Rijkswaterstaat brengt tegenwoordig waar dat kan dode bomen terug in en langs de Maas om het onderwaterleven een zetje in de goede richting te geven. In het Brabantse deel zijn daar nu weer 2 plekken bij gekomen.
In de Empelse Waard bij ’s-Hertogenbosch zijn 4 dode essen neergelegd door aannemer Wetering, in afstemming met gebiedseigenaar Natuurmonumenten. De bomen liggen stevig vast aan betonnen platen om wegdrijven te voorkomen. Op soortgelijke wijze werden in de eerste week van september 2020 eerder al 21 essen in samenspraak met het Brabants Landschap in de Keentse uiterwaard, bij Ravenstein, onder water verankerd. Die bomen liggen in de oude Maasarm en oevergeul parallel aan de Maas.
Rivierhout is een belangrijk element in een gezond waterecosysteem dat van nature thuishoort in de rivier. Het werkt als een soort rif waar het al snel wemelt van het leven. Op de ruwe schors van de stam vestigen zich allerlei ongewervelde waterbeestjes, zoals larven van muggen, haften en libellen. Vissen komen daarop af op zoek naar voedsel en ze kunnen schuilen tussen de wieren en mossen aan de takken. Bij de kluit slaat zand en ander sediment neer en ontstaan precies de plekjes die vissen nodig hebben om te paaien. De takken die boven water uitsteken zijn handige uitkijkposten voor visetende vogels.
Voor de scheepvaartveiligheid en doorstroming bij hoogwater verdween dood hout in het verleden nagenoeg geheel uit onze rivieren. Vanuit de opdracht voor het ecologisch herstel van de Maas brengt Rijkswaterstaat dat nu weer zoveel mogelijk terug, maar dan dus wel goed vastgelegd en alleen op plekken waar dat veilig kan. Zoals in de geulen die langs de Maas in de uiterwaarden worden aangelegd om riviergebonden planten en dieren weer een goed leefgebied te bieden.