 oktober 2010.

45. Door de Wet bescherming Antarctica (Stb. 1998, 220) werden artikel 13.1 en 20.1 dusdanig veranderd dat deze wet daarin werd opgenomen, zodat vanaf 1 april 2001 de bijzondere regeling voor de procedure en het beroep ook voor de Wet bescherming Antarctica geldt.

46. Door Stb. 2001, 378 werd vanaf 24 augustus 2001 (met terugwerkende kracht tot 22 maart 2001) de afstemming tussen hoofdstuk 12 van de Wet milieubeheer en de EMAS-verordening aangepast in verband met Verordening nr. 761/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 maart 2001 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieu-auditsysteem (EMAS) (PbEG L 114).

47. Op 9 november 2001 werden de handhavingsbevoegdheden door wijzigingen van hoofdstuk 18 Wet milieubeheer verbeterd (Stb. 2001, 517), met name in verband met de handhaving van het bezigen van afvalstoffen buiten inrichtingen, van de zorgplichtbepalingen en bij wisseling van bevoegd gezag.

48. Door Stb. 2001, 548 werd de taak van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening uitgebreid tot waterzaken. Deze wijziging van hoofdstuk 20 Wet milieubeheer trad op 21 november 2001 in werking.

49. De Aanpassingswet euro (Stb. 2001, 481) had op 1 januari 2002 uiteraard ook invloed op het financiële hoofdstuk van de Wet milieubeheer.

50. De Flora- en faunawet (Stb. 1998, 402) trad op 1 april 2002 in werking. Deze wet werd daarmee ook geplaatst op de bijlage van de Wet milieubeheer, zodat met de bepalingen van de Flora- en faunawet rekening moest worden gehouden bij het opstellen van milieubeleidsplannen.

51. Op 8 mei 2002 trad in werking een volledige herziening van hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer, dat betrekking heeft op het beheer van afvalstoffen (Stb. 2001, 346). De sturing van de afvalverwijdering werd op rijksniveau gebracht, onder meer door het vervallen van de provinciegrenzen voor afvalstoffen, de introductie van een landelijk afvalbeheerplan en het grotendeels op landelijk niveau brengen van de bevoegdheid tot het stellen van regels. Verder werd de regeling omtrent afvalstoffen aanzienlijk gedereguleerd, met name ten aanzien van de retourlogistiek, kwam er een regeling voor de afvalstoffenmakelaar en werd de bestuursrechtelijke handhaving van de regels inzake afvalstoffen verbeterd.

52. Op 1 januari 2003 trad de Mijnbouwwet in werking. In de Wet milieubeheer werden bepalingen opgenomen om de afstemming met deze wet te regelen (Stb. 2002, 542).

53. De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur stond in Stb. 2002, 347 en trad 1 juni 2003 in werking. Deze Wet Bibob had invloed op de Wet milieubeheer omdat het gevaar dat strafbare feiten zullen worden gepleegd of het vermoeden dat strafbare feiten zijn gepleegd voortaan als toetsingscriteria golden bij vergunningverlening en subsidieverstrekking in het kader van de Wet milieubeheer.

54. De Implementatiewet EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten (Stb. 2004, 511) trad op 20 oktober 2004 gedeeltelijk inwerking en op 1 januari 2005 nagenoeg volledig. Deze wet droeg zorg voor introductie van de Nederlandse emissieautoriteit in hoofdstuk 2 en een regeling voor de emissiehandel in hoofdstuk 16. Ook werd door deze Implementatiewet de hoofdstukken 18 en 20 belangrijk gewijzigd.

55. Op 14 februari 2005 werd het Verdrag van Aarhus in de Nederlandse rechtsorde ingevoerd, waardoor de inspraak en openbaarheid van milieu-informatie werd verbeterd. Deze invoering had vooral behoorlijke wijzigingen van hoofdstuk 19 ten gevolg (Stb. 2004, 519).

56. De omvorming van de Inspecteur milieuhygiëne in het Inspectoraat-Generaal VROM kreeg gestalte op 25 februari 2005 (Stb. 2003, 449). Intussen is het Inspectoraat-Generaal VROM opgegaan in de Inspectie voor Leefomgeving en Transport.

57. Op 1 juni 2005 trad door aanvullingen van hoofdstuk 16 en 18 de handel in stikstofoxidenrechten in werking (Stb. 2005, 233).

58. Implementatie van richtlijn nr. 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PbEG L 327) (Stb. 2005, 303) leidde op 22 juni 2005 tot wijziging van de Wet milieubeheer. Voornamelijk hoofdstuk 5 werd aangepast aan deze Kaderrichtlijn water.

59. Op 30 juni 2005 werd de verplichting tot het maken van een publieksverslag als onderdeel van de milieuverslaglegging geschrapt (Stb. 2005, 317).

60. De Invoeringswet Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb, in werking vanaf 1 juli 2005, wijzigde de Wet milieubeheer op meer dan honderd plaatsen gering (Stb. 2005, 282). Deze wijziging van de Algemene wet bestuursrecht had begin 2002 had in het Staatsblad (2002, 54) gestaan. Met deze wijziging werd een nieuwe uniforme voorbereidingsprocedure ingevoerd.

61. Een tweede pijler van het Verdrag van Aarhus kreeg op 8 juli 2005 haar wettelijke gestalte (Stb. 2005, 341). Onder meer werd de omschrijving van milieu-informatie aanzienlijk verbreed ten opzichte van het daarvoor gebruikelijke (zie artikel 19.1a Wet milieubeheer). Ook de regeling omtrent planvorming werd door de wetswijziging veranderd.

62. De uit 1998 stammende Natuurbeschermingswet 1998 (Stb. 1998, 403) trad op 1 oktober 2005 in werking. Deze wetswijziging had enige invloed op hoofdstuk 4 Wm.

63. Hoofdstuk 7 Wet milieubeheer werd aangepast op 12 oktober 2005 om het Nederlandse recht beter aan te passen aan de Europese m.e.r.-richtlijn (Stb. 2005, 477).

64. De professionalisering van de handhaving werd via een wijziging van hoofdstuk 18 vastgelegd, welke wijziging op 10 november 2005 in werking trad (Stb. 2005, 428).

65. Op 1 december 2005 werd de IPPC-richtlijn (de richtlijn (EG) nr. 96/61 van de Raad van de Europese Unie van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (PbEG L 257) doorgevoerd in de Wet milieubeheer (Stb. 2005, 432). Dit bracht belangrijke wijzigingen mee in hoofdstuk 1 en hoofdstuk 8 van de Wet milieubeheer. Voor de wetspraktijk was belangrijk dat de ruim 50 begrippen in artikel 1.1a alfabetisch werd gerangschikt.

66. Op 1 januari 2006 werden de kaderwetgebieden vervangen door de plusregio’s (Stb. 2005, 666). Dat had invloed op hoofdstuk 4 Wet milieubeheer (regionale milieubeleidsplan).

67. Op 8 maart 2006 werden de dualisering van de gemeentebesturen en provinciale besturen wettelijk vastgelegd (Stb. 2005, 530 en 532). Dat had tekstuele gevolgen in 100 bepalingen van de Wet milieubeheer.

68. Hoofdstuk 16 over de emissiehandel werd per 1 mei 2006 gewijzigd door de Implementatiewet EG-richtlijn projectgebonden Kyoto-mechanismen, waardoor de mogelijkheid werd geboden om CER's (gecertificeerde emissiereducties) en ERU's (emissiereductie-eenheden), afkomstig uit Kyoto-projecten, te kunnen gebruiken in het Europese systeem van handel in broeikasgasemissierechten (Stb. 2006, 189)

69. Op 28 september 2006 werd hoofdstuk 7 volledig aangepast aan de uitvoering van richtlijn nr. 2001/42/EG over de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's (milieueffectrapportage plannen) (Stb. 2006, 336).

70. In hoofdstuk 11 (andere handelingen), nu hoofdstuk 11a werd per 1 oktober 2006 de eerste bepalingen ingevoerd. Het gaat om de kwaliteit van werkzaamheden en de integriteit van degenen die deze werkzaamheden uitvoeren (Stb. 2005, 674).

71. Op 1 januari 2007 trad de eerste fase van de wijziging van de Wet geluidhinder (modernisering instrumentarium geluidhinder) in werking (Stb. 2006, 350). Deze wijzigingswet bracht enige verandering in de Wet milieubeheer te weeg.

72. Op 16 maart 2007 ging hoofdstuk 16 weer eens over de kop omdat ze aangepast moest worden aan Europees recht, in dit geval aan de EG-verordening register handel in broeikasgasemissierechten. Deze wijziging was vooral technisch van aard (Stb. 2007, 90).

73. Op 30 maart 2007 trad een op 15 september 2005 ondertekende wijzigingswet in werking (Stb. 2005, 483), waarmee een registratieplicht werd ingevoerd voor risicosituaties waarbij gevaarlijke stoffen bij een ongeval vrij kunnen komen en personen buiten een inrichting of transportroute of rond een buisleiding, kunnen treffen. Deze wijziging voegde een extra titel toe aan hoofdstuk 12 Wet milieubeheer.

74. Per 1 juni 2007 werd het dan toe lege hoofdstuk 9 van de Wet milieubeheer ingevuld met regels over stoffen (Stb. 2007, 181). Aanleiding was de EG-verordening registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen (REACH), waarvoor nadere bepalingen in de nationale wet nodig waren. Deze bepalingen kregen plaats in hoofdstuk 9 van de Wet milieubeheer, terwijl een deel van de Wet milieugevaarlijke stoffen eveneens in dit hoofdstuk werd opgenomen.

75. Eveneens op 1 juni 2007 werd richtlijn nr. 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 betreffende de aansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade (PbEU L 143) geïmplementeerd. Dat gebeurde door Stb. 2007, 181.

76. Op 12 juli 2007 werd de Wet milieubeheer aangepast aan de nieuwe EG-verordening overbrenging van afvalstoffen (verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PbEU L 190). De wijziging stond in Stb. 2007, 248.

77. De wijziging per 1 september 2007 van hoofdstuk 16 door de Aanpassingswet handel in emissierechten was meer dan technisch. Deze wijziging had vooral ten doel om na twee jaar ervaring de emissiehandel meer te stroomlijnen door de regelgeving te verduidelijken en te verbeteren (Stb. 2006, 611).

78. De Wet op de archeologische monumentenzorg trad eveneens op 1 september 2007 in werking (Stb. 2007, 42). De wijzigingen van de Wet milieubeheer waren vooral technisch van aard.

79. Vanaf 17 oktober 2007 ging in werking de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Stb. 2007, 125). Voor de Wet milieubeheer betekende dit alleen een vervanging van de Bestrijdingsmiddelenwet door de nieuwe naamgeving in artikel 22.1, welke bepaling de afstemming regelt tussen de Wet milieubeheer en diverse andere wetten.

80. Hoofdstuk 9 Wet milieubeheer kreeg een verdere invulling op 24 oktober 2007 met de Implementatiewet EG-richtlijn ecologisch ontwerp energieverbruikende producten (Stb. 2007, 383). Deze wet geeft een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten.

81. Op 15 november 2007 trad de Wet luchtkwaliteitseisen als opvolger van het Besluit luchtkwaliteit 2005 in werking (Stb. 2007, 414) . Met deze wet werd hoofdstuk 5 in tweeën gedeeld, een titel 5.1 met algemene milieukwaliteitseisen en een nieuw titel 5.2 met een regeling voor luchtkwaliteitseisen. De feitelijke normen zijn in bijlage 2 Wet milieubeheer geplaatst.

82. Op 1 januari 2008 werd het systeem van hoofdstuk 8 omgedraaid (Stb. 2006, 606). Alle bedrijven vallen onder algemene regels, tenzij er een vergunningsplicht is. Deze vergunningplicht blijft alleen bestaan voor een (beperkt) aantal categorieën inrichtingen waar activiteiten plaatsvinden met omvangrijke en complexe milieueffecten. Het stelsel van algemene regels op grond van artikel 8.40 is vastgelegd in één nieuwe AMvB, die uitgaat van activiteiten (het Activiteitenbesluit). Bij de wijziging is het onderscheid tussen algemene regels voor vergunningplichtige en niet-vergunningplichtige inrichtingen vervallen. De meldingsplicht geldt alleen voor milieurelevante bedrijven.

83. Eveneens op 1 januari 2008 trad in werking de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken (Stb. 2007, 276). Deze wet die belangrijke wijzigingen gaf voor de hoofdstukken 1, 4 en 10 van de Wet milieubeheer betreft vooral de zorg voor het afvloeiend hemelwater en het grondwater in stedelijk gebied. Overigens werden ook andere afvalwaterregels aangepast.

84. Ook werd op 1 januari 2008 de Destructiewet vervangen door een hoofdstuk van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Stb. 2007, 224). Deze wijziging had op diverse plaatsen van de Wet milieubeheer consequenties.

85. Op 15 maart 2008 werd hoofdstuk 12 uitgebreid met een titel voor een regulering van het PRTR-protocol (Stb. 2008, 28). Het protocol stelt rapportageverplichtingen voor grote inrichtingen en inhoudelijke eisen met betrekking tot de kwaliteit van de informatie.

86. Per 1 april 2008 werd na een bestaan van 20 jaar (het fonds werd geïntroduceerd in 1988 in de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne) het Fonds Luchtverontreiniging opgeheven (Stb. 2007, 427).

87. Op 1 mei 2008 kwam er een regeling in de Wet milieubeheer over het beheer van winningsafvalstoffen (Stb. 2008, 77). Deze regeling strekte ter implementatie van richtlijn nr. 2006/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 maart 2006 betreffende het beheer van afval van de winningsindustrieën en houdende wijziging van Richtlijn nr. 2004/35/EG (PbEU L 102). Onder meer werd een nieuwe titel 17.1A in de Wet milieubeheer opgenomen.

88. Op 1 juni 2008 hield de Wet milieugevaarlijke stoffen op te bestaan. Alle resterende bepalingen van die al behoorlijk uitgeklede wet kregen per die datum een plaats in hoofdstuk 9 van de Wet milieubeheer (Stb. 2007, 181).

89. Eveneens op 1 juni 2008 werd de Richtlijn milieuaansprakelijkheid geïmplementeerd in hoofdstuk 17 Wm (Stb. 2008, 166). De wijziging heeft tot doel een exploitant financieel aansprakelijk te stellen als zijn activiteiten milieuschade of een onmiddellijke dreiging van milieuschade veroorzaken.

90. Op 1 juli 2008 werd door Stb. 2008, 173 de luchtkwaliteitsregeling verduidelijkt door een begripsomschrijving voor stoffen op te nemen in titel 5.2 Wm.

91. De Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening (Stb. 2008, 180) wijzigde diverse bepalingen in hoofdstukken 4, 5, 7 en 8 van de Wet milieubeheer. In werking vanaf 1 juli 2008.

92. Op 26 november 2008 werd de afvalstoffenregeling in met name hoofdstuk 10 aangepast aan de ontstane praktijk in vooral stedelijk gebied (Stb. 2008, 478). De aanpassing bracht een verruiming van de vrijstellingsmogelijkheden voor het gescheiden inzamelen van groente-, fruit- en tuinafval, het schrappen van de voorwaarde voor een inzameling nabij elk perceel, de mogelijkheid om het opruimen van zwerfafval te financieren uit de afvalstoffenheffing en het schrappen van de ministeriële verklaring van geen bedenkingen.

93. Op 1 januari 2009 werd het systeem van handel in emissierechten met het oog op het beperken van de emissies van stikstofoxiden, dat in 2005 in als aanvulling van hoofdstuk 16 Wet milieubeheer was geïntroduceerd, volledig ingevoerd (Stb. 2005, 233).

94. De Spoedwet wegverbreding (Stb. 2009, 189) had consequenties voor de regeling omtrent luchtkwaliteitseisen in hoofdstuk 5 Wet milieubeheer. Deze wet ging op 24 april 2009 in werking, maar kreeg terugwerkende kracht tot 1 januari 2009.

95. Op 1 juli 2009 werden enkele bestaande verplichtingen op het terrein van milieuverslaglegging geïntegreerd (Stb. 2009, 109). Titel 12.1 kreeg een andere naam (Registers beschermde gebieden), terwijl de regeling voor de milieuverslaglegging uit de oorspronkelijke titel 12.1 een plaats kreeg in titel 12.3.

96. Ook werd op 1 juli 2009 de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht ingevoerd. De Aanpassingswet vierde tranche Awb (Stb. 2009, 265) bracht per die datum belangrijke wijzigingen in hoofdstuk 18 (handhaving) te weeg en kleinere in andere hoofdstukken. Met de vierde tranche werden de handhavingsbepalingen in hoofdstuk 5 Awb verder uitgebreid ten koste van de specifieke wetgeving (als de Wet milieubeheer).

97. Op 1 augustus 2009 trad de Wet implementatie en derogatie luchtkwaliteitseisen (Stb. 2009, 158) in werking. Oogmerk van deze wet was de implementatie en uitvoering van richtlijn nr. 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (PbEG L 152). Bovendien voorzag de wet voor uitstel en vrijstelling van de verplichting om aan bepaalde grenswaarden te voldoen. De wet had vooral invloed op hoofdstuk 5 Wet milieubeheer.

98. De Uitvoeringswet EG-verordening indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels (Stb. 2009, 440) bracht een nieuwe titel in hoofdstuk 9 Wet milieubeheer (titel 9.3a). De wet was nodig om de Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging (PbEU L 353) uit te voeren. Een en ander ging op 4 november 2009 in werking.

99. Op 22 december 2009 trad de Waterwet in werking. De Invoeringswet Waterwet (Stb. 2009, 489) zorgde voor vele wijzigingen van de Wet milieubeheer in de hoofdstukken 1, 4, 8 12, 13, 21 en 22.

100. De Invoeringswet Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (Stb. 2009, 542) wijzigde enkele beslistermijnen in hoofdstuk 8, 15 en 18 Wet milieubeheer vanaf 22 december 2009.

101. De Wet bestuurlijke lus (Stb. 2009, 560), waarmee de mogelijkheid werd geopend door een wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, dat gebreken in een besluit hangende het beroep bij de bestuursrechter konden worden hersteld, trad op 1 januari 2010 in werking. Deze wet regelde dat de bestuurlijke lus ook van toepassing was op het nationale toewijzingsplan door een wijziging van artikel 20.5a Wet milieubeheer.

102. Het Belastingplan 2010 (Stb. 2009, 609) zorgde voor opname artikel 8.47a in de Wet milieubeheer, in werking vanaf 1 januari 2010.

103. Stb. 2010, 31 introduceerde per 24 februari 2010 de handel in emissierechten luchtvaart. Deze wetswijziging, waarbij hoofdstuk 16 Wet milieubeheer drastisch werd gewijzigd, was uitvloeisel van een implementatie van richtlijn nr. 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 november 2008 (PbEU 2009, L 8) tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten.

104. De Crisis- en herstelwet (Stb. 2010, 135) bracht met ingang van 31 maart 2010 belangrijke wijzigingen in de hoofdstukken 5, 8, 11 en 20 Wet milieubeheer.

105. Door Stb. 2010, 20 werd hoofdstuk 7 en de paragrafen 2.2 en 14.2 van de Wet milieubeheer behoorlijk vereenvoudigd met ingang van 1 juli 2010.

106. Door herstructurering van de Raad van State (Stb. 2010, 175) werd de Wet milieubeheer op bepaalde punten aan de nieuwe inzichten aangepast. Inwerkingtreding vanaf 1 september 2010.

107. De Wet veiligheidsregio’s (Stb. 2010, 146) bracht op 1 oktober 2010 organisatorische wijzigingen te weeg in de Wet milieubeheer (hoofdstukken 17 en 19).

d. De gevolgen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de Wet milieubeheer

De Wet van 6 november 2008, houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving, oftewel de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Stb. 2008, 496), haalde de kern uit de Wet milieubeheer. Het doel van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht was om zoveel mogelijk vergunningen en ontheffingen op te nemen in een geïntegreerde vergunning: de omgevingsvergunning. Dat is gelukt met 25 toestemmingen die een projecthouder vroeger afzonderlijk moest aanvragen, waaronder de milieuvergunning. De Wabo geeft ook een integrale handhavingsregeling voor de fysieke leefomgeving. Daarbij staat de professionalisering en de kwaliteit van de handhaving centraal, elementen die voorheen de Wet milieubeheer kende. Net als de oorspronkelijke Wet milieubeheer, de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne, is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht vooral een procedurewet.

Zoals we eerder hebben gezien, heeft de omvorming van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne tot de Wet milieubeheer plaats gehad door twee wetswijzigingen op 1 maart 1993: Vergunningen en Algemene regels en Plannen en Kwaliteitseisen. Het is vooral Vergunningen en Algemene regels dat door de Wabo werd aangetast. Het grootste deel van hoofdstuk 8 en belangrijke delen van hoofdstuk 18 werden bij de invoering van de Wabo geschrapt, juist de hoofdstukken die door VAR waren geïntroduceerd.

108. Het is niet de Wabo zelf, maar de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Stb. 2010, 142) die voor de wijzigingen van onder meer de Wet milieubeheer heeft gezorgd. Het betrof wijzingen in de hoofdstukken 1, 2, 5, 7, 8, 9, 10, 12, 13, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21 en bijlage 1. Slecht de hoofdstukken 4, 11 en 22 en bijlage 2 kwamen zonder kleerscheuren er vanaf. Door de Invoeringswet werden rond de 200 bepalingen van de Wet milieubeheer, dat is een derde van de wet, geschrapt of gewijzigd. Deze wijzigingen traden op 1 oktober 2010 in werking.

e. Wijzingen na de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

109. Op 20 november 2010 werd hoofdstuk 9 van de Wet milieubeheer gewijzigd ter implementatie van richtlijn nr. 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 oktober 2009 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (herschikking) (Pb EU L 285). (Stb. 2010, 769).

110. Bij Stb. 2011, 103 werd vooral hoofdstukken 1 en 10 gewijzigd ter implementatie van richtlijn nr. 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PbEU L 312). In deze wet zijn expliciet de uitsluitingen uit de richtlijn opgenomen, waardoor de verplichtingen uit hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer en andere daarmee verband houdende artikelen op die uitgezonderde stromen niet van toepassing zijn. Bovendien zijn in de wet alle definities overgenomen in een redactie die zo nauw mogelijk aansluit bij de Europese omschrijvingen. Het afvalpreventieprogramma zal ingevolge de wet een onderdeel vormen van het landelijk afvalbeheerplan. De wet trad op 5 maart 2011 in werking; het onderdeel omtrent het afvalpreventieprogramma eerst op 12 december 2013.

111. Eveneens op 5 maart 2011 trad in werking de Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie (Stb. 2011, 114). In het belang van energiebesparing werden regels gesteld ter uitvoering van richtlijn 2006/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 april 2006 (PbEG L 114) betreffende energie-efficiëntie bij het eindgebruik. Voor de Wet milieubeheer hield deze wet alleen een wijziging in van bijlage 1 bij de Wet milieubeheer.

112. In Stb. 2011, 163 stond eveneens een implementatiewet, nu ter implementatie van richtlijn nr. 2009/28/EG, richtlijn nr. 2009/30/EG en richtlijn nr. 2009/33/EG (de EG-richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen, de EG-richtlijn brandstofkwaliteit en de EG-richtlijn schone en energiezuinige wegvoertuigen). Deze richtlijnen werden doorgevoerd door hoofdstukken 9 en 12 van de Wet milieubeheer met een aantal bepalingen uit te breiden. Onder meer werd de Wet milieubeheer op 9 april 2011 uitgebreid met een titel 9.6 en een titel 12.4.

113. De Drinkwaterwet (Stb. 2009, 370), die op 1 juli 2011 in werking trad, wijzigde wat betreft de Wet milieubeheer alleen bijlage 1.

114. Bij Stb. 2011, 373 werd de Wet milieubeheer door wijzigingen van de hoofdstukken 4, 5 en 21 beter aangesloten aan de Kaderrichtlijn water. De wijziging trad 27 juli 2011 in werking.

115. In Stb. 2011, 278 stond de Aanpassingswet handel in emissierechten II. Deze wet wijzigde de Wet milieubeheer door aanpassing van hoofdstuk 2 aan de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en door aanvulling, verduidelijking en vereenvoudiging van de in hoofdstuk 16 opgenomen regeling van de systemen voor de handel in broeikasgas- en NOx-emissierechten. Deze laatste kwamen voort uit het project Evaluatie Emissiehandel, proefprojecten voor de opslag van CO2 en vanwege wijzigingen van verordening (EG) nr. 2216/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 december 2004 inzake een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem.

116. Door de Wet kostenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw (Stb. 2011, 120) werd een titel 15.13 toegevoegd aan hoofdstuk 15 Wet milieubeheer. Deze wijzigingswet trad op 26 oktober 2011 in werking.

117. Eveneens op 26 oktober 2011 werd hoofdstuk 17 aangepast zodat er een differentiatie kwam van de regeling voor het melden van ongewone voorvallen, zoals deze is opgenomen in titel 17.1 van de Wet milieubeheer (Stb. 2011, 452).

118. Stb. 2011, 675 wijzigde de Crisis- en herstelwet enigszins en ook de Wet milieubeheer in hoofdstuk 5. De wijziging trad 31 december 2011 in werking.

119. Stb. 2011, 183 trad in werking op 1 januari 2012. Door deze wet werd verduidelijkt wie heffingspichtig was voor afvalstoffenheffing bij kamerverhuur.

120. Op 1 januari 2012 werd ook een verdere invulling gegeven aan hoofdstuk 9 Wet milieubeheer Bepalingen inzake handelingen met producten in de Wet inzake de luchtverontreiniging en in de Wet geluidhinder alsmede de bepalingen inzake handelingen met stoffen, preparaten en producten in titel 10.3 van de Wet milieubeheer werden door Stb. 2011, 269 zoveel mogelijk samengevoegd opgenomen in hoofdstuk 9 van de Wet milieubeheer, onder meer door dit hoofdstuk uit te rusten met een titel 9.5.

121. Door de Verzamelwet van rechtswege verleende vergunning (Stb. 2011, 575) werd onder meer artikel 10.63 Wet milieubeheer gewijzigd. Vanaf 1 januari 2012 geldt bij tijdsoverschrijding dat de ontheffing op basis van dit artikel fictief is verleend.

122. In Stb. 2011, 595 werd de Tracéwet per 1 januari 2012 gewijzigd met het oog op de versnelling en verbetering van besluitvorming over infrastructurele projecten. Dit had gevolgen voor de regeling omtrent luchtkwaliteitseisen in hoofdstuk 5 Wet milieubeheer.

123. Door Stb. 2012, 128 werden vele technische verbeteringen aangebracht in de regeling voor de milieueffectrapportage. Deze wijzigingen traden 30 maart 2012 in werking.

124. Met Stb. 2012, 266 werd de Wet milieubeheer op 1 juli 2012 gewijzigd in verband met de invoering van geluidproductieplafonds en de overheveling van hoofdstuk IX van de Wet geluidhinder naar de Wet milieubeheer. Deze wet geldt als de tweede fase van de modernisering instrumentarium geluidbeleid. De regeling werd opgenomen in hoofdstuk 11 Wet milieubeheer, terwijl hoofdstuk 11 (oud) vernummerd werd tot hoofdstuk 11A. Geluidproductieplafonds is een nieuw systeem om verkeerslawaai te beheersen. De regulering geldt vooralsnog voor wegen in beheer bij het Rijk en hoofdspoorwegen (de rijksinfrastructuur). Het nieuwe systeem berust op drie pijlers: het beheersen van de geluidsbelastingen (het voorkomen van verdere onbeheerste groei), het reduceren van hoge geluidsbelastingen en de versterkte inzet van bronmaatregelen. Voor de beheersing van de geluidsbelastingen worden geluidproductieplafonds als instrument ingevoerd (de plafondsystematiek). Hoge geluidsbelastingen zullen worden aangepakt met een omvangrijke saneringsoperatie. In het kader van de versterkte inzet van bronmaatregelen zullen onder meer eisen gaan gelden voor de minimum akoestische kwaliteit bij aanleg of vervanging van een weg of spoorweg.

125. De Invoeringswet geluidproductieplafonds (Stb. 2012, 267) vernummerde hoofdstuk 11 (andere handelingen) tot hoofdstuk 11A, zodat er ruimte kwam in hoofdstuk 11 voor geluidregelgeving. Daarnaast werd de Minister bevoegd gemaakt om de geluidplafonds te handhaven.

126. Op 1 juli 2012 werd weer eens hoofdstuk 16 overhoop gehaald (Stb. 2012, 195). Nu ter implementatie van richtlijn nr. 2009/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2009 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap te verbeteren en uit te breiden (PbEU L 140) en ten behoeve van de uitvoering van verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie van 12 november 2010 inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (PbEU L 302) en verordening (EU) nr. 920/2010 van de Commissie van 7 oktober 2010 inzake een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU L 270).

127. Door de Wet revitalisering generiek toezicht (Stb. 2012, 233) verviel op 1 oktober 2012 de verplichting tot het opstellen van milieuprogramma’s. Verder werden enkele kleine bepalingen geschrapt, onder meer artikel 17.15 Wm. In deze bepaling stond de mogelijkheid van een vordering van de Minister om preventieve maatregelen te treffen bij onmiddellijke dreiging van milieuschade. Dit instrument is niet langer van toepassing op gemeenten en provincies.

128. In Stb. 2012, 682 stond de Wet aanpassing bestuursprocesrecht. Deze wet wijzigde de titel en enkele bepalingen van hoofdstuk 20 Wet milieubeheer. De wijziging trad 1 januari 2013 in werking.

129. Hoofdstukken 2 en 16 werden gewijzigd met ingang van 12 april 2013 (met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013) door Stb. 2013, 130. De wijziging hield verband met de vaststelling van Verordening (EU) nr. 600/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de verificatie van broeikasgasemissie- en tonkilometerverslagen en de accreditatie van verificateurs krachtens Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU L181) en van Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU L181).

130. Het permanent maken van de Crisis- en herstelwet door Stb. 2013, 144 met ingang van 25 april 2013 had zijn invloed op de Wet milieubeheer. Onder meer werd bepaald dat onderzoeksgegevens twee jaar geldig blijven (artikel 13.5 Wm).

131. Door Stb. 2013, 159 werd ter implementatie van een aantal artikelen van richtlijn nr. 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (PbEU L 334) enkele wijzigingen aangebracht in onder meer de Wet milieubeheer. Deze richtlijn is de opvolger van de zogenoemde IPPC-richtlijn. Het bracht met ingang van 24 mei 2013 wijzigingen aan in de hoofdstukken 1, 17, 19, 21 en 22 van de Wet milieubeheer. Onder meer werd een titel 17.1B in de wet opgenomen.

132. De Evaluatie- en uitbreidingswet Bibob (Stb. 2013, 125) bracht wijzigingen in hoofdstuk 9 Wet milieubeheer, die vanaf 1 juli 2013 in werking zijn.

133. Op 1 januari 2014 werd titel 12.2 gewijzigd. De beheerder van het risicoregister zou een taak zijn van het RIVM, maar werd feitelijk uitgevoerd door een gespecialiseerde beheersorganisatie van het Interprovinciaal Overleg (IPO). Door de wetswijziging werd titel 12.2 in overeenstemming gebracht met de praktijk. Tevens werd er voor zorg gedragen dat titel 12.2 van de Wet milieubeheer in overeenstemming is met het Besluit externe veiligheid buisleidingen.

134. Eveneens op 1 januari 2014 werd de regeling voor de handel in stikstofemissierechten ingetrokken, wat behalve op vele bepalingen van hoofdstuk 16 zijn invloed had op de artikelen 1.1, 2.2 en 21.6 en daarnaast een aantal artikelen van hoofdstuk 18.

In tabel 3 staat een overzicht van de data waarop de Wet milieubeheer is veranderd (tussen 1 september 1980 en 15 maart 2014: 140 keer). Achter de data staat een of meerdere Staatsbladen die voor de wijziging hebben zorg gedragen (totaal: 212). Ook staan de nummers van de kamerstukken vermeld, waarmee de wetswijziging parlementair is voorbereid.

Tabel 3: Wijzigingen van de Wet milieubeheer per datum

DatumStaatsbladKamerstukken

01-09-1980Stb. 1979, 44214311

01-05-1981Stb. 1980, 75714818

31-07-1982Stb. 1982, 45617328

01-01-1983Stb. 1982, 76316821

01-10-1985Stb. 1985, 49418496

01-02-1986Stb. 1985, 63916800

01-01-1987Stb. 1986, 37416529

01-09-1987Stb. 1986, 21116814

01-04-1988Stb. 1988, 11319752

27-09-1990Stb. 1990, 47821088

01-07-1992Stb. 1992, 25421407

01-01-1993Stb. 1992, 71122697

01-03-1993Stb. 1992, 41421087

Stb. 1993, 3122672

Stb. 1992, 41521163

05-05-1993Stb. 1993, 23822842

01-01-1994Stb. 1993, 28321246

Stb. 1993, 58122601

Stb. 1993, 58222500

Stb. 1993, 61022893

Stb. 1993, 65022495

Stb. 1993, 66723086

Stb. 1993, 67122690

Stb. 1993, 69023258

Stb. 1993, 71223431

01-04-1994Stb. 1994, 9922608

Stb. 1994, 13523196

01-05-1994Stb. 1994, 9023256

06-05-1994Stb. 1994, 31123604

15-05-1994Stb. 1994, 33121556

01-07-1994Stb. 1994, 39923139

Stb. 1994, 39623048

01-01-1995Stb. 1993, 66723086

Stb. 1993, 69023258

Stb. 1993, 76023472

Stb. 1994, 42023217

Stb. 1994, 76623487

Stb. 1994, 85823664

Stb. 1994, 92422851

17-05-1995Stb. 1995, 25023780

01-06-1995Stb. 1995, 18623726

18-08-1995Stb. 1995, 37523796

29-09-1995Stb. 1995, 27023770

29-12-1995Stb. 1995, 66924273

01-03-1996Stb. 1994, 79823603

01-05-1996Stb. 1996, 16324031

14-06-1996Stb. 1996, 29224604

01-07-1996Stb. 1996, 18424051

01-08-1996Stb. 1995, 52523250

01-01-1997Stb. 1996, 41123568

21-02-1997Stb. 1997, 6324749

01-03-1997Stb. 1996, 56024454

01-07-1997Stb. 1997, 18924771

01-01-1998Stb. 1993, 65022495

Stb. 1993, 69023258

Stb. 1997, 53324875

Stb. 1997, 58025464

01-04-1998Stb. 1997, 53224321

22-04-1998Stb. 1998, 22125686

17-07-1998Stb. 1998, 42325337

01-12-1998Stb. 1998, 44623429

01-01-1999Stb. 1997, 17024572

17-02-1999Stb. 1999, 3025836

26-05-1999Stb. 1999, 20826350

19-07-1999Stb. 1999, 12225972

01-01-2000Stb. 1997, 53324875

01-10-2000Stb. 2000, 18826552

01-02-2001Stb. 2001, 3026996

01-04-2001Stb. 1998, 22025211

24-08-2001Stb. 2001, 37827683

09-11-2001Stb. 2001, 51726929

21-11-2001Stb. 2001, 54827791

01-01-2002Stb. 2001, 48127472

01-04-2002Stb. 1998, 40223147

08-05-2002Stb. 2001, 34626638

Stb. 2001, 51726929

01-07-2002Stb. 2002, 10227615

01-01-2003Stb. 2002, 39927293

Stb. 2002, 54226219

20-02-2003Stb. 2002, 37427603

23-05-2003Stb. 2003, 18928651

01-06-2003Stb. 2002, 34726883

01-01-2004Stb. 1997, 17024572

Stb. 1999, 3025836

01-05-2004Stb. 2003, 18928651

20-10-2004Stb. 2004, 51129565

01-01-2005Stb. 2001, 34626638

Stb. 2004, 51129565

05-02-2005Stb. 2004, 74329701

14-02-2005Stb. 2004, 51129565

Stb. 2004, 51928835

25-02-2005Stb. 2003, 44928744

01-06-2005Stb. 2005, 23329766

22-06-2005Stb. 2005, 30328808

30-06-2005Stb. 2005, 31729972

01-07-2005Stb. 2005, 28229421

08-07-2005Stb. 2005, 34129877

01-10-2005Stb. 1998, 40323580

12-10-2005Stb. 2005, 47730046

10-11-2005Stb. 2005, 42829285

01-12-2005Stb. 2005, 43229711

28-12-2005Stb. 2005, 70530134

01-01-2006Stb. 2005, 42829285

Stb. 2005, 66629532

Stb. 2005, 66827008

08-03-2006Stb. 2005, 53028995

Stb. 2005, 53229316

01-05-2006Stb. 2006, 18930247

01-07-2006Stb. 2005, 28229421

28-09-2006Stb. 2006, 33629811

01-10-2006Stb. 2005, 67429989

13-12-2006Stb. 2006, 59330027

01-01-2007Stb. 2006, 35029879

Stb. 2006, 66630509

16-03-2007Stb. 2007, 9030639

30-03-2007Stb. 2005, 48328767

01-06-2007Stb. 2007, 18130600

12-07-2007Stb. 2007, 24830987

01-09-2007Stb. 2006, 33629811

Stb. 2006, 61130694

Stb. 2007, 4229259

17-10-2007Stb. 2007, 12530474

24-10-2007Stb. 2007, 38330958

15-11-2007Stb. 2007, 41430489

01-01-2008Stb. 2001, 34626638

Stb. 2006, 60630483

Stb. 2007, 4229259

Stb. 2007, 15230522

Stb. 2007, 22430568

Stb. 2007, 27630578

Stb. 2007, 34930848

15-03-2008Stb. 2008, 2831068

01-04-2008Stb. 2007, 42730998

01-05-2008Stb. 2008, 7731139

01-06-2008Stb. 2007, 18130600

Stb. 2008, 16630920

13-06-2008Stb. 2008, 19731295

01-07-2008Stb. 2008, 17331137

Stb. 2008, 18030938

01-08-2008Stb. 2008, 11230979

26-11-2008Stb. 2008, 47831337

01-01-2009Stb. 2005, 23329766

24-04-2009Stb. 2009, 18931721

01-07-2009Stb. 2009, 10931592

Stb. 2009, 26531124

15-07-2009Stb. 2009, 29731750

01-08-2009Stb. 2009, 15831589

10-09-2009Stb. 2009, 29731750

04-11-2009Stb. 2009, 44031894

22-12-2009Stb. 2009, 48931858

Stb. 2009, 54231844

23-12-2009Stb. 1998, 68725851

Stb. 2001, 34626638

Stb. 2009, 48931858

28-12-2009Stb. 2009, 61631859

01-01-2010Stb. 2009, 57031352

Stb. 2009, 60932128

24-02-2010Stb. 2010, 3131963

31-03-2010Stb. 2010, 13532127

23-06-2010Stb. 2010, 18732277

01-07-2010Stb. 2010, 2031755

01-09-2010Stb. 2010, 17530585

01-10-2010Stb. 2010, 13532127

Stb. 2010, 14231953

Stb. 2010, 14631968

Stb. 2010, 18732277

20-11-2010Stb. 2010, 76932367

01-12-2010Stb. 2009, 44031894

05-03-2011Stb. 2011, 10332392

Stb. 2011, 11431320

09-04-2011Stb. 2011, 16332357

01-07-2011Stb. 2009, 37030895

27-07-2011Stb. 2011, 37332427

01-09-2011Stb. 2011, 27832197

26-10-2011Stb. 2011, 12032451

Stb. 2011, 45232445

31-12-2011Stb. 2011, 67532588

01-01-2012Stb. 2004, 51129565

Stb. 2006, 61130694

Stb. 2007, 9030639

Stb. 2009, 29731750

Stb. 2011, 18332479

Stb. 2011, 20132614

Stb. 2011, 26931501

Stb. 2011, 27832197

Stb. 2011, 57532454

Stb. 2011, 59532377

23-03-2012Stb. 2012, 11432844

30-03-2012Stb. 2012, 12832828

01-07-2012Stb. 2011, 27832197

Stb. 2012, 11432844

Stb. 2012, 26632252

Stb. 2012, 26732625

Stb. 2012, 19532667

01-10-2012Stb. 2012, 23332389

01-01-2013Stb. 2011, 27832197

Stb. 2011, 34531389

Stb. 2012, 19532667

Stb. 2012, 34632574

Stb. 2012, 49333078

Stb. 2012, 68232450

12-04-2013Stb. 2013, 13033466

25-04-2013Stb. 2013, 14433135

24-05-2013Stb. 2013, 15933197

01-07-2013Stb. 2012, 11432844

Stb. 2013, 12532676

Stb. 2013, 22633455

12-12-2013Stb. 2011, 10332392

01-01-2014Stb. 2013, 12833300

Stb. 2013, 13333428

Stb. 2013, 12833300

25-01-2014Stb. 2014, 1433773

Citeren van parlementaire stukken

Er is voor deze uitleg van de Wet milieubeheer lustig geciteerd uit de kamerstukken. Toch was bij ieder artikel dusdanig herschrijving nodig dat letterlijke citering nauwelijks mogelijk is. Daarom is op een enkele uitzondering na afgezien van bronvermeldingen. Voor het geval dat is gebeurd, wordt achter het woordje ‘Bron’ het dossiernummer geplaatst met volgnummer. ‘Bron: 21087, nr. 3’ betekent dan ook dat desbetreffend citaat komt uit de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel van Vergunningen en Algemene regels.

Wie zelf wil nagaan wat in de voorbereiding van de wet over een bepaald artikel is gezegd, kan dit nagaan door bij een bepaalde artikel de Staatsbladen op te zoeken (die staan onder het kopje Algemeen bij elk artikel) en vervolgens in tabel 3 na te gaan onder welk dossiernummer het Staatblad is voorbereid. De kamerstukken die na 1 januari 1995 zijn gepubliceerd, kunnen geraadpleegd worden bij www.overheid.nl, die van voor 1 januari 1995 bij www.statengeneraaldigitaal.nl.

Uitvoeringsregels

De Wet milieubeheer kent 247 uitvoeringsbesluiten en -regelingen. Deze worden hieronder genoemd in tabel 4:

Tabel 4: Uitvoeringsbesluiten en -regelingen van de Wet milieubeheer

1. Aanpassingsbesluit Bouwbesluit 2012

2. Aanpassingsbesluit dienstenrichtlijn

3. Aanpassingsbesluit Geneesmiddelenwet

4. Aanpassingsbesluit handel in emissierechten III

5. Aanpassingsbesluit Politiewet 2012

6. Aanpassingsbesluit veiligheidsregio’s

7. Aanpassingsbesluit Zorgverzekeringswet

8. Aanwijzing Rijksdienst voor het Wegverkeer als keuringsinstantie

9. Aanwijzing toezichthoudende ambtenaren sanering loden drinkwaterleidingen

10. Aanwijzingsbesluit instantie voor bijhouden lijst inzamelaars, vervoerders, handelaars en bemiddelaars van afvalstoffen

11. Aanwijzingsbesluit memorandum 60

12. Activiteitenbesluit milieubeheer

13. Activiteitenregeling milieubeheer

14. Administratiebesluit milieugevaarlijke stoffen en preparaten

15. Asbestverwijderingsbesluit 2005

16. Besluit aanwijzing ambtenaren VROM-regelgeving

17. Besluit aanwijzing instantie melden afgifte afvalstoffen

18. Besluit aanwijzing keuringsinstantie geluidproduktie motorvoertuigen

19. Besluit algemene regels milieu mijnbouw

20. Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij

21. Besluit asbestwegen milieubeheer

22. Besluit beheer autobanden

23. Besluit beheer autowrakken

24. Besluit beheer batterijen en accu’s 2008

25. Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur

26.Besluit beheer verpakkingen en papier en karton

27. Besluit beheer winningsafvalstoffen

28. Besluit bodemkwaliteit

29. Besluit brandstoffen luchtverontreiniging

30. Besluit broeikasgassen in apparatuur op schepen milieubeheer

31. Besluit derogatie (luchtkwaliteitseisen)

32. Besluit detergentia milieubeheer

33. Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A

34. Besluit etikettering energieverbruik energiegerelateerde producten

35. Besluit externe veiligheid buisleidingen

36. Besluit externe veiligheid inrichtingen

37. Besluit gefluoreerde broeikasgassen milieubeheer

38. Besluit geluid milieubeheer

39. Besluit geluidproduktie bromfietsen

40. Besluit geluidproduktie motorvoertuigen

41. Besluit geluidproduktie sportmotoren

42. Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer

43. Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen)

44. Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden

45. Besluit handel in emissierechten

46. Besluit hefschroefvliegtuigen bij ziekenhuizen milieubeheer

47. Besluit hernieuwbare energie vervoer

48. Besluit identificatie en registratie van dieren

49. Besluit informatie inzake rampen en crises

50. Besluit intrekking Besluit financiële zekerheid milieubeheer en herstel enkele gebreken in enkele besluiten op de beleidsterreinen van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

51. Besluit inzamelen afvalstoffen

52. Besluit kleiduivenschieten milieubeheer

53. Besluit kostenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw

54. Besluit kwaliteitseisen en monitoring water

55. Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009

56. Besluit kwik en kwikhoudende producten milieubeheer

57. Besluit lozen buiten inrichtingen

58. Besluit lozing afvalwater huishoudens

59. Besluit LPG-tankstations milieubeheer

60. Besluit luchtkussenvoertuigen Wet geluidhinder

61. Besluit maatregelen richtwaarden (luchtkwaliteitseisen)

62. Besluit Mandaat Bestuur Nederlandse emissieautoriteit 2012

63. Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen

64. Besluit milieueffectrapportage

65. Besluit milieusubsidies

66. Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval

67. Besluit nadere omschrijving begrip autowrakken

68. Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)

69. Besluit omgevingsrecht

70. Besluit organisch-halogeengehalte van brandstoffen

71. Besluit organische oplosmiddelen in verven en vernissen milieubeheer

72. Besluit rendementseisen cv-ketels

73. Besluit risico’s zware ongevallen 1999

74. Besluit RVC's, regionaal zorgbudget en praktijkscholen met declaratiebekostiging

75. Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen

76. Besluit subsidiëring stichting advisering bestuursrechtspraak milieu en ruimtelijke ordening.

77. Besluit typekeuring bromfietsen luchtverontreiniging

78. Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines

79. Besluit typekeuring motorrijtuigen luchtverontreiniging

80. Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen

81. Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, derde tranche

82. Besluit uitvoering verordening in- en uitvoer gevaarlijke chemische stoffen milieubeheer 2008

83. Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer

84. Besluit vaststelling monitoringsprogramma kaderrichtlijn water

85. Besluit vaststelling voor de jaren 2011 en 2012 van een hoeveelheid CO2-emissies voor het systeem van kostenverevening voor de glastuinbouw

86. Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten

87. Besluit vervangingskatalysatoren motorvoertuigen luchtverontreiniging

88. Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen

89. Bijdragenbesluit openbare lichamen milieubeheer

90. Binnenvaartbesluit

91. Binnenvaartregeling

92. Drinkwaterbesluit

93. Drinkwaterregeling

94. Erkenningsbesluit instantie Besluit inzamelen afvalstoffen

95. Instructie-regeling lozingsvoorschriften milieubeheer

96. Intrekkingsregeling diverse regelingen in verband met wijziging Wet geluidhinder

97. Invoeringsbesluit Waterwet

98. Invoeringsbesluit Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

99. Keuringsreglement typekeuring bromfietsen luchtverontreiniging

100. Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten

101. POP-besluit milieubeheer

102. Productenbesluit asbest

103. Productenregeling asbest

104. Regelen grenswaarden voor hexachloorcyclohexaan

105. Regelen met betrekking tot grenswaarden voor kwik

106. Regeling aanpassing stad-en-milieu-benadering

107. Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk

108. Regeling acceptatie afvalstoffen op stortplaatsen

109. Regeling algemene regels milieu mijnbouw

110.Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk

111. Regeling elektronische aanvragen en meldingen Vuurwerkbesluit

112. Regeling beheer autobanden

113. Regeling beheer batterijen en accu’s 2008

114. Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur

115. Regeling beoordeling reinigbaarheid grond 2006

116. Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007

117. Regeling bepaling biochemisch zuurstofverbruik

118. Regeling bepalingsmethoden organisch-halogeengehalte van brandstoffen

119. Regeling bevordering aankoop schone en energiezuinige voertuigen

120. Regeling bodemkwaliteit

121. Regeling brandstoffen luchtverontreiniging

122. Regeling EG-verordening overbrenging van afvalstoffen

123. Regeling elektronische aanvragen en meldingen Vuurwerkbesluit

124. Regeling etikettering energiegebruik lampen

125. Regeling etikettering energiegebruik ovens

126. Regeling etikettering energiegebruik was-droogcombinaties

127. Regeling Europese afvalstoffenlijst

128. Regeling ex. artikel 2a Besluit typekeuring motorrijtuigen luchtverontreiniging

129. Regeling ex. artikel 3a Besluit typekeuring motorrijtuigen luchtverontreiniging

130. Regeling externe veiligheid buisleidingen

131. Regeling externe veiligheid inrichtingen

132. Regeling formulieren verpakkingen

133. Regeling gefluoreerde broeikasgassen brandbeveiligingssystemen

134. Regeling gefluoreerde broeikasgassen en gereguleerde stoffen koelinstallaties

135. Regeling gefluoreerde broeikasgassen hoogspanningsschakelaars

136. Regeling gegevensverstrekking ACM

137. Regeling geluid milieubeheer

138. Regeling geluidemissie buitenmaterieel

139. Regeling geluidplafondkaart milieubeheer

140. Regeling geluidproduktie sportmotoren

141. Regeling genetisch gemodificeerde organismen

142. Regeling gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur

143. Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden

144. Regeling grenswaarde VCM-luchtemissies s-PVC-inrichtingen milieubeheer

145. Regeling grenswaarden afvalwater s-PVC-productie

146. Regeling grenswaarden afvalwater VCM-bedrijven

147. Regeling grenswaarden luchtemissies VCM-inrichtingen milieubeheer

148. Regeling grenswaarden voor asbest

149. Regeling grenswaarden voor cadmium in afvalwater

150. Regeling grenswaarden voor chloroform in afvalwater

151. Regeling grenswaarden voor DDT in afvalwater

152. Regeling grenswaarden voor drins in afvalwater

153. Regeling grenswaarden voor EDC in afvalwater

154. Regeling grenswaarden voor HCB in afvalwater

155. Regeling grenswaarden voor HCBD in afvalwater

156. Regeling grenswaarden voor PCP in afvalwater

157. Regeling grenswaarden voor PER in afvalwater

158. Regeling grenswaarden voor TCB in afvalwater

159. Regeling grenswaarden voor tetra in afvalwater

160. Regeling grenswaarden voor TRI in afvalwater

161. Regeling handel in emissierechten

162. Regeling hernieuwbare energie vervoer

163. Regeling identificatie en registratie van dieren 2003

164. Regeling inrichting landelijk gebied

165. Regeling instemming deelname aan Kyoto-projectactiviteiten

166. Regeling intrekking en overgangsbepalingen Tijdelijke regeling energiepremies 2003

167. Regeling intrekking enkele subsidieregelingen en een subsidieprogramma

168. Regeling intrekking Regeling EEG-verordening overbrenging van afvalstoffen

169. Regeling inzamelaars, vervoerders, handelaars en bemiddelaars van afvalstoffen

170. Regeling keuringsvoorschriften en EEG-documenten geluidproduktie motorvoertuigen

171. Regeling keuringsvoorschriften motorrijtuigen luchtverontreiniging

172. Regeling kleiduivenschieten milieubeheer

173. Regeling landelijke voorziening Omgevingsloket Online

174. Regeling leges omgevingsvergunning Rijksoverheid

175. Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater

176. Regeling lekdichtheidsvoorschriften koelinstallaties 1997

177. Regeling lozen buiten inrichtingen

178. Regeling lozing afvalwater huishoudens

179. Regeling materialen en chemicaliën drink- en warm tapwatervoorziening

180. Regeling mededelingenformulier batterijen en accu’s 2008

181. Regeling meetmethoden emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A 2005

182. Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen

183. Regeling monitoring kaderrichtlijn water

184. Regeling nadere voorschriften asbestwegen milieubeheer

185. Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)

186. Regeling niet-reinigbaar straalgrit

187. Regeling omgevingsrecht

188. Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer

189. Regeling overige pyrotechnische artikelen

190. Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007

191. Regeling risico’s zware ongevallen 1999

192. Regeling scheiden en gescheiden houden van gevaarlijke afvalstoffen

193. Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012

194. Regeling stortplaatsen voor baggerspecie op land

195. Regeling taken Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen

196. Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom

197. Regeling typekeuring geluidproduktie bromfietsen

198. Regeling typekeuring uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen

199. Regeling typering gasgevoede motorrijtuigen luchtverontreiniging

200. Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines

201. Regeling vaststelling subsidieplafond sanering verkeerslawaai 2006 en criteria subsidieverlening

202. Regeling vaststelling subsidieplafond sanering verkeerslawaai 2007

203. Regeling vaststelling subsidieplafond sanering verkeerslawaai 2008

204. Regeling vaststelling subsidieplafond sanering verkeerslawaai 2009

205. Regeling vaststelling subsidieplafond sanering verkeerslawaai 2009/2

206. Regeling vaststelling subsidieplafond sanering verkeerslawaai 2010

207. Regeling vaststelling subsidieplafond sanering verkeerslawaai 2011

208. Regeling vaststelling subsidieplafond sanering verkeerslawaai 2013

209. Regeling vaststelling verhoogd subsidieplafond ten behoeve van afhandeling aanvragen Tijdelijke subsidieregeling maatwerkadviezen voor woningen

210. Regeling verhoging subsidieplafond en uitbreiding subsidiemogelijkheden zware bestelauto’s en mobiele machines binnen de Subsidieregeling emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen

211. Regeling verklaring stortverbod afvalstoffen 2013

212. Regeling verwijdering PCB’s

213. Regeling verzoek afvalbeheersbijdragen

214. Regeling zeevarenden

215. Regels over het ontwerpen, bouwen, aanpassen en onderhouden van openbare riolen

216. Registratiebesluit externe veiligheid

217. Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn (RSP)

218. Reken- en meetvoorschrift geluid 2012

219. Saneringsregeling asbestwegen derde fase

220. Saneringsregeling asbestwegen tweede fase

221. Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart

222. Scheepsafvalstoffenregeling Rijn- en binnenvaart

223. Smogregeling 2010

224. Stortbesluit bodembescherming

225. Subsidiebesluit openbare lichamen milieubeheer

226. Subsidieregeling aanpak milieudrukvermindering 2007

227. Subsidieregeling emissiearme taxi’s en bestelauto’s

228. Subsidieregeling emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen met een dieselmotor

229. Subsidieregeling Programmafinanciering EV-beleid voor andere overheden

230. Subsidieregeling programmafinanciering EV-beleid voor andere overheden 2006-2010

231. Subsidieregeling programmafinanciering lokale luchtkwaliteitsmaatregelen

232. Subsidieregeling sanering verkeerslawaai

233. Subsidieregeling servicepunten milieuwethandhaving

234. Uitvoering Besluit typekeuring bromfietsen luchtverontreiniging

235. Uitvoeringsbesluit EG-verordening ozonlaagafbrekende stoffen

236. Uitvoeringsbesluit EG-verordening PRTR en PRTR-protocol

237. Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet

238. Uitvoeringsregeling EG-verordening PRTR en PRTR-protocol

239. Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

240. Uitvoeringsregeling Stortbesluit bodembescherming

241. Verordening identificatie en registratie van paardachtigen (PVV) 2009

242. Verordening PT CO2 sectorsysteem glastuinbouw 2011

243. Vervolgsubsidieregeling BANS klimaatconvenant 2007

244. Vrijstellingsbesluit geluidproduktie motorvoertuigen landsverdediging

245. Vrijstellingsregeling plantenresten

246. Vuurwerkbesluit

247. Warenwetbesluit drukverpakkingen

Sommige uitvoeringsbesluiten en -regels zullen in het vervolg niet of maar marginaal worden behandeld. Aan anderen wordt meer aandacht besteed. Daarbij is een belangrijk criterium of de wettekst op zichzelf inzichtelijk genoeg is dan wel dat voor een beter begrip aandacht moet worden besteed aan een algemene maatregel van bestuur of een ministeriële regeling.