Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Trek van en naar de stad. Veranderingen in verhuispatronen, 1996-2018.

"In deze studie heeft het PBL onderzocht hoe de verhuisstromen van, naar en tussen 6 grote steden in Nederland zich hebben ontwikkeld tussen 1995 en 2018 voor personen van 18 tot 65 jaar. Wereldwijd wonen er steeds meer mensen in de stad. De hoge woningprijzen in de grote steden van Nederland suggereren dat ook hier steeds meer mensen in de stad willen wonen. Maar is dat echt zo en voor wie? Veel studies naar de populariteit van de Nederlandse steden als woonplek richten zich op het verhuisgedrag van een enkele groep of bekijken alleen de veranderingen over een korte periode. Hierdoor ontbreekt een compleet beeld van hoe de trek van en naar de stad zich heeft ontwikkeld."

14 oktober 2019

Nieuws

Vooral jongeren trekken naar grote steden, 30-plussers verlaten de stad

De resultaten van dit onderzoek laten zien dat de trek van en naar de stad een vaste basis kent in de afgelopen 22 jaar: vooral jongeren verhuizen naar de grote steden, terwijl 30-plussers de stad vaker verlaten. Wel komen sinds 2006 de nieuwe stadsbewoners niet langer hoofdzakelijk uit Nederland, maar uit het buitenland.

Daarnaast is de samenstelling van de stroom die de stad verlaat meer divers geworden: de 30-ers zijn nog altijd de grootste groep, maar het aandeel personen onder de 30 jaar dat vertrekt is de laatste 10 jaar gestegen.

Populariteit van de grote steden als woonplek valt mee

Laten we de verhuizingen van en naar het buitenland buiten beschouwing dan is in 2018 de trek uit de stad groter dan de trek naar de stad. In de context van onze lange tijdsreeks lijkt deze verandering op een terugkeer naar een van oudsher bekende verhuistrend in Nederland: tussen 1996 en 2005 vertrokken ook al meer personen uit de stad naar de rest van Nederland dan omgekeerd.

Als we alleen kijken naar binnenlandse verhuisstromen dan lijkt het dus wel mee te vallen met de populariteit van de grote steden als woonplek.

Nieuwsbericht:

Nederlandse steden als woonplek internationaal in trek

De laatste 20 jaar trekken Nederlandse steden meer nieuwe inwoners aan dan dat er vertrekken. Vooral jongeren trekken naar de stad, terwijl 30-plussers de stad vaak verlaten. Sinds 2006 komen nieuwe stadsbewoners niet langer hoofdzakelijk uit Nederland maar uit het buitenland. Zonder de nieuwkomers uit het buitenland was in 2018 de trek uit de stad zelfs groter dan de trek naar de stad.

Het PBL onderzocht de verhuisstromen in de afgelopen 22 jaar van en naar 6 grote Nederlandse steden: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven en Groningen. Welke leeftijdsgroepen trekken naar de stad? En waar komen ze vandaan? Welke groepen verlaten de stad en waar gaan ze naar toe?

Jongeren trekken naar de stad, 30-plussers verlaten de stad

Over de hele periode is een duidelijk patroon te herkennen: nieuwe stadsbewoners zijn vooral jongeren (18-24 jaar en in mindere mate 25-29 jaar) die voor hun studie of op zoek naar een baan naar de stad trekken. 30-plussers verlaten vaak de stad, op zoek naar een ruimere woning in de gemeenten rondom de steden. Onder 40-plussers is de trek van en naar de stad redelijk stabiel. Deze groep verhuist sowieso minder.

Nieuwe stadsbewoners komen vaker uit het buitenland

Vanaf 2006 ziet het PBL wel een nieuwe tendens: de nieuwe stadsbewoners komen niet langer hoofdzakelijk uit Nederland, maar uit het buitenland. Het gaat om een zeer diverse groep: gezinsmigranten (mensen die naar Nederland komen om samen te leven met iemand die hier al woont), buitenlandse studenten, arbeidsmigranten, expats, kenniswerkers en statushouders.

Daarnaast is de samenstelling van de groep die de stad verlaat ook meer divers: de dertigers vormen nog altijd de grootste groep, maar sinds 2006 trekken ook relatief veel jongeren weg. Dit betreft onder meer buitenlandse studenten die na hun opleiding in Nederland weer terugkeren naar het land van herkomst.

2018: trek uit de stad is binnen Nederland groter dan naar de stad

De laatste 20 jaar vestigden meer mensen zich in de grote steden dan dat er vertrokken. Laten we echter de verhuizingen van en naar het buitenland buiten beschouwing, dan is in 2018 de trek uit de stad groter dan de trek naar de stad. Tijdens de kredietcrisisperiode (2008-2013) was dat nog anders. De jongeren trokken toen onverminderd naar de stad en dertigers (ook gezinnen) bleven vaker in de stad wonen. Hierdoor nam het vertrek uit de stad tijdelijk af.

Inmiddels trekken dertigers weer vaker de stad uit. De laatste jaren neemt ook de trek van jongeren uit Nederland naar de stad af, mogelijk vanwege de sterk gestegen woonkosten in combinatie met het leenstelsel.

Verschillen tussen de steden

Het patroon van de jongeren die komen en de dertigers die de steden verlaten, zien we in alle 6 onderzochte steden. Tussen deze steden zijn er wel verschillen: de terugloop van studenten is het grootst in Amsterdam en Utrecht, de 2 duurste studentensteden. De sterkste stijging van nieuwkomers vanuit het buitenland doet zich voor in Den Haag en Amsterdam.

In de hele periode zijn veruit de meeste vestigers 18-24 jaar oud. Bij de vertrekkers zijn de dertigers nog altijd de grootste groep, maar hun aandeel is wel afgenomen.

Nieuwe stadsbewoners komen niet langer hoofdzakelijk uit overig Nederland, maar uit het buitenland. Het aandeel vertrekkers naar het buitenland is de laatste jaren juist gedaald.

Artikel delen