Identiteitsbeginsel: De eerste zin van art. 28 lid 2 Richtlijn 2014/24: “Alleen de ondernemers die na beoordeling van de verstrekte informatie door de aanbestedende dienst daartoe worden verzocht, kunnen een inschrijving doen.” Wet: Art. 1.1 Aanbestedingswet 2012 (begripsbepaling van de niet-openbare procedure).
Implementatie: De omzetting van Europese rechtsregels naar/in nationale rechtsregels. Lit: Hebly en Meesters 2016: blz. 106 e.v.
Implementatiewetgeving: Nationale wetgeving die betrekking heeft op de implementatie van EU-rechtsregels.
Inbesteden (1): Van inbesteden is sprake als eerder uitbestede werkzaamheden aan een marktpartij weer zelf door de aanbestedende dienst verricht gaan worden. Lit: Van der Horst en Schenk: blz. 188-189.
Inbesteden (2): In de praktijk gehanteerd begrip voor ‘quasi inbesteden’ en/of voor het verlenen van ‘in-house opdrachten’.
Inbreukprocedure: Het belangrijkste instrument dat de Europese Commissie in het kader van haar toezicht kan hanteren. Meestal wordt een inbreukprocedure ingesteld naar aanleiding van een klacht, maar de Commissie kan ook op eigen initiatief een inbreukprocedure tegen een lidstaat instellen. Wet: Art. 258 VWEU. Lit: Van der Horst en Schenk 2018: blz. 149 en par. 12.8. Essers 2013: blz. 595.
Incoterms 2019: (International Commercial Terms) zijn internationale standaardvoorwaarden over de rechten en plichten van de koper en verkoper bij internationaal transport van goederen, ontwikkeld en gepubliceerd door de Internationale Kamer van Koophandel. Zie ook https://www.iaspaper.net/incoterms-ddp-upsc-economics/.
Informatieplicht: Plicht van de aanbestedende dienst om relevante informatie ter beschikking te stellen. Wet: Art. 2.53 Aanbestedingswet 2012. Jur: Rechtbank Den Haag 5 oktober 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:11869, r.o. 5.7: “[…] De hiervoor al benoemde verplichting van de aanbestedende dienst om voldoende helderheid te verschaffen over de aard en omvang van de aan te besteden opdracht kan niet op de inschrijvers worden afgewenteld. Voorts acht de voorzieningenrechter de genoemde vragen reëel. Het is voldoende aannemelijk dat inschrijvers zonder de gevraagde informatie niet of nauwelijks kunnen inschatten of zij in staat zijn de opdracht uit te voeren. Dat er wel inschrijvingen zijn gedaan, ook van inschrijvers die buiten de gemeenten zijn gevestigd, kan niet tot een andere conclusie leiden. […]”
Ingrijpen in de overeenkomst: De (naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure gesloten) overeenkomst aantasten. Jur: Hoge Raad 18 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2638, r.o. 3.7.3: “Uit deze toelichting volgt dat is beoogd dat de als resultaat van de gunningsbeslissing tot stand gekomen overeenkomst wegens strijd met aanbestedingsregels slechts aantastbaar is op de gronden vermeld in art. 4.15 lid 1 Aanbestedingswet 2012, en dat deze in andere gevallen slechts aantastbaar is in het geval van wilsgebreken en in het geval van nietigheid of vernietigbaarheid ingevolge art. 3:40 BW (op een andere grond dus dan strijd met aanbestedingsregels). Dit strookt met het blijkens de toelichting nadrukkelijk met de regeling beoogde evenwicht tussen de verschillende bij een aanbesteding betrokken belangen en de bedoeling om, in verband daarmee, ten behoeve van de aanbestedende dienst en degene aan wie deze de opdracht gunt, te waarborgen dat geen te grote of te langdurige onzekerheid ontstaat over de vraag of de overeenkomst gesloten en uitgevoerd kan worden. […]”
In house: Binnen de eigen organisatie.
In-house opdrachten: Een aanbestedende dienst laat werkzaamheden verrichten door een niet-verzelfstandigd, niet rechtens te onderscheiden, onderdeel/dienst van diezelfde aanbestedende dienst. Men blijft (echt) ‘in het eigen huis’. Dergelijke werkzaamheden vallen buiten het aanbestedingsregime, want er komen geen overheidsopdrachten tot stand. Lit: Van Nouhuys 2015, blz. 145 e.v. Fischer-Braams 2015, blz. 169 e.v. Van Romburgh 2017: par 3.6. Van der Horst en Schenk 2018: blz. 197-198.
Inkoop (1): “Alles waar een externe factuur tegenover staat.” Bron: Telgen (1994 en 1998)
Inkoop (2): “De bedrijfsfunctie die zorg draagt voor de beschikbaarheid van benodigde grondstoffen, hulpstoffen, componenten en andere goederen en diensten. De vereiste goederen en diensten dienen op het juiste tijdstip in de vereiste hoeveelheid ter beschikking van de aanvrager te staan tegen de laagste kosten.” Bron: Van Weele (2008).
Inkoop (3): “Alle activiteiten gericht op het beheersen en sturen van stromen van inkomende goederen en diensten vanaf het moment dat deze de leveranciers verlaten tot en met het ge- en of verbruik in de organisatie.” Bron: Van Weele, Berkel-Schoonen en Walhof (2017).
Inkoop (4): “Inkoop is de functie binnen een aanbestedende dienst die uit oogpunt van haar taak verantwoordelijk is voor de levering van goederen, diensten en werken overeenkomstig de overeengekomen eisen en voorwaarden en tegen de beste condities, met inachtneming van het aanbestedingsrechtelijk kader.” Bron: Van der Horst en Schenk (2018).
Inkoop (5): “De functie binnen een gemeente die uit oogpunt van haar taak bevoegd en verantwoordelijk is voor het tegen betaling verkrijgen van werken, leveringen of diensten van derden(-ondernemers) ter verwezenlijking van (een) doelstelling(en) van de gemeente.” Bron: Van de Water (2016).
Inkoop- en aanbestedingsbeleid: Vrijwillig door de aanbestedende dienst vastgesteld beleid, met in beginsel interne werking, maar onder omstandigheden ook met externe werking (en daarmee werking en gebondenheid jegens derden). Jur: Rechtbank Rotterdam 12 december 2012, ECLI:NL:RBROT:2012:BY5974, r.o. 4.4: “TSN stelt voorts dat de gemeente op grond haar eigen inkoop- en aanbestedingsbeleid (zie 2.1) gehouden is om de onderhavige opdrachten openbaar aan te besteden. Op zich komt TSN geen direct beroep op dit interne beleid toe. Dat neemt echter niet weg dat de gemeente bij aanbestedingen haar eigen beleidsregels in acht dient te nemen. Of de gemeente op grond van haar beleidsregels al dan niet terecht heeft besloten om niet tot het openbaar aanbesteden van de onderhavige opdrachten over te gaan, kan de voorzieningenrechter slechts marginaal toetsen.” Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par. 4.4.
Inkoopbehoefte: De eigen inkoopbehoefte van de aanbestedende dienst. Jur: HvJ EU 28 november 2018 in zaak C-328/17 (Amt Azienda Trasporti e Mobilità e.a.), r.o. 57: “[…] Gelet op het feit dat de aanbestedende dienst vrij is in de beoordeling van zijn behoeften, kan niet van tevoren worden uitgesloten dat de keuze van de Regio om de vervoerdiensten op regionaal niveau te organiseren legitiem was omdat deze bijvoorbeeld was ingegeven door economische overwegingen, zoals de wens om schaalvoordelen te realiseren.”
Inkoopfunctie: Begrip dat gebruikt wordt om alle werkzaamheden die tijdens het inkoopproces moeten worden uitgevoerd te benoemen; van het vaststellen van de functionele inkoopbehoefte tot en met het controleren van de geleverde prestaties. Lit: Van Weele, Berkel-Schoonen en Walhof 2017: blz. 27. Van der Horst en Schenk 2018: par. 4.7.
Inkoopproces (1): Begrip dat gebruikt wordt om de fasen van/bij (het) inkopen volgens het inkoopprocesmodel te benoemen. Van Weele onderscheidt de navolgende fasen: specificeren, selecteren, contracteren, bestellen, bewaken, nazorg en evaluatie. Lit: Van Weele, Berkel-Schoonen en Walhof 2017: blz. 57.
Inkoopproces (2): “Het inkoopproces bij een gemeente betreft een reeks samenhangende handelingen in de voorbereiding, in de precontractuele fase, en in de contractuele (uitvoerings-) fase van overeenkomsten die betrekking hebben op het verkrijgen van werken, leveringen of diensten van derden(-ondernemers) ter verwezenlijking van (een) doelstelling(en) van de gemeente.” Bron: Van de Water (2017).
Inkoopprocesmodel: Begrip dat gebruikt wordt om de onderscheidenlijke fasen van het inkoopproces te benoemen: ‘vaststellen functionele inkoopbehoefte’, ‘voorbereiding’, ‘specificeren’, ‘preselectie leveranciers’, ‘keuze aanbieding’, ‘contracteren’, ‘uitvoering/bestellen’ en ‘contractmanagement’. Lit: Van Weele, Berkel-Schoonen en Walhof 2017: blz. 28. Van der Horst en Schenk 2018: par. 4.6.
Inkoopstrategie (1): De wijze waarop men het inkoopbeleid wil realiseren. De inkoopstrategie is de resultante van externe ontwikkelingen (marktontwikkelingen, nieuwe technologieën) enerzijds en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, het doel en de toebedeelde taken van de organisatie anderzijds. De inkoopstrategie is dan ook per definitie dynamisch. Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par. 4.5.
Inkoopstrategie (2): Term die gebruikt wordt om het document dat de inkoopstrategie in het individuele geval weergeeft en bijvoorbeeld invulling geeft aan art. 1.4 lid 1 Aanbestedingswet 2012, te benoemen.
Inkoopvoorwaarden: Algemene voorwaarden die zijn opgesteld door de aanbestedende dienst.
Inkoper: Persoon die vakmatig verantwoordelijk is voor de inkoop en/of het inkoopbeleid van werken, goederen en/of diensten bij aannemers, leveranciers en/of dienstverleners van de eigen organisatie.
InkopersCafé: Online ontmoetingsplaats voor inkopers (www.inkopers-cafe.nl).
Inlichtingen: Een ondernemer kan inlichtingen vragen over een specifieke aanbestedingsprocedure. De aanbestedende dienst beantwoordt de gestelde vragen in een nota van inlichtingen, die hij aan alle gegadigden of inschrijvers verzendt. Wet: Art. 2.53 Aanbestedingswet 2012.
Innovatie (1): De toepassing van een nieuw of aanmerkelijk verbeterd product, een nieuwe of aanmerkelijk verbeterde dienst of een nieuw of aanmerkelijk verbeterd proces. Wet: Art. 1.1 Aanbestedingswet 2012.
Innovatie (2): De toepassing van een nieuw of aanmerkelijk verbeterd product, een nieuwe of aanmerkelijke verbeterde dienst of een nieuw of aanmerkelijk verbeterd proces, waaronder, maar niet beperkt tot productie-, bouw- of constructieprocessen, een nieuwe verkoopmethode of een nieuwe organisatiemethode in de bedrijfsvoering, organisatie op de werkvloer of de externe betrekkingen, onder meer om maatschappelijke problemen te helpen oplossen dan wel om de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei te ondersteunen. Richtlijn: Art. 2 lid 1 sub 22 Richtlijn 2014/24/EU.
Innovatief inkopen: Een wijze van inkopen waarmee naar innovatieve oplossingen wordt gezocht. Voor innovatief inkopen bestaan geen blauwdrukken. Het is telkens een kwestie van voortdurend analyseren en interpreteren. Wat in de ene situatie succesvol is, is dat niet noodzakelijkerwijs ook in de andere. Innovatief inkopen is ook tijdgebonden; wat vandaag innovatief is, is morgen professioneel of traditioneel. Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par.4.9.
Innovatiepartnerschap: De procedure als bedoeld in § 2.2.1.6 en § 2.3.8.7a Aanbestedingswet 2012. Het doel van deze procedure is het ontwikkelen van innovatieve producten, diensten of werken én de daaropvolgende aankoop van de daaruit resulterende leveringen, diensten of werken, mits deze voldoen aan het kwaliteits- en kostenniveau dat tussen de aanbestedende dienst en de partner(s) is afgesproken. De zogeheten ‘precommerciële fase’ kan worden gecombineerd met de commerciële fase. Wet: artt. 2.31a, 2.31b, 2.126b, 2.126c en 2.126d Aanbestedingswet 2012. Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par. 9.7. Chao 2014: blz. 219 e.v. Hofmeijer en Rasenberg 2018: blz. 19 e.v.
Inschrijfkosten: Kosten die gemoeid zijn met een aanbestedingsprocedure (voor zowel de aanbestedende dienst, als de inschrijvers).
Inschrijver: Een ondernemer die een inschrijving op een aanbestedingsprocedure heeft gedaan. Wet: Art. 1.1 Aanbestedingswet 2012.
Inschrijving: Een aanbod (offerte) in een aanbestedingsprocedure. Een en ander in de zin van art. 6: 217 lid 1 BW: “Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan.”
Inschrijving onder voorwaarde: Een niet onvoorwaardelijke inschrijving. Een inschrijving waar voorwaarden en/of voorbehouden aan kleven. Jur: Hof Den Haag 12 juli 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:2142, r.o. 16: “Het hof stelt voorop dat een aanbestedende partij, die heeft bepaald dat zij geen voorwaardelijke biedingen of biedingen onder voorbehoud accepteert, zekerheid moet hebben dat inschrijvingen onvoorwaardelijk en zonder voorbehoud zijn gedaan. Alleen dan zijn de verschillende biedingen immers met elkaar vergelijkbaar. […]”
Inschrijvingsbiljet (1): Document waarmee kan (moet) worden ingeschreven. Jur: Rechtbank Den Haag 7 augustus 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:10963, r.o. 3.4: “Voor zover U-Diagnostics nog heeft gesteld dat de Staat heeft nagelaten om bij U-Diagnostics informatie in te winnen over de geoffreerde nultarieven en dat haar een gelegenheid tot herstel had moeten worden geboden, wordt overwogen dat de Staat hiertoe naar voorlopig oordeel niet gehouden was, aangezien het niet of onvolledig invullen van een Inschrijvingsbiljet niet kan worden aangemerkt als een omissie die zich voor eenvoudig herstel leent.”
Inschrijvingsbiljet (2): Op grond van de RAW-systematiek voorgeschreven document waarmee men moet inschrijven.
Inschrijvingskosten: Kosten die een inschrijver maakt om in te schrijven op een aanbestedingsprocedure. Jur: Rechtbank Rotterdam 21 september 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:7915, r.o. 4.14: “[…] Het gaat om eigen, interne, met de inschrijving gemoeide kosten. Gesteld wordt dat het aantal uren dat Jeugd- en Jongerenwerk heeft besteed aan het opstellen van de voor de inschrijving vereiste documenten en de presentatie die zij heeft gegeven aan de gemeente ongeveer 100 bedraagt. Bij een uurtarief van € 50,-, levert dat een kostenpost van € 5.000,- op, aldus Jeugd- en Jongerenwerk. Naar voorlopig oordeel moeten deze kosten echter worden gerekend tot de normale bedrijfskosten c.q. het normale bedrijfsrisico van de inschrijver en komen deze niet voor vergoeding in aanmerking. […]”
Inschrijvingsstaat: Op grond van de RAW-systematiek voorgeschreven document waarmee men moet inschrijven. Jur: Rechtbank Noord-Nederland 16 december 2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:5753, r.o. 4.3: “In de door Frisia gegeven toelichting staat vermeld dat de uitvoeringskosten waren opgenomen in de eenheidsprijzen. Als onbetwist staat vast dat zulks in strijd is met het bepaalde in artikel 01.01.03 van de RAW, nu daarin uitdrukkelijk staat vermeld dat uitvoeringskosten niet in de eenheidsprijzen mogen zijn begrepen. Daarmee is er naar het oordeel van de voorzieningenrechter sprake van een ongeldige inschrijving. […]”
Insourcing: Het besluit om bepaalde goederen of diensten binnen de eigen organisatie te realiseren en dus niet op zoek te gaan naar een externe (derde) leverancier.
Inspanningsgerichte overeenkomst: Van de opdrachtnemer wordt, in tegenstelling tot de resultaatgerichte overeenkomst, slechts verlangd dat hij zijn best doet het beoogde resultaat te realiseren. De overeenkomst omvat (slechts) inspanningsverplichtingen (-verbintenissen).
Integriteit: Onkreukbaarheid of rechtschapenheid. Centraal staat dat betrokkene zich niet laat leiden door oneigenlijke belangen. Hij of zij handelt in het belang van de organisatie of de samenleving en laat zich daarvan niet afleiden door eigenbelang of door specifieke groepsbelangen. De functionaris is onomkoopbaar, onbaatzuchtig. Lit: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2003. Van der Horst en Schenk 2018: par. 2.5 en 4.3.
Intellectuele eigendomsrechten: Verzamelnaam voor een aantal rechten, waaronder enerzijds de industriële eigendomsrechten zoals de octrooien of patenten, uitvindingen, handelsmerken en modellen, en anderzijds de artistieke eigendomsrechten, waaronder het auteursrecht, de naburige rechten en de bescherming van de databanken en van computerprogramma’s of software.
Interne sfeer: Alle elementen van de (overheids)opdracht vallen (slechts) binnen een lidstaat. Jur: HvJ EG 22 december 2010 in zaak C-245/09 (Omalet NV/Rijksdienst voor Sociale Zekerheid), r.o. 12: “Het is namelijk vaste rechtspraak dat de Verdragsbepalingen betreffende de vrijheid van dienstverrichting niet van toepassing zijn op activiteiten waarvan alle relevante elementen geheel in de interne sfeer van een enkele lidstaat liggen […].”
Interpretatieve mededeling: Een Interpretatieve mededeling, in het Engels, een ‘Explanatory Note’, is een document waar een bepaalde zienswijze van de Europese Commissie is neergelegd.
Interstatelijk: Tussen de lidstaten van de EU. Lit: Van de Hel en Raats 2018: blz. 2.5 e.v.
Interview: (Onder voorwaarden toegestaan) Middel ter beoordeling van (de ‘kwaliteiten’ van) een persoon die concreet wordt aangeboden in verband met de uitvoering van de opdracht. Wet: Art. 2.115 lid 2 sub g Aanbestedingswet 2012. Jur: Hof Den Haag 17 maart 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:413, r.o. 15: “Binnen het kader van deze uitgangspunten acht het hof het houden van een interview niet per definitie onmogelijk. Daarbij kan van de aanbestedende dienst niet worden gevergd dat deze tevoren bekend maakt welke vragen in het interview worden gesteld, omdat dat een strategische beantwoording in de hand zou werken. […]”
Intransparant: Niet transparant, ondoorzichtig. Jur: Rechtbank Oost-Brabant 25 november 2016, ECLI:NL:RBOBR:2016:6603, r.o. 4.10: “[…] Rechters gedijen bij harde feiten naast een scherpe maatstaf. Beide ontbreken hier. Wie evenwel, zoals hier [eiseres], inschrijft op een aanbesteding, waarin vooraf voor alle inschrijvers op gelijke voet kenbaar is dat er sprake is van ruim omschreven subgunningscriteria en een open norm als maatstaf (het is vooraf transparant dat het intransparant zal zijn), kan van de rechter, die op het terrein van de opdracht over minder specifieke expertise pleegt te beschikken dan de aanbestedende dienst en de doorgaans deskundige inschrijvers, slechts een beperkte toetsing van de beoordeling van de inschrijving verwachten. […]”
Intrapublieke opdrachten: Opdrachtverlening van de ene aanbestedende dienst aan een andere. Wet: Artt. 2.24 sub a en 2.24c Aanbestedingswet 2012. Jur: HvJ EG 18 januari 2007, C-220/05, r.o. 62: “Bijgevolg is een aanbestedende dienst niet vrijgesteld van de verplichting om de in de richtlijn vastgestelde procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken toe te passen, op grond dat hij voornemens is de betrokken overeenkomst te sluiten met een tweede aanbestedende dienst.” Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par. 6.7.9. Verberne en De Meij 2013: blz. 138 e.v.
Intrekken aanbestedingsprocedure: Beëindigen en (het) van de markt halen van de aanbestedingsprocedure. Jur: HvJ EU 11 december 2014 in zaak C-440/13 (Croce Amica One Italia Srl), r.o. 35: “Bijgevolg verzet het Unierecht zich er niet tegen dat de lidstaten in hun wettelijke regeling voorzien in de mogelijkheid om een besluit tot intrekking van een aanbesteding vast te stellen. Een dergelijk besluit kan zijn ingegeven door redenen die met name verband houden met de beoordeling of het uit het oogpunt van het algemeen belang opportuun is om een aanbestedingsprocedure te voltooien, onder meer gelet op het feit dat de economische context of de feitelijke omstandigheden dan wel de behoeften van de betrokken aanbestedende dienst zijn gewijzigd. Aan een dergelijk besluit kan ook de vaststelling ten grondslag liggen dat het concurrentieniveau te laag was, gelet op het feit dat aan het einde van de procedure voor het plaatsen van de betrokken opdracht nog slechts één inschrijver geschikt bleek om deze uit te voeren.”
Intrekken gunningsbeslissing: Ongedaan maken van de (eerder bekend gemaakte) gunningsbeslissing. Jur: Rechtbank Gelderland 26 april 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:2447, r.o. 4.4: “De voorzieningenrechter stelt vast dat de gemeente haar voorlopige gunningsbeslissing van 21 februari 2017 bij brief van 7 april 2017 heeft ingetrokken en dat zij een nieuwe voorlopige gunningsbeslissing heeft genomen, inhoudende dat de inschrijving van [eiser] alsnog ongeldig wordt verklaard. Daarbij is [eiser] een nieuwe standstill-termijn gegeven van 10 kalenderdagen na dagtekening van genoemde brief. […]”
Intrekkingsbesluit: Besluit van de aanbestedende dienst, waarmee de aanbestedingsprocedure wordt ingetrokken. Jur: Hof Arnhem-Leeuwarden 12 januari 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:130, r.o. 4.8: “Bij de beoordeling hiervan stelt het hof voorop dat het in dit geval inderdaad niet gaat om de beoordeling van bezwaren tegen een gunningsbeslissing, maar om bezwaren tegen het door de gemeente genomen intrekkingsbesluit. Voor de vraag in hoeverre een dergelijk besluit door de rechter kan worden getoetst, is bepalend wat het Hof van Justitie EU daarover in zijn arrest van 11 december 2014 (C-440/13, ECLI:EU:C:2014:2435, Croce Amica/AREU) heeft overwogen en beslist. […]”
Investeringskosten: Eenmalige kosten, ook wel initiële kosten genoemd, die verbonden zijn aan de koop van producten, apparatuur, installaties of bouwwerken. Investeringskosten kan men in diverse kostencomponenten onderscheiden. Lit: Van der Horst en Schenk, 2018: par. 11.3.4.2.1.
Irrationele mededinging: Niet reële mededinging. Jur: Gerecht van Eerste aanleg 16 september 2013 in zaak T-402/06 (Spanje/Commissie), r.o. 73: “[…] Het ontbreken van transparantie met betrekking tot de gemiddelde prijs heeft daarentegen een situatie van “irrationele” mededinging doen ontstaan voor de meest competitieve inschrijvers die, indien zij hun kansen om de opdracht te verwerven wilden behouden, zich gedwongen zagen om een aanbieding in te dienen tegen een hogere prijs dan die welke zij hadden kunnen aanbieden, te weten een aanbieding waarvan de prijs overeenstemde met het voorzienbare gemiddelde van de prijs van alle aanbiedingen, en niet de aanbieding die het goedkoopste was. In deze omstandigheden heeft de Commissie in de bestreden beschikking terecht gesteld dat toepassing van de methode van gemiddelde prijzen in strijd was met artikel 30, leden 1 en 2, van de richtlijn overheidsopdrachten voor werken 93/37 en artikel 36 van de richtlijn overheidsopdrachten voor dienstverlening 92/50.”
Irreële inschrijving: Niet reële inschrijving (die waarschijnlijk ook niet waar kan worden gemaakt). Jur: Rechtbank Utrecht 16 december 2011, ECLI:NL:RBUTR:2011:BU8401, r.o. 4.14: “De voorzieningenrechter stelt voorop dat van een ‘abnormaal lage aanbieding’ sprake is wanneer de aanbestedende dienst wordt geconfronteerd met een zodanige lage inschrijvingssom dat hij gegronde reden heeft te vrezen dat de inschrijver een fout heeft gemaakt of een irreële prijs heeft geboden, op grond waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat de inschrijver zijn inschrijving niet zal waarmaken en/of in de uitvoeringsfase pogingen zal ondernemen om zijn al dan niet ingecalculeerde verlies op enige wijze goed te maken. […]”
ISO: De Internationale Organisatie voor Standaardisatie is een internationale organisatie die normen vaststelt.
ISO 9000-normen: Gestandaardiseerde normen, bekend als (NEN) ISO-9000 normen die worden gebruikt om een kwaliteitssysteem te documenteren en in te richten.