De gemeenteraad wijst bij de inwerkintreding van de Omgevingswet gevallen aan een bindend advies nodig is van de raad om af te wijken van het omgevingsplan. De bestaande ‘verklaring van geen bedenkingen’ vervalt hiermee.
Voor activiteiten in strijd met het bestemmingsplan (‘buitenplanse omgevingsplanactiviteiten’) kan de gemeenteraad in de huidige situatie – voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet- beslissen dat er ‘geen bedenkingen’ zijn, met een zogenoemde ‘verklaring van geen bedenkingen’. Om het werkbaar te houden wijst de raad gevallen aan waarin die verklaring van geen bedenkingen niet nodig is. Voor alle overige gevallen is deze verklaring dus wel nodig.
Onder de Omgevingswet is het precies omgekeerd. Dan wijst de gemeenteraad gevallen aan waarin wel een bindend advies nodig is van de raad om af te wijken van het omgevingsplan. Voor de niet-aangewezen gevallen vervalt het adviesrecht. De VNG heeft een handreiking ontwikkeld die informatie geeft over het adviesrecht en tips om het gesprek binnen de gemeenteraad te voeren over de invulling van uw rol als raadslid en een passende werkwijze. De handreiking gaat in op de volgende vijf onderwerpen:
Het omgevingsplan algemeen
Wijzigingen en afwijkingen van het omgevingsplan
Advies van de gemeenteraad voor een buitenplanse omgevingsactiviteit
Participatie bij een buitenplanse omgevingsactiviteit
Het juridische kader en de lokale bestuurscultuur
Publicatie soort
Handreiking
Volledige publicatie
handreiking-adviesrecht-gemeenteraad-bij-afwijkingen.pdf
Jaar van uitgifte
2020
De VNG heeft een handreiking ontwikkeld die informatie geeft over het adviesrecht en tips om het gesprek binnen de gemeenteraad te voeren over de invulling van uw rol als raadslid en een passende werkwijze. De handreiking gaat in op de volgende vijf onderwerpen:
1. Het omgevingsplan algemeen
2. Wijzigingen en afwijkingen van het omgevingsplan
3. Advies van de gemeenteraad voor een buitenplanse omgevingsactiviteit
4. Participatie bij een buitenplanse omgevingsactiviteit
5. Het juridische kader en de lokale bestuurscultuur