Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Schadevergoeding voor eigenaar van asbestdak?

Met ingang van 2024 worden asbestdaken verboden. Dit volgt uit de voorgenomen wijzigingen van het Asbestverwijderingsbesluit 2005 en de Wet Milieubeheer. De Afdeling advisering van de Raad van State heeft de regering geadviseerd over deze wijzigingen. De Raad van State adviseert om een specifieke vergoedingsregeling in het leven te roepen voor benadeelde eigenaren van asbestdaken. Neemt staatssecretaris Dijksma het advies over?

10 februari 2017

Verbod

Sinds 1 juli 1993 is de toepassing van asbest verboden. Asbest is voor de invoering van dit verbod veelvuldig toegepast als bouwmateriaal. Bij agrarische bedrijven zijn asbestcement golfplaten massaal gebruikt als dakbedekking voor stallen en loodsen. Asbestvezels kunnen vrijkomen bij brand, instorten van gebouwen en bij het bewerken en verwijderen van asbesthoudende materialen. Daarnaast kunnen asbestvezels vrijkomen doordat asbestdaken (door bijvoorbeeld weersinvloeden) verweerd raken. Juist die laatste omstandigheid heeft ertoe geleid dat staatssecretaris Dijksma het nodig vindt asbestdaken per 1 januari 2024 te verbieden.

Advies Raad van State

De Raad van State ziet dat het verbod financieel ingrijpend is voor eigenaren van asbestdaken. Eigenaren zullen als gevolg van het verbod schade lijden in de vorm van bijvoorbeeld een waardedaling en/of kosten moeten maken om het asbestdak te laten verwijderen. De Wet milieubeheer biedt de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen om dergelijke kosten en/of schade vergoed te krijgen. De Raad van State verwacht dat vele eigenaren, al dan niet succesvol, een beroep zullen doen op deze algemene schadevergoedingsregeling. De Raad van State verzoekt de regering om nader toe te lichten wat de betekenis is van die schaderegeling voor de eigenaren van asbestdaken. Daarnaast adviseert de Raad van State om te voorzien in een specifieke regeling voor de vergoeding van kosten en schade als gevolg van het verbod. Een dergelijke regeling heeft volgens de Raad van State als voordeel dat aan de hand van verschillende categorieën eenvoudig vastgesteld kan worden of een schadevergoeding wordt uitgekeerd. Wellicht dat een dergelijke schaderegeling de door het verbod bovenmatig hard geraakte agrarische sector kan compenseren.

Reactie staatssecretaris Dijksma

Staatssecretaris Dijksma ziet niets in een schaderegeling. Volgens Dijksma zal in een individueel geval alleen bij hoge uitzondering een vergoeding worden toegekend op grond van de bestaande schadevergoedingsregeling. Een dergelijke vergoeding wordt immers enkel toegekend als sprake is van onevenredigheid tussen het publieke en een particulier belang. Volgens Dijksma is er geen sprake van onevenredigheid omdat de kosten die met de verwijdering van een asbestdak zijn gemoeid, voor rekening komen van de eigenaar. Als gevolg van het verbod kan de eigenaar echter voor meer kosten komen te staan dan enkel de kosten voor verwijdering van het dak. Zo kan het bijvoorbeeld nodig zijn om de dakconstructie aan te passen voor de nieuw aan te brengen dakbedekking. Dijksma is echter onverbiddelijk en vindt dat ook deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. Die kosten komen redelijkerwijs voor risico van de eigenaar omdat "geen enkel dak het eeuwige leven heeft", aldus Dijksma. Tot slot signaleert Dijksma dat voor een deel van de agrarische bedrijven de kosten voor verwijdering ongelegen komen omdat die bedrijven in een slechte financiële situatie verkeren. Maken die bedrijven dan wél aanspraak op een schade vergoeding? Nee, dat verstoort de concurrentieverhoudingen. Daarnaast kunnen er ook andere aanleidingen zijn die financieel kwetsbare bedrijven in financiële problemen brengen, zoals de prijsontwikkeling op de markt of de kosten van afzet van mest. De financiële situatie van een bedrijf kan dan ook geen aanleiding zijn tot het vergoeding van schade, aldus Dijksma.

Een specifieke schaderegeling komt er dus niet. Dit laat echter onverlet dat een aanvraag kan worden ingediend op grond van de algemene regeling in de Wet milieubeheer. Dijksma lijkt de indruk te willen wekken dat een dergelijke aanvraag zo goed als nooit kans van slagen heeft. Of ook daadwerkelijk in slechts heel uitzonderlijke gevallen schadevergoeding zal worden toegekend, is echter maar de vraag. Vanaf het moment dat het verbod in werking treedt kan een verzoek om schadevergoeding worden ingediend. In

mijn blogs

blijf ik de ontwikkelingen op de voet volgen. Zo blijft u op de hoogte.

Artikel delen