Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Handreiking fijnstof en veehouderijen

De Handreiking fijnstof en veehouderijen geeft medewerkers bij gemeenten en provincies informatie over de toets aan luchtkwaliteitseisen voor fijnstof. Ze is toegespitst op de behandeling van de aanvraag Omgevingsvergunning milieu voor een veehouderij. U kunt hem ook gebruiken voor de Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) voor fijnstof bij veehouderijen.

18 september 2019

De luchtkwaliteit heeft een grote invloed op de volksgezondheid. Daarom gelden er Europese richtlijnen, vertaald in Nederlandse regelgeving. Op basis hiervan zijn de luchtkwaliteitseisen gesteld. Er zijn grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide, fijnstof (PM10 en PM2,5), lood, kwik, koolmonoxide en benzeen in de buitenlucht. Daarnaast zijn er richtwaarden voor arseen, cadmium, nikkel en PAK's.

Bij de vergunningverlening en bestemmingsplantoetsing spelen de grenswaarden een belangrijke rol. Voor veehouderijen toetst het bevoegd gezag normaal gesproken alleen aan de grenswaarde voor PM10 (fijnstof). Intensieve veehouderijen zijn een belangrijke bron van PM10. Fijnstof overschrijdt de grenswaarden voornamelijk in gebieden met veel intensieve veehouderijen. Dit probleem doet zich in meerdere gemeenten voor.

Sinds 1 januari 2015 is ook de grenswaarde van PM2,5 van kracht. Deze fractie van het fijnstof maakt onderdeel uit van de fractie PM10. Goed om te weten: het toetsingskader in deze handreiking geldt alleen voor PM10. De grenswaarden voor PM2,5 worden voor zover bekend niet overschreden nabij veehouderijen. Deze handreiking bevat achtergrondinformatie over PM2,5.

Download hier de Handreiking fijnstof en veehouderijen

Artikel delen