Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Het gebruik van open normen in het omgevingsplan: het blijft balanceren

Vandaag heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een tussenuitspraak gedaan over het plan ‘Beurskwartier I’ in Utrecht. Het plan betreft een zgn. bestemmingsplan met verbrede reikwijdte dat de voorloper vormt van het omgevingsplan zoals we nu kennen onder de Omgevingswet.

Nina Rijsterborgh 27 november 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

In het plan is bepaald dat het verboden is om zonder vergunning activiteiten te starten. Vervolgens bevatten de planregels de beoordelingsregels voor een vergunningaanvraag. Appellanten voeren in de procedure bij de Afdeling aan dat de beoordelingsregels onvoldoende concreet en objectief zijn begrensd. Zo wordt als criterium gesteld dat een gebouw “een evenredige bijdrage levert aan het beheersen en beperken van de gevolgen van de klimaatverandering”. Verder mag een toren hoger dan 45 m enkel ter plaatse of “in de nabijheid” van de locatie die in bijlage 5 van het plan worden gebouwd.

Bijdrage beperking gevolgen klimaatverandering

Ten aanzien van het dit criterium oordeelt de Afdeling dat achter de betreffende norm de zinsnede "bijv. met maatregelen die leiden tot een efficiënt energiegebruik, voorzieningen voor waterafvoer of groene daken op de lagere gebouwen" staat. Verder bepaalt het daarop volgend artikel dat het college beleidsregels vaststelt om in te vullen en te verduidelijken wanneer een gebouw een evenredige bijdrage levert. Naar het oordeel van de Afdeling is deze open norm voldoende concreet en objectief begrensd, omdat door de genoemde voorbeelden voldoende duidelijk is om wat voor soort maatregelen het kan gaan. Maatregelen met betrekking tot energieverbruik, waterafvoer en groene daken komen regelmatig voor bij nieuwe woningen. De beleidsregels kunnen worden aangepast wanneer er nieuwe ontwikkelingen zijn op dit vlak. De norm voldoet dan ook aan de eisen die de jurisprudentie daaraan stelt.

In de nabijheid

Dat gaat echter niet op voor de planregel die bepaalt dat een toren enkel ter plaatse of “in de nabijheid” van de locatie uit de bijlage mag worden gebouwd. Weliswaar heeft de raad met een schets van de locaties van de torens vastgelegd waar de locaties voor de hoge bebouwing zich bevinden, echter door de zinsnede “in de nabijheid” is onduidelijk waar de hoge bebouwing precies gebouwd kan worden. Hoewel een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte een bepaalde flexibiliteit biedt, is deze planregel onvoldoende concreet en objectief begrensd, aldus de Afdeling. De raad heeft namelijk niet geconcretiseerd wanneer een gebouw zich nog in de nabijheid bevindt van de aangegeven locatie op de schets. Zo is bijv. niet aangegeven of en zo ja welke schuifruimte er is. Dit leidt tot te veel rechtsonzekerheid bij eigenaren en bewoners van omliggende bebouwing. De raad moet daarom concreter vastleggen wat onder het criterium moet worden verstaan.

Artikel delen