Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Verbeteren instrument minnelijke verwerving in de Omgevingswet

Als uitgangspunt voor mijn blog wordt genomen dat de Omgevingswet er komt en dat de Onteigeningswet uit 1851 erin op zal gaan. Ook is duidelijk dat de inhoudelijk belangrijkste discussie met betrekking tot onteigening - het voornemen om onteigening mogelijk te maken zonder gerechtelijke tussenkomst - wat mij betreft ten goede is gekeerd door de brief van de minister d.d. 20 januari 2017 waarin zij dat voornemen laat varen. De eerste tekenen van het invullen daarvan in de wet zijn positief.

18 juli 2017

Dit betekent dat de aandacht nu niet meer zozeer op principiële punten moet worden gericht en dat de aandacht kan uitgaan naar een van de verbeterdoelen van de Omgevingswet, dat van vernieuwing van procedures.

Dat kan onder andere door de gang van zaken in de praktijk van minnelijke verwerving bij onteigening te verbeteren door deze aan te passen en die aanpassing vorm te geven in de wet.

Aanleiding: onvoldoende minnelijk overleg is meest voorkomende verweer

De aanleiding daarvoor zijn mijn persoonlijke praktijkervaringen, maar ook wordt verwezen naar het proefschrift 'Omgaan met privaatrecht grondeigendom voor publieke doelen' uit 2016 van mevrouw S. Holtslag-Broekhof waaruit blijkt dat er in het merendeel van de onderzochte gevallen een te lage schadeloosstelling was aangeboden bij dagvaarding.

Ook telt dat een gestelde, onvoldoende gang van zaken bij het minnelijke overleg het meest voorkomende verweer bij onteigening is, wat dus op zijn minst duidt op onvrede aan de kant van eigenaren.

Dat, zoals blijkt uit genoemd proefschrift, er in het merendeel van de onderzochte gevallen een te lage schadeloosstelling was aangeboden bij dagvaarding en dat het meest voorkomende verweer bij onteigening is dat er onvoldoende minnelijk is overlegd, heeft naar mijn mening als oorzaak dat het minnelijk overleg in de praktijk in de aanvangsfase vaak bestaat uit het voeren van onderhandelingen als ware er sprake van koop en verkoop (loven en bieden, handjeklap).

Van handjeklap naar volledige schadeloosstelling

Het komt er daarbij dan op neer, dat er een lager bedrag (zonder een schadeloosstellingsrapport te overleggen) wordt geboden door de onteigenaar dan waar men de zaak voor wil doen, omdat wordt verwacht dat er toch een hogere tegenvraag komt.

Dat zet bij eigenaren kwaad bloed, omdat men geen inzage krijgt in de opbouw van het bod, waardoor men het gevoel van handjeklap/het door de overheid willen uithalen van een nestje krijgt en er minder snel een zaak wordt gedaan.

Maar ook komt het dan voor dat er een zaak wordt gedaan voor een bedrag, lager dan waar een onteigende recht op heeft.

Voorstel

In plaats van op onderhandelen zou het minnelijk overleg naar mijn mening moeten zien op het bepalen en aanbieden van een volledige schadeloosstelling, zoals die ook door een rechter zou worden vastgesteld. Met als uitgangspunt dat een eigenaar voor en na een onteigening in dezelfde vermogens- en inkomenspositie moet komen te verkeren.

Daartoe zou dan door een onteigenaar in een zo vroeg mogelijk stadium een rapport moeten worden overlegd met een onderbouwd aanbod tot een volledige schadeloosstelling. Overwogen kan worden om ook hier eerst met een concept rapport te werken, net zoals rechtbankdeskundigen dat doen. Waarbij dan het geboden schadeloosstellingsbedrag ook bij dagvaarding kan worden gehanteerd. Als een eigenaar dan onredelijk (met te hoge eisen) reageert, dan wel de benodigde informatie niet verstrekt, kan worden bepaald dat er zonder rapport kan worden onteigend.

Conclusie

Dit zou denk ik in de praktijk leiden tot het vaker bereiken van overeenstemming, voor een bedrag waar eigenaren recht op hebben en dat niet de uitkomst is van loven en bieden. Het niet loven en bieden maar inzetten op het overeenkomen van een volledige schadeloosstelling komt ook de rechtsstatelijkheid en dus het aanzien van de overheid ten goede.