De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de nieuwe omgevingsvergunning voor Windpark Goyerbrug in een uitspraak van 29 juni in stand gelaten. Ten behoeve van deze vergunning is een mer-beoordeling opgesteld. Het windpark bestaat uit vier windturbines in lijnopstelling nabij de Goyerbrug in Houten.
In juli 2021 vernietigde de Afdeling een eerder verleende vergunning, AbRvS 28 juli 2021 ECLI:NL:RVS:2021:1679. De reden daarvoor was dat het college de landelijke windturbinenormen uit het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling had toegepast. Maar die normen mochten als gevolg van de Nevele arresten niet meer worden gebruikt, HvJ EU, 25 juni 2020, ECLI:EU:C:2020:503. In afwachting van nieuwe landelijke normen mochten overheden voorlopig eigen normen stellen over bijvoorbeeld geluid, slagschaduw en veiligheid van windturbines, AbRvS 30 juni 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1395. Eind 2022 verleende het college opnieuw een omgevingsvergunning voor Windpark Goyerbrug met toepassing van eigen normen. Die vergunning is in de uitspraak van 25 januari 2025, ECLI:NL:RVS:2025:340 beoordeeld. Er is namens appellanten een groot aantal gronden aangevoerd die allemaal worden besproken in de veelomvattende uitspraak. In het kader van deze signalering bespreek ik alleen de overwegingen met betrekking tot geluid en slagschaduw.
Het college heeft voorschriften aan de vergunning verbonden met daarin onder meer geluidnormen, rapportage- en bewaarverplichtingen. In de rapporten is ingegaan op de laatste wetenschappelijke inzichten over windturbinegeluid. Hiermee is volgens de Afdeling een onderbouwing gegeven aan de hand van de actuele stand van wetenschappelijke kennis. Volgens de Afdeling is het college uitgegaan van de meest recente wetenschappelijke inzichten, zoals die op het moment van de besluitvorming beschikbaar waren. Het college heeft een normstelling van 47 dB Lden en 41 dB Lnight aanvaardbaar geacht. In zijn belangenafweging heeft het college het belang van een duurzame energievoorziening en de belangen van de omgeving betrokken. De Afdeling vindt deze keuze, gelet op de aan het college toekomende beleidsruimte aanvaardbaar.
Ook ter beperking van de hinder veroorzaakt door slagschaduw heeft het college voorschriften opgenomen. Onder meer is bepaald dat geen slagschaduw van de windturbines mag optreden op woningen (norm = 0). Ook deze norm is volgens de Afdeling aanvaardbaar. Daarnaast heeft het college bepaald dat als er slagschaduw dreigt te ontstaan, de afslagtijd (de tijd die nodig is om de wieken stop te zetten) drie minuten is. Echter op de zitting blijkt dat het college op basis van de berekeningen niet meer dan in totaal één uur slagschaduw per gevoelig object per jaar verwacht. Het college heeft de Afdeling verzocht zelf in de zaak te voorzien door deze cumulatieve norm (niet meer dan 1 uur per jaar) dan ook als voorschrift aan de vergunning te verbinden.