Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Stand van zaken regelgeving woonboten: Wijziging Bouwbesluit in consultatie

Op 22 maart jl. is een wijziging van het Bouwbesluit in consultatie gegaan die onder andere betrekking heeft op ‘drijvende bouwwerken’. Deze voorgenomen wijziging is een goede aanleiding om de stand van zaken rondom regelgeving met betrekking tot woonboten op een rij te zetten. Sinds de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 16 april 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:1331) is er veel gebeurd.

10 april 2017

Aanleiding aanpassing regelgeving

In haar uitspraak van 16 april 2014 oordeelde de Afdeling dat een woonboot moet worden aangemerkt als bouwwerk als deze gelet op het gebruik bedoeld is om ter plaatse te functioneren. Dit betekent dat woonboten vergunningplichtig zijn in de zin van de

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

(Wabo). Veel (bestaande) woonboten zullen echter niet aan de voor bouwwerken geldende regelgeving, zoals het

Bouwbesluit 2012

, kunnen voldoen.

Wet Verduidelijking voorschriften woonboten

Daarop is een wetsvoorstel Verduidelijking voorschriften woonboten in procedure gebracht. Dat wetsvoorstel heeft de Eerste Kamer op 21 januari 2017 aangenomen. Als gevolg van deze wet zullen enkele voorschriften en overgangsrechtelijke bepalingen worden opgenomen in de

Woningwet

en de

Wabo

. De wet voorziet in een regeling waardoor provinciale of gemeentelijke vergunningen of ontheffingen voor woonboten, voor zover aanwezig op het moment van inwerkingtreding van deze wijziging, gelijk worden gesteld met een omgevingsvergunning. Daarnaast zorgt de wijziging ervoor dat de technische voorschriften van het

Bouwbesluit 2012

niet van toepassing zijn op op het moment van inwerkingtreding van deze wet bestaande woonboten of bestaande andere drijvende objecten die hoofdzakelijk worden gebruikt voor verblijf van personen, ook niet als deze in de toekomst worden verbouwd. Voor deze bestaande woonboten gaat de zorgplicht van

artikel 1a Woningwet

als vangnet gelden. Zo kan in elk geval worden opgetreden tegen (het in stand laten van) een (dreigend) gevaar voor de gezondheid of veiligheid als gevolg van de staat van de woonboot. Nieuwe drijvende bouwwerken zullen wel moeten voldoen aan het Bouwbesluit, maar verschillende eisen uit het Bouwbesluit zullen (voor woonboten) worden aangepast of komen te vervallen. Het is nog niet bekend wanneer de Wet Verduidelijking voorschriften woonboten in werking treedt. Gewacht moet worden op de aanpassing van het

Bouwbesluit 2012

.

Wijziging Bouwbesluit 2012 in consultatie

Op 22 maart jl. is een

wijziging van het Bouwbesluit

in consultatie gegaan. Deze wijziging bevat onder meer specifieke regelgeving voor drijvende bouwwerken, gebaseerd op de Wet Verduidelijking voorschriften woonboten. Het doel is om duidelijkheid te verschaffen over de bouwtechnische voorwaarden waaraan (nieuw) te bouwen woonboten moeten voldoen. De wijzigingen gelden daarmee voor nieuwe woonboten. Voor schepen die na de inwerkingtreding van de Wet Verduidelijking voorschriften woonboten en de wijziging van het Bouwbesluit als gevolg van een functiewijziging voortaan als bouwwerk moeten worden aangemerkt omdat het uitsluitend voor woondoeleinden op een vaste ligplaats gebruikt gaat worden, zijn de

hoofdstukken 2 t/m 7 van het Bouwbesluit 2012

niet van toepassing. Voor deze schepen geldt net als voor op het moment van de wijziging bestaande woonboten,

artikel 1a Woningwet

als vangnet.

De voorgenomen wijzigingen van het Bouwbesluit 2012 hebben bijvoorbeeld betrekking op vluchtroutes, perceelsgrenzen (relevant bij voorschriften voor brandwerendheid, daglicht en ventilatie) maar ook op de EPC en warmteweerstand van scheidingsconstructies. De einddatum van de consultatie is 19 april 2017. Inwerkingtreding van deze wijziging valt dan ook niet te verwachten voor 1 januari 2018.

Overige regelingen: Concept wettekst Verbetering huurbescherming voor huurders van ligplaatsen

Eind augustus 2016 is een concept wettekst

Verbeteren huurbescherming voor huurders van ligplaatsen

met toelichting in consultatie gebracht. Deze voorgenomen wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is het gevolg van een door de Kamer aangenomen motie uit april 2012, hetgeen heeft geleid tot een onafhankelijk onderzoek naar de mogelijkheden om rechtsbescherming van woonbootbewoners ten aanzien van ligplaatsen te verbeteren. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in het rapport

Vaste grond onder de voeten, over de rechtspositie van waterbewoners ten aanzien van de ligplaats

.

Deze voorgenomen wijziging heeft alleen betrekking op situaties waarin ligplaatsen worden (of zullen worden) verhuurd en treedt ten aanzien van bestaande huurovereenkomsten pas na 2 jaar na de wijziging in werking. De huurbescherming geldt voor de eigenaar van de woonboot, niet voor de huurder van een woonboot en heeft alleen betrekking op de ligplaats, niet op de oever. Er wordt geen verplichting geïntroduceerd voor overheden om ligplaatsen te verhuren in plaats van de gebruiker van de ligplaats aan te slaan voor precario/liggeld. De voorgenomen wijziging heeft geen gevolgen voor woonboten waarbij de ligplaats uitsluitend op basis van publieke toestemmingen wordt ingenomen. Uit het rapport

Vaste grond onder de voeten

blijkt dat deze situatie (het innemen van een ligplaats uitsluitend op basis van publieke toestemmingen) veruit het meest voorkomt.

Deze bijdrage is ook gepubliceerd in de Nieuwsbrief Omgevingsrecht van SDU.

Artikel delen