Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Speech Kajsa Ollongren Nationale Omgevingsvisie

"Speech van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Kajsa Ollongren, bij de presentatie van de Nationale Omgevingsvisie, Vijfhuizen/Haarlemmermeer, donderdag 20 juni 2019"

20 juni 2019

Nieuws

Dames en heren,

Stel dat de grond waarop we hier staan, kon praten.

Weet u wat we dan zouden horen?

Dan zouden we een typisch Nederlands verhaal horen.

Het verhaal van een land dat we met eigen handen hebben gemaakt.

Want we staan hier op de bodem van het oude Haarlemmermeer.

Een binnenmeer, dat we eeuwenlang dankbaar hebben gebruikt.

Vissers haalden er ons voedsel uit.

En langs de oevers werd turf gestoken - fossiele energie voor de inwoners van onze groeiende steden Amsterdam, Haarlem en Leiden.

Met die turfwinning hebben we de vorm van dat meer zelf veranderd.

Het werd steeds groter - tot het een flinke binnenzee was, van maar liefst 34.000 voetbalvelden groot.

Een watervlakte waar het kon spoken: heel wat schepen zijn hier vergaan.

We vochten hier - tijdens de tachtigjarige oorlog - zelfs een zeeslag uit tegen de Spanjaarden.

Vijfhuizen heeft het allemaal zien gebeuren: het lag op een landtong die aan drie kanten in het Haarlemmermeer lag.

Tot we bijna 200 jaar geleden besloten om flink in te grijpen.

De Haarlemmermeerpolder werd het eerste project waarmee we land maakten met stoomgemalen.

En nu?

Nu is de Haarlemmermeer nog steeds een bruisend gebied, omringd door 3 bloeiende steden.

Maar waar eens het water kolkte, wonen nu meer dan 150.000 mensen.

Boeren bewerken het land en telen er ons voedsel.

En dankzij Schiphol is dit de poort van Nederland naar de rest van de wereld.

Elk uur stijgen en landen hier zon 70 vliegtuigen op 5 meter onder de zeespiegel.

En Vijfhuizen ligt er nog steeds middenin.

Dit dorp heeft het allemaal zien gebeuren.

God schiep de aarde, luidt het gezegde, maar de Nederlanders schiepen Nederland.

Vandaag leg ik een belangrijke vraag op tafel: hoe blijven we Nederland scheppen in de komende jaren?

Hoe benutten we ook morgen en overmorgen de beschikbare ruimte zo goed mogelijk?

Voor mens en dier.

Voor wonen en werken.

Voor de wandelaar en de ondernemer.

Zodat iedereen een goed leven kan leiden in een leefomgeving van topkwaliteit en een economie die goed is voor mens, dier en landschap.

In en om levendige en leefbare steden - maar ook met rust en groen.

Met schone energie en droge voeten.

Dat zijn ontzettend veel doelen en belangen, die we allemaal tegelijk moeten dienen.

En ik zeg het met nadruk: dat moet.

We kunnen niet anders.

Nederland wordt niet groter, dit is het stuk land waarmee we het samen moeten doen.

Dat is een grote en moeilijke klus.

Maar we hebben geen andere optie.

En iedereen heeft er belang bij.

We zagen en voelden het net al in de film.

Iedereen in Nederland heeft ideeën over hoe je dat kunt doen..

Dat is goed, want het bewijst dat wij ons allemaal betrokken voelen bij onze omgeving..

Gelukkig zijn we er ook heel goed in.

Wij zijn wereldkampioen ruimtelijke ordening.

Elke vierkante meter van Nederland hebben we zelf een functie gegeven.

We hebben aantrekkelijke en leefbare steden.

Ons watermanagement is wereldwijd beroemd.

Onze kenniseconomie is enorm in trek.

Onze landbouw voorziet de hele wereld van voedsel.

We hebben de grootste zeehaven, het drukste spoornetwerk en de derde grootste luchthaven van Europa.

En het lukt ons in 2019 ook nog tot de vijf gelukkigste landen ter wereld te behoren.[1]

Maar het spreekt niet vanzelf dat dit zo blijft.

Want klimaatverandering bedreigt de wereld en dus ook ons land.

En onze bevolking blijft groeien: iedereen die hier woont moet dat prettig en veilig kunnen doen.

We hebben dus geen andere keuze dan het stellen van grote, nieuwe doelen.

schone energie, een duurzame economie en fijne, leefbare steden.

Voor iedereen.

Dat is heel hard werken.

Maar we mogen tegelijk optimistisch zijn!

Want we kunnen die lange traditie gebruiken om daar nog slimmer in te worden.

Om dezelfde stukken grond of water, al die vierkante meters, soms meerdere functies te geven.

En dat lukt alleen als je goed samenwerkt.

Natuurlijk hebben Rijk, provincies en gemeenten daar een sleutelrol in.

Zij gaan tenslotte samen over de inrichting en ordening van Nederland.

Maar we krijgen het alleen voor elkaar als we elke dag oog hebben voor de belangen van iedereen die ook onze leefomgeving deelt.

Als overheden echt samenwerken met iedereen die dat wil en kan.

Met heldere spelregels, waarmee iedereen zijn of haar rol goed kan spelen.

En als we bij keuzes niet alleen kijken naar nu, maar vooral naar morgen en overmorgen.

Om dit goed te doen, heb je een startpunt nodig.

Dat perspectief geeft en inspireert.

Dat startpunt en dat perspectief, dát is de Nationale Omgevingsvisie.

Een beeld van het Nederland van overmorgen, waaraan heel veel verschillende partijen hebben meegedacht, -gepraat, -getekend en -gewerkt.

En daar wil ik hen allemaal hartelijk voor bedanken.

Samen leggen we een visie voor de komende tientallen jaren neer.

Waarin we grote dilemmas open neerleggen.

Want wat we juist niet moeten doen, is alle keuzes vanuit Den Haag voorschrijven.

Daarvoor is Nederland te veelzijdig.

Het gaan alleen als we samen de lastige dilemmas oplossen in de gebieden waar we ze gaan voelen.

De Nationale Omgevingsvisie is dus geen blauwdruk.

Maar er staan wel degelijk keuzes in.

Want ik wil het gesprek op gang brengen.

Laat ik drie onderwerpen noemen: duurzame energie, stedelijke groei en onze landschappen.

De Nationale Omgevingsvisie is dus geen blauwdruk.

Maar er staan wel degelijk keuzes in.

Want ik wil het gesprek op gang brengen.

Laat ik drie onderwerpen noemen: duurzame energie, stedelijke groei en onze landschappen.

Eerst energie.

Zo kijken we bij het inpassen van duurzame energie altijd naar de kwaliteit van de omgeving.

Wat past waar het beste en waarom?

Daarbij hebben zonnepanelen op daken en windmolens op zee de voorkeur.

En als er windmolens op land komen - dan geen confetti, maar zoveel mogelijk bij elkaar op de plekken waar dat past.

En waar omwonenden goed betrokken worden en mee profiteren van de opbrengst.

Dan iets over stedelijke groei.

Want die gaat er komen en die moeten we in goede banen leiden.

In ieder geval door in korte tijd 1 miljoen woningen te bouwen - zodat iedereen in Nederland prettig kan wonen.

Maar dan moeten we dat wel heel goed doen: door zo te bouwen dat wonen en werken voor zoveel mogelijk mensen goed te combineren is; en door eerst binnen de stad te bouwen en tegelijk de leefbaarheid te verbeteren.

We bouwen, maar werken tegelijk aan schone lucht, schoon vervoer en ruimte voor groen en water.

En ten derde iets over onze prachtige landschappen.

Elk met hun eigen sfeer en karakter.

Hollandse landschappen onder Hollandse luchten.

Die blijven we koesteren en zo goed mogelijk verder ontwikkelen.

Door te kiezen tegen verrommeling, vóór kringlooplandbouw en vóór natuur.

Bedrijven en distributiecentra op slimme plekken in clusters bij elkaar.

En samen aan de slag om bodemdaling tegen te gaan.

Drie essentiële onderwerpen, waarmee we nu mee aan de slag moeten om Nederland mooier en sterker te maken.

En we spreken daarbij meteen ook 3 manieren van werken af:

Ten eerste kijken we altijd hoe we vraagstukken kunnen combineren: bijvoorbeeld het bouwen van woningen met schone energie en goede bereikbaarheid.

Neem bijvoorbeeld deze plek: de zonnepanelen die boven ons op het dak liggen, voorzien ook een hele woonwijk van stroom.

Ten tweede kijken we bij elk vraagstuk eerst goed naar het karakter van het hele gebied. Geen blauwdrukken dus, maar oplossingen die passen bij de omgeving. Dat klinkt misschien logisch, maar het is zo belangrijk om die omgeving echt goed te kennen..

Ten derde kiezen we er samen voor om lastige keuzes niet voor ons uit te schuiven, maar eerder een knoop door te hakken: dat geeft richting en duidelijkheid. En we lossen onze eigen vraagstukken niet op door ze naar de buren of naar onze kinderen en kleinkinderen door te schuiven.

Drie hoofdrichtingen en drie manieren van werken.

Die keuzes maken we vandaag.

En daarmee wil ik met u aan de slag.

Ik vind het ongelofelijk belangrijk dat deze NOVI nu eerst leidt tot een levendig en open maatschappelijk debat.

Niet alleen tussen bestuurders en economische sectoren.

Nee, ik wil een echt, breed debat over de menselijke maat in onze leefomgeving.

Over de vraag wat we nú moeten gaan doen, zodat we straks een schoon, mooi en leefbaar Nederland hebben.

Over duurzame energie en de ruimte die daarvoor nodig is.

Over wonen in en rond schone, bereikbare en klimaatbestendige steden.

Over de kwaliteit van ons landschap en hoe we zo duurzaam mogelijk aan ons eten en drinken komen.

Alle dilemmas moeten op tafel.

Samen voelen waar het pijn kan gaan doen.

En dan samen oplossingen bedenken, ontwerpen uitproberen.

Als ras democraat vind ik dat een cruciale stap.

Zodat de Nationale Omgevingsvisie straks

ván heel Nederland is,

vóór heel Nederland is,

en dóór heel Nederland is.

Dames en heren,

Uw en mijn uitdaging is om nu verder aan die visie te gaan werken,

èn intussen ook te beginnen er mee te werken.

Samen de dilemmas onder ogen zien en erover praten.

En dan samen verder werken aan het land dat we met eigen handen hebben gemaakt.

En waar we met eigen handen verder blijven scheppen.

Met de voeten in de modder.

De handen aan de ploeg.

En de blik gericht op morgen en overmorgen.

Dank u wel!

[1] Bron: VN World Happiness Report 2019

Zie ook kamerbrief: Nationale omgevingsvisie: samen de inrichting van ons land bepalen

Artikel delen