Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Subsidie voor onderzoek CO₂-hergebruik

Afvalenergiebedrijven onderzoeken met OCAP mogelijkheden om CO₂ voor hergebruik te leveren aan glastuinbouw.

Vereniging Afvalbedrijven 20 augustus 2018

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft via RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) recent subsidies verstrekt aan de afvalenergiebedrijven AEB Amsterdam, HVC, AVR Rotterdam en CO-leverancier OCAP (onderdeel van de Linde Groep) om gezamenlijk de mogelijkheden van het afvangen en hergebruiken van CO in de glastuinbouw verder te onderzoeken. Ook afvalenergiebedrijf Twence heeft hiervoor recent een subsidiebeschikking ontvangen.

Bij deze afvalenergiebedrijven komt bij de verbranding van niet-recyclebaar restafval jaarlijks ongeveer 4 Mton CO vrij. Naar verwachting kan zeker de helft van die CO worden afgevangen en getransporteerd naar glastuinbouwbedrijven. In de glastuinbouw is CO noodzakelijk voor de groei van de gewassen. Als de tuinders de CO van afvalenergiebedrijven kunnen hergebruiken, hoeven ze niet zelf CO te produceren door aardgas te verbranden. Dit vermindert direct de CO-uitstoot met de helft van de geleverde hoeveelheid. Nog belangrijker is dat dit de glastuinbouw in staat stelt voor het verwarmen van de kassen over te stappen op duurzame energie in plaats van aardgas.

Het afvangen en hergebruiken van CO bij afvalenergiebedrijven draagt substantieel bij aan het terugdringen van de CO-uitstoot in Nederland. Het heeft bovendien het grote voordeel dat het CO is die grotendeels van biogene oorsprong is (groen) en dus geen nieuwe CO aan de atmosfeer toevoegt. Voor de tuinbouw is dat vanwege de toenemende vraag naar groen op de internationale markt een belangrijk voordeel. Het mes snijdt dus aan twee kanten.

Bovendien zou deze uitbreiding van het aantal beschikbare CO-bronnen en het CO-leidingnetwerk een betere leveringszekerheid tot gevolg hebben. Die leveringszekerheid is essentieel omdat de tuinders zonder zekere beschikbaarheid van CO niet kunnen overschakelen op duurzame warmte. Uitbreiding van de beschikbare bronnen en het netwerk kan daarnaast een bijdrage zijn aan een mogelijk CO Smart Grid. Daarmee zouden bedrijven die CO uitstoten meer mogelijkheden krijgen om hun CO te transporteren naar andere bedrijven die het als grondstof kunnen gaan gebruiken. In het recent gepubliceerde Klimaatakkoord wordt ook op deze vorm van hergebruik ingezet.

Dat de mogelijkheden er zijn om CO af te vangen bij afvalenergiebedrijven en te hergebruiken in de glastuinbouw, is al langer duidelijk. De studies moeten nu de economische, technische en maatschappelijke details in kaart brengen. In totaal zijn met deze studies enkele miljoenen euros gemoeid, de verstrekte subsidies dragen hier substantieel aan bij.

De subsidies voor de projecten zijn door de verschillende afvalbedrijven samen met OCAP aangevraagd en worden ondersteund door glastuinbouworganisatie LTO Glaskracht Nederland en de Vereniging Afvalbedrijven. LTO Glaskracht heeft er eerder al op gewezen dat de Nederlandse glastuinbouw jaarlijks zon zes megaton CO-uitstoot. Tuinders kunnen, als er voldoende externe CO beschikbaar is, direct stoppen met het in de zomer stoken van aardgas om CO te produceren. Voldoende CO is voor de tuinders ook een voorwaarde om over te kunnen schakelen op duurzame warmtebronnen, zodat ook de rest van het jaar geen aardgas meer hoeft te worden gestookt en de CO-uitstoot dus naar nul kan dalen. De sector heeft aangegeven graag te willen overschakelen naar volledige duurzame energie, mits er voldoende (2 Mton per jaar) CO beschikbaar is. In het verleden haalde de glastuinbouw steeds de afgesproken milieudoelen. De afvalsector kan deze hoeveelheid CO leveren en zo bijdragen aan de verduurzaming van de glastuinbouwsector.

De studies zullen dit jaar nog worden uitgevoerd en de rapportages dienen als basis voor eventuele vervolgstappen. Onderdeel van de rapportage zal ook de vraag zijn hoeveel financiële ondersteuning nodig is om de plannen te concretiseren. De studies kunnen worden gezien als een concrete invulling van de klimaatplannen voor de land- en tuinbouw zoals gepresenteerd in het Klimaatakkoord op 10 juli.

Als het onderzoek de haalbaarheid aantoont, verwachten de partijen al op korte termijn (2019) met de realisatie te kunnen beginnen, mits de economische haalbaarheid daarvan dan voldoende geborgd is.

Artikel delen