Menu

Filter op
content
Omgevingsweb

Sinds 1 oktober 2012 bevat artikel 3.1.6 lid 2 e.v. van het Besluit ruimtelijke ordening een regeling voor de Ladder voor duurzame verstedelijking. Doel van de Ladder is het zorgvuldig omgaan met de (schaarse) ruimte. De Ladder behelst een drietal opvolgende treden dat voorwaarden stelt aan de inhoud van de toelichting bij een ruimtelijk besluit dat in een nieuwe stedelijke ontwikkeling voorziet. Die drie treden zijn achtereenvolgens: (1) Bestaat er behoefte aan de nieuwe stedelijke ontwikkeling? (2) Zo ja, kan die behoefte binnen bestaand stedelijk gebied worden opgevangen? (3) Als dat laatste niet het geval is, komt de ontwikkeling dan op een locatie die passend ontsloten is? Aan de hand van deze drie treden dient de planwetgever te verantwoorden dat sprake is van zorgvuldig ruimtegebruik.

Sinds de introductie van de Ladder is een stroom aan jurisprudentie op gang gekomen waarin de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad State handvatten beoogd te bieden voor de toepassing van de Ladder. Ondanks die handvatten blijven zich in de praktijk knelpunten voordoen. De regeling van de Ladder wordt daarom gewijzigd. Op dit moment ligt een conceptbesluittekst voor de ‘nieuwe Ladder’ voor consultatie ter inzage. Een nieuwe, geheel herziene, Handreiking, die is toegesneden op de praktijk en die is voorzien van goede voorbeelden en ‘best practices’ over het werken met de Ladder, zal de nieuwe regeling voor de Ladder completeren.