Menu

Filter op
content
Omgevingsweb

Jarenlang verwarmden wij onze huizen hoofdzakelijk door middel van gas en elektriciteit. Warmte door warm water kent echter ook een lange geschiedenis in Nederland. Al in 1923 werd het eerste warmteproject in Utrecht gerealiseerd, en in de jaren ’80 van de vorige eeuw namen warmteprojecten een grote vlucht (CE Delft, Warmtenetten in Nederland, Delft, oktober 2009). In het begin ging het vooral om warmte in de vorm van restwarmte. De afgelopen decennia zijn bodemenergiesystemen zoals warmte- en koudeopslag (WKO) sterk in opmars, in steeds efficiëntere en slimmere verschijningsvormen. Ook bronnen zoals (diepe) geothermie beginnen voet aan de grond te krijgen.

Convenanten en wetten zoals het Energieakkoord (2013), het Klimaatakkoord van Parijs (2015), het Nederlandse Klimaatakkoord (2019) en de Klimaatwet (2019) zijn belangrijke katalysators voor onderzoek naar en het gebruik van duurzame warmte. Een gevolg van deze afspraken is bijvoorbeeld dat iedere gemeente in 2021 een transitievisie warmte moet hebben opgesteld met daarin een tijdspad waarin wijken worden verduurzaamd.

Warmtewet

De invoering van de Warmtewet in 2014 betekende een belangrijke stap in de regulering van warmtelevering aan consumenten en andere kleinverbruikers. Deze wet heeft het onderwerp warmte en de regels die wij als maatschappij daarvoor wenselijk achten definitief op de radar gezet.

Regulering warmte

Het onderwerp warmte wordt op vele fronten gereguleerd. Bijvoorbeeld door middel van maximumtarieven op grond van de Warmtewet, regels over servicekosten in de huur, maar ook over de aanleg van leidingen en mijnbouwwetgeving over het winnen van bodemwarmte. En denk ook aan subsidiëring van warmteproductie, de aanbesteding van concessies voor warmtenetten en experimenteerbepalingen in verschillende wetten. Al met al een brede waaier aan regels. Deze regels zijn in veel gevallen onderhevig aan regelmatige wijzigingen.

KENNISPARTNER

Harald Wiersema

Wiersema, Harald