Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Vier tips voor het werken aan klimaatadaptatie met de Omgevingswet

Gemeenten zijn druk aan de slag met het werken aan een klimaatadaptieve inrichting van de leefomgeving. Na het opstellen van een stresstest en het uitvoeren van een risicodialoog, komt het moment dat gemeenten klimaatadaptatie moeten reguleren en borgen. Het nieuwe instrumentarium van de Omgevingswet is daarbij cruciaal. In dit blog vier tips over hoe je de instrumenten vanuit de Omgevingswet inzet bij het realiseren van jouw klimaatopgave.

2 februari 2021

De (veronderstelde) complexiteit van de Omgevingswet is groot en gemeenten pakken beide opgaven (implementatie Omgevingswet en klimaatadaptatie) vaak separaat op. Hiermee laten gemeenten kansen liggen. Hieronder vier tips die jouw gaan helpen.

1. Heb aandacht voor de strategische opgave en gebruik hiervoor de Omgevingsvisie

De zeven ambities van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) werken een lineaire aanpak van klimaatadaptatie in de hand. Eerst wordt een stresstest gemaakt, waarna risicodialogen worden gevoerd om te komen tot een uitvoeringsagenda. Hierdoor ligt de focus vooral op maatregelen voor de korte termijn. Dit is weliswaar een belangrijk onderdeel om aan de slag te kunnen, maar in onze ogen ontoereikend om tegemoet te komen aan de wezenlijke vraag achter klimaatbestendigheid. Hier is een strategische insteek voor nodig die het best landt in een Omgevingsvisie. De Omgevingsvisie helpt om voor klimaatadaptatie na te denken over de vraag: ‘Welke onderliggende visie en langetermijnstrategie willen we verwezenlijken?’ En ook: ‘Hoe speelt het nemen van klimaatadaptieve keuzes een rol in ruimtelijke afwegingen?’, ‘Welke ruimtelijke opgaven komen hieruit voort en welk samenspel vraagt dit met andere gemeenten, het waterschap en de provincie?’ Door dergelijke vragen in een Omgevingsvisie aan de orde te laten komen, kunnen volwaardige bestuurlijke keuzes worden voorbereid en de samenhang en synergie met andere ontwikkelingen zoals woningbouw en de energietransitie worden vergroot.

2. Gebruik het opstellen van een Omgevingsplan om vaste routines te doorbreken

Gemeenten hebben op dit moment al ruime mogelijkheden om klimaatadaptief bouwen af te dwingen of te stimuleren. Deze mogelijkheden blijken echter beperkt benut te worden. Dit door (o.a.) onbekendheid/beperkte kennis en vaste routines (Advies aanpak knelpunten klimaatadaptief bouwen, Ambient en Colibri Advies). Met de Omgevingswet en het Omgevingsplan worden deze mogelijkheden nog ruimer, maar deze dienen dus wel gepakt te worden. Het vraagt vooral ambitie, innovatief denken en durf, en daarmee een andere mindset, om deze mogelijkheden in te zetten. De opmaat naar het opstellen van een Omgevingsplan is een kans om (al bestaande en nieuwe) mogelijkheden te verkennen en om afscheid te nemen van die routines die nu beperkend werken. Het is een kans die past in de grotere cultuurverandering die de Omgevingswet vraagt; een verandering naar tweebenigheid, interdisciplinair werken en ‘ja mits’.

3. Overweeg een Omgevingsprogramma klimaatadaptatie

In een Omgevingsprogramma formuleren gemeenten maatregelen die leiden tot de gewenste kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Het onverplichte programma is hierbij vormvrij en naar eigen inzicht te richten op die opgaven waar een gemeente dat wenselijk en nodig vindt. Het is tot dusver een instrument dat weinig onder de aandacht staat. Onterecht, want een Omgevingsprogramma is een bruikbaar instrument voor opgaven waar meer nodig is dan regels en normen en het ook gaat om ontwikkeling (maatregelen en acties). Klimaatadaptatie kan zo’n opgave zijn. Een opgave waarvoor het als gemeente bijvoorbeeld nodig is om klimaatadaptatie mee te nemen in eigen uitvoeringsprojecten, om klimaatadaptatie een plaats te geven in de projecten van anderen en om inwoners te stimuleren en faciliteren hun tuinen te vergroenen. Allemaal activiteiten die doelgericht (en meetbaar), in samenhang met andere opgaven, in samenwerking met anderen en met een bepaalde urgentie uitgevoerd moeten worden. Indien klimaatadaptatie deze kenmerken heeft als opgave, is het waardevol te overwegen hier een Omgevingsprogramma op te richten (of dit onderdeel te laten zijn van een gebiedsgericht programma).

4. Ga gelijktijdig met het gehele instrumentarium aan de slag en experimenteer en leer

Het lijkt voor de hand te liggen om als gemeente te starten met het opstellen van een Omgevingsvisie en deze vervolgens te vertalen naar een Omgevingsplan en eventueel een Omgevingsprogramma. Voor een relatief nieuwe opgave als klimaatadaptatie is dit echter niet wenselijk. De onbekendheid met en onzekerheid van de opgave vraagt om gewoon te beginnen en te experimenteren. Deze aanpak past ook bij de lerende aanpak die veel gemeenten kiezen voor het implementeren van de Omgevingswet. Een Omgevingsvisie hoeft hierbij niet in één keer volledig Omgevingswet-proof te zijn en er is nog tijd om te komen tot een passend Omgevingsplan. Gebruik deze ruimte en insteek voor klimaatadaptatie botsproeven, pilots, oefenprogramma’s, bewustwording, kennisontwikkeling etc. en ontdek wat er mogelijk en nodig is met het nieuwe instrumentarium. Van belang hierbij is dat er gezamenlijk geleerd en ontwikkeld kan worden, in een veilige omgeving waar nog fouten gemaakt mogen worden. Het meenemen van de organisatie en medewerkers is hierbij van groot belang, want zij moeten het gaan doen in de praktijk.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.