Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Rapporten over motie recreatiewoningen permanente bewoning

30 mei 2022

Rapporten

Rapporten

Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) informeert de Eerste Kamer over de uitkomsten van het onderzoek naar de neveneffecten van de wijziging van het Besluit omgevingsrecht (recreatiewoningen), naar aanleiding van de motie over recreatiewoningen, ingediend door het Tweede Kamerlid Bisschop (SGP).

Effecten wijziging Bor permanente bewoning recreatiewoningen

Op 19 februari 2020 hebben de Kamerleden Koerhuis en Van Eijs een motie ingediend om het proces van toestaan van permanente bewoning van recreatiewoningen te versoepelen, mede om de druk op de woningmarkt te verlichten. Naar aanleiding van deze motie is een wijziging van het Besluit omgevingsrecht (Bor) voorbereid, die in maart 2021 is overgelegd aan de Tweede en Eerste Kamer (de zogeheten voorhangprocedure). Gemeenten, provincies en brancheorganisaties staan kritisch ten opzichte van deze wijziging. Ook in de Tweede en Eerste Kamer leidt de voorgenomen wijziging van het Bor tot discussie. Door het Kamerlid Bisschop (SGP) is op 7 juli 2021 een motie ingediend om “in gesprek te gaan met gemeenten, provincies en brancheorganisaties om te bezien hoe tegemoetgekomen kan worden aan hun bezwaren”. Dit gesprek heeft nog niet geleid tot oplossingen waarin zowel aan de bezwaren van genoemde partijen, als aan de eerdere wens van de Tweede Kamer, zoals geformuleerd in de motie van de Leden Koerhuis en Van Eijs, tegemoet kan worden gekomen. Daarom heeft de Minister van BZK op 15 december 2021 kenbaar gemaakt3 om nader onderzoek te doen naar de effecten van de wijziging van het Bor en mogelijke oplossingsrichtingen, om op deze wijze uitvoering te geven aan de motie van het Lid Bisschop. Dit is het onderzoek dat voor u ligt.

De relatie tussen nieuwbouw van recreatiewoningen en reguliere woningen

In november 2021 is door de Tweede Kamer de motie van het lid Bromet, genaamd “Integrale visie op de woningmarkt” aangenomen (Kamerstukken II, 32847, nr. 835, 2021), zie bijlage 1. De motie gaat over de groei van het aantal recreatiewoningen in Nederland ten tijde van een nationale wooncrisis.

In de motie wordt gesteld dat er steeds vaker campings worden omgebouwd tot parken met recreatiewoningen (die voor een deel gebruikt worden als beleggingsobject) terwijl veel inwoners het onwenselijk vinden dat er voor starters geen of te weinig nieuwe woningen worden gebouwd. Er wordt aangegeven dat het aantal recreatiewoningen de afgelopen tien jaar is verdubbeld en dat er steeds meer campings worden omgebouwd tot huisjesparken, terwijl veel mensen (starters) geen woning kunnen vinden. Dit leidt tot onvrede en verbazing onder bewoners. Er wordt gesteld dat gemeenten niet altijd goed in staat zijn om ongewenste uitbreiding van recreatiewoningen tegen te gaan waardoor locaties niet meer benut kunnen worden voor woningbouw. De Tweede Kamer heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gevraagd in gesprek te gaan met gemeenten om te inventariseren welke problemen gemeenten op dit vlak ervaren en welke oplossingen denkbaar zijn om bouw van reguliere woningen prioriteit te geven boven bouw van recreatiewoningen.

Recreatiewoningen in Nederland 2021

In opdracht van het ministerie van BZK heeft ABF onderzoek gedaan naar recreatiewoningen in Nederland anno 2021. Aan bod komen de samenstelling van de voorraad recreatiewoningen en de kenmerken van huishoudens en personen die in die woningen staan ingeschreven volgens de Basisregistratie Personen (BRP). Het onderzoek is uitgevoerd op basis van CBS-microdata. In deze samenvatting zijn de belangrijkste bevindingen opgenomen.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.