In het Zeeuwse dorp ’s-Heer Hendrikskinderen exploiteert de aanvrager een melkveehouderij. Hij wil een nieuwe stal bouwen om zijn veestapel uit te breiden. Hiervoor moet het bouwvlak uitgebreid worden. Het college heeft om dit te bereiken toepassing gegeven aan de in het bestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid.
Volgens de Zeeuwse Milieufederatie en de Vereniging Dorpsbelangen ’s Heer Hendrikskinderen zou dit leiden tot een toename van stikstofdepositie. Volgens hen is ten onrechte geen passende beoordeling gemaakt.
De melkveehouder heeft een natuurvergunning aangevraagd en verkregen voor de bouw van de stal en het houden van het melkvee. Volgens het college is voor de bouw van de stal dan ook geen nieuwe passende beoordeling vereist.
Daar gaat de Afdeling niet in mee. Met de uitbreiding van het bouwvlak kan een grotere stal gebouwd worden dan waarvan is uitgegaan in de natuurvergunning. Dit is ook niet anderszins planologisch beperkt met bijvoorbeeld een maximum dierenaantal of een emissieplafond.
De beroepen van de bezwaarmakers slagen en het besluit van het college wordt vernietigd. Bij een nieuw te nemen besluit is de Omgevingswet van toepassing, wat betekent dat niet teruggevallen kan worden op het oude ontwerpwijzigingsplan.