Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Samenvatting advies Wet voldoende betaalbare woningen

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het initiatiefvoorstel van de Tweede Kamerleden Nijboer, Beckerman en Smeulders voor een  Wet voldoende betaalbare woningen. Het advies is op 1 juli 2020 openbaar gemaakt.

De Afdeling advisering van de Raad van State 1 juli 2020

Nieuws-persbericht

Nieuws-persbericht

Inhoud voorstel

Het initiatiefwetsvoorstel bevat een nieuw artikel voor de Woningwet. Dat nieuwe artikel houdt in dat het aantal sociale huurwoningen van een woningcorporatie in een gemeente ten minste gelijk moet blijven. Om dit te bereiken bepaalt het nieuwe artikel 44, vierde lid, van de Woningwet dat de jaarlijkse afspraken tussen huurders, gemeente en woningcorporaties over het gemeentelijke huisvestingsbeleid niet als resultaat mogen hebben dat het aantal sociale huurwoningen van een woningcorporatie afneemt.

Aanleiding voorstel

Volgens de toelichting is het wetsvoorstel nodig omdat er sprake is van een geleidelijke uitholling van de sociale huurvoorraad. De initiatiefnemers vinden dat vanwege de groeiende woningbehoefte onverstandig. Volgens de initiatiefnemers is er geen behoefte aan minder sociale huurwoningen, maar juist aan meer, diverse en betaalbare huurwoningen.

Noodzaak

In de toelichting staat dat de sociale huurmarkt geleidelijk wordt uitgehold. Maar de toelichting geeft geen nadere analyse van de situatie op deze huurmarkt, in het licht van de situatie op de rest van de woningmarkt. Daardoor kan de Afdeling advisering niet beoordelen voor welk probleem het voorstel nu precies een oplossing moet zijn en of het voorstel daarvoor wel een oplossing is.

Door verschillende rapporten en onderzoeken heeft de Afdeling advisering een beeld van de woningmarkt gekregen. Daaruit blijkt dat Nederland, vergeleken met andere landen, een grote sociale huursector heeft, terwijl de vrije huursector in vergelijking met het buitenland juist klein is. Hierdoor is vooral de doorstroom van sociale huurwoningen naar woningen op de vrije markt een probleem. Het voorstel biedt daarvoor geen oplossing.

Daarnaast kent de situatie op de woningmarkt grote regionale en lokale verschillen. Een centrale oplossing, zoals het voorstel bevat, biedt daarmee onvoldoende ruimte voor maatwerk. Daarom is vooralsnog niet aannemelijk gemaakt dat het voorstel recht doet aan reële knelpunten die zich voordoen op de woningmarkt en daarvoor een zinvolle en bruikbare oplossing biedt.

Decentraal stelsel

In het stelsel van de Woningwet hebben gemeenten een belangrijke regiefunctie in het volkshuisvestingsbeleid. Er is dus sprake van decentralisatie. Voor een adequate uitvoering van het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid vindt jaarlijks overleg plaats tussen woningcorporaties, het college van burgemeester en wethouders, huurdersorganisaties en bewonerscommissies. Doel van dat overleg is afspraken te maken over de uitvoering van het beleid voor het daaropvolgende jaar. De minister van Binnenlandse Zaken heeft geen (sturende) rol, behalve als arbiter als het de betrokkenen niet lukt tijdig afspraken te maken. Om niet af te doen aan het decentrale stelsel is wettelijk ingrijpen, centraal van bovenaf, alleen aangewezen als dat noodzakelijk is.  Zoals hierboven is aangegeven, ziet de Afdeling advisering die noodzaak niet.

Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering en de reactie van de indiener(s)

Artikel delen