Uiteraard de aanvrager. Dat spreekt voor zich.
Uiteraard de aanvrager. Dat spreekt voor zich.
Niet de beoogde exploitant van de supermarkt wanneer hij slechts een contractuele relatie heeft met de aanvrager. Hij wordt dan immers niet rechtstreeks in zijn belang getroffen en is daarmee geen belanghebbende (in de zin van artikel 1:2, lid 1 Awb).
Een concurrent is wél belanghebbende. Een concurrent is sowieso een belanghebbende wanneer een vergunning wordt verleend. Zeker wanneer ze in dezelfde marktvijver vissen (rotsvaste jurisprudentie, bijvoorbeeld ABRvS 7 maart 2007, 200606317/1).
Maar ook bij een weigering van een bouwvergunning (met vrijstelling) is een concurrent een belanghebbende (dat is ook eens anders geweest).
Het belang van deze concurrent is natuurlijk tegengesteld aan het belang van de aanvrager van de bouwvergunning. Om te voorkomen dat zijn positie in deze zaak verslechterd (doordat bijvoorbeeld het weigeringsbesluit wordt vernietigd), wordt deze concurrent door de rechtbank toch van harte welkom geheten (via artikel 8:26 Awb).
Let wel: via deze weg mag de concurrent niet zelf in (hoger) beroep komen. Zolang het weigeringsbesluit nog op tafel ligt heeft de concurrent immers geen (proces)belang.
Dat een concurrent ook bij een weigeringsbesluit belanghebbende is, biedt wel voordelen. Eventuele bezwaren kunnen dan in een vroeg stadium van het conflict bij het proces worden betrokken.
Bron: ABRvS 28 september 2011, 201011549/1/H4
Door Max Seelen (Patres)