Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Beantwoording Kamervragen over permanente bewoning op vakantiepark

Minister Ollongren beantwoordt vragen over het bericht ‘Wonen op een vakantiepark? Meeste Veluwse gemeenten willen daar niets van weten’.

10 maart 2021

Kamerstuk: kamervraag

Kamerstuk: kamervraag

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen die zijn gesteld door het lid Dik-Faber (CU) over het bericht ‘Wonen op een vakantiepark? Meeste Veluwse gemeenten willen daar niets van weten’. Deze vragen werden op 17 februari 2021 ingezonden met kenmerk 2021Z03275.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

drs. K. H. Ollongren

2021Z03275

Vragen van het lid Dik-Faber (CU) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht ‘Wonen op een vakantiepark? Meeste Veluwse gemeenten willen daar niets van weten’ (ingezonden 17 februari 2021).

Vraag 1:

Kent u het bericht: ‘Wonen op een vakantiepark? Meeste Veluwse gemeenten willen daar niets van weten’? 1)

Antwoord vraag 1:

Ja.

Vraag 2:

Bent u ervan op de hoogte dat gemeenten met veel vakantieparken sterke bezwaren hebben tegen permanente bewoning op deze parken?

Antwoord vraag 2:

Het is mij bekend dat gemeenten verschillende afwegingen maken aangaande het al dan niet toestaan van permanente bewoning op vakantieparken.

Vraag 3:

Hebben gemeenten de mogelijkheid vakantieparken om te vormen tot woonwijken?

Antwoord vraag 3:

Gemeenten hebben de mogelijkheid om de bestemming van een vakantiepark te veranderen in de bestemming ´Wonen´. Zodoende wordt een vakantiepark omgevormd tot woonwijk.

Vraag 4:

Deelt u de mening dat een afweging hierin het beste gemaakt kan worden op decentraal niveau, tussen gemeenten en samen met de provincie?

Antwoord vraag 4:

Deze afweging hoort inderdaad thuis op decentraal niveau, waar het beste zicht bestaat op de mogelijke toekomstperspectieven van vakantieparken en de belangen die spelen.

Vraag 5: Kunt u uitleggen waarom gemeenten maar beperkt gebruik maken van de mogelijkheid vakantieparken om te vormen tot woonwijken?

Antwoord vraag 5:

Er zijn verschillende bezwaren die gemeenten aanvoeren tegen transformatie van een park. Er kan bijvoorbeeld vanuit een economisch perspectief ingezet worden op behoud van een toeristisch-recreatieve bestemming, of de locatie in het buitengebied en/of in de nabijheid van een natuurgebied leent zich niet voor permanente bewoning.

Vraag 6:

Bent u ervan op de hoogte dat ondermijning en criminaliteit veel genoemde problemen zijn omtrent permanente bewoning op vakantieparken? Heeft u een plan van aanpak om deze problematiek tegen te gaan? Zo nee, bent u bereid dat op te stellen?

Antwoord vraag 6:

De aanpak van criminaliteit en ondermijning op vakantieparken heeft mijn aandacht. In de Actie-agenda Vakantieparken 2021-2022(1), die ik recent heb ondertekend, is een aantal acties opgenomen met betrekking tot het tegengaan van ondermijning.

Vraag 7:

Wat betekent de legalisering van permanente bewoning van recreatiewoningen voor de woningvoorraad?

Antwoord vraag 7:

Bij het legaliseren van permanente bewoning, bijvoorbeeld door transformatie van een park, worden er woningen aan de woningvoorraad toegevoegd. Tegelijkertijd worden, bij legalisering van bestaande permanente bewoning, deze woningen al bewoond. Hoeveel extra woonruimte daarmee vrijkomt, valt niet te zeggen.

Vraag 8:

Hoeveel bewoners laten een (gezins-)woning elders achter die op de markt komt via permanente bewoning van vakantiewoningen?

Antwoord vraag 8:

Dit is onbekend.

Vraag 9:

Kunt u aangeven in hoeverre een wet gericht op permanente bewoning een vraag naar woningen in de betreffende omgeving oplost?

Antwoord vraag 9:

In hoeverre het toestaan van permanente bewoning aan de vraag naar woningen in een gebied tegemoetkomt, is afhankelijk van de bewoning van de recreatiewoningen. Wanneer de recreatiewoningen al permanent bewoond worden, zal er de facto geen extra woningaanbod ontstaan. Daar waar een park wordt getransformeerd naar de bestemming ´Wonen´ en de betreffende recreatiewoningen nog niet permanent worden bewoond, zal er wel sprake zijn van het vrijkomen van extra woningaanbod.

Vraag 10:

Kunt u uiteenzetten hoeveel mensen, soms in een kwetsbare positie, worden gedwongen om een recreatiewoning te verlaten als gevolg van handhaving door gemeenten?

Antwoord vraag 10:

Ik heb gemeenten opgeroepen om, wanneer zij handhaven, de menselijke maat te betrachten. Daarmee bedoel ik dat bij handhaving op permanente bewoning van recreatiewoningen oog dient te zijn voor de perspectieven op vervolghuisvesting van kwetsbare mensen.

Vraag 11:

Welke stappen worden gezet door gemeenten, woningcorporaties en zorginstellingen voor mensen zonder woonruimte of met sociale problemen die uit een recreatiewoning moeten vertrekken?

Antwoord vraag 11:

Dit verschilt per gemeente. In veel gevallen worden kwetsbare bewoners door een sociaal wijkteam ondersteund. Het sociaal team kan op verschillende leefgebieden ondersteuning bieden, waaronder in de zoektocht naar vervolghuisvesting. Ook maken gemeenten het in gevallen mogelijk om via een urgentieverklaring in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning.

Vraag 12:

Kan de bestemmingswinst die ontstaat door wonen op vakantieparken te legaliseren nu op een maatschappelijk verantwoorde manier worden afgeroomd zodat niet een individu daarvan profijt heeft maar de samenleving?

Antwoord vraag 12:

Het is in principe niet mogelijk om bestemmingswinsten af te romen. Gemeenten mogen geen belasting heffen naar winst, vermogen of inkomen. Wel kunnen gemeenten waar mogelijk de kosten verhalen die zij moet maken om vakantieparken geschikt te maken voor permanente bewoning. Dat kan op basis van de regeling voor het verhalen van kosten van de Wet Ruimtelijke Ordening en de regeling voor de baatbelasting. In het kader van de regiodeal Veluwe wordt onderzocht of deze regelingen een afdoende oplossing bieden voor de financiële problemen die gemeenten ondervinden bij het transformeren van vakantieparken.

  1. de Stentor, 28 december 2020

Voetnoten

1)Kamerstukken II, 2020-21, 32847, nr. 712.

Meer weten? Neem een kijkje in het themadossier: klik op de tabs boven het artikel.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.