Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Wat is de relatie tussen stedenbouwkundige bepalingen model-bouwverordening (MBV) en het bestemmingsplan?

VNG 1 maart 2012

Vraag & Antwoord

ANTWOORD

Artikel 9 van de Woningwet is hier van belang. Paragraaf 2.5 van de MBV geldt alleen indien er geen bestemmingsplan is, of indien het desbetreffende bestemmingsplan bepaalde voorschriften – bij voorbeeld over de rooilijnen of bebouwingsgrenzen – niet bevat. Gedacht kan worden aan een slechts ten dele goedgekeurd bestemmingsplan, een globaal eindplan, een heel oud bestemmingsplan of een bestemmingsplan met een aantal gebreken.Soms is het moeilijk te bepalen of het desbetreffende bestemmingsplan exclusief wil zijn ten opzichte van de Model-bouwverordening. Sinds 1992 geeft de Woningwet wel enige duidelijkheid in art. 9, lid 2 (slot): '..., tenzij het desbetreffende bestemmingsplan anders bepaalt.'Het primaat ligt bij het bestemmingsplan. De stedenbouwkundige voorschriften van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn aanvullend op respectievelijk in de plaats tredend van een bestemmingsplan. Voor een nadere beschouwing over de onderlinge verhouding van bestemmingsplan en bouwverordening, wordt u verwezen naar de toelichting bij paragraaf 2.5 van de losbladige VNG uitgave “Standaardregelingen in de bouw” deel 1, toelichting bij de model-bouwverordening.