Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Proces van behandeling van de wetgevingsproducten van de Omgevingswet

Minister Ollongren (BZK) informeert de Eerste Kamer over de voortgang van de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Een afschrift van deze brief is ook aan de Tweede Kamer gezonden.

12 januari 2019

De leden van de Commissie van Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving hebben in hun brief van 8 november 2018 verschillende verzoeken gedaan over de inwerkingtreding van de Omgevingswet. In deze brief zet ik uiteen hoe ik hieraan invulling geef. De Tweede Kamer ontvangt een afschrift van deze brief.

Het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet is een belangrijke mijlpaal van de stelselherziening omgevingsrecht. Deze stelselherziening is begonnen in 2011 toen de eerste contouren van de Omgevingswet werden geschetst en zal doorlopen tot 2029 wanneer alle gemeenten een volledig omgevingsplan hebben. De stelselherziening kent een zorgvuldige aanpak, in goede samenwerking met het parlement. De wetten, AMvBs en regelingen die onderdeel zijn van de stelselherziening zijn breed geconsulteerd bij decentrale overheden, bedrijven, belangenorganisaties en burgers; adviezen zijn ontvangen van diverse instanties, waaronder een onafhankelijke adviescommissie Omgevingswet en de Afdeling advisering van de Raad van State, en zijn en worden uiteraard besproken met het parlement. De zorgvuldige aanpak van de stelselherziening is bij de implementatie doorgezet. De aanpak van de implementatie is interbestuurlijk en breed gedragen vormgegeven. Vanaf het allereerste begin werken bijvoorbeeld interbestuurlijke teams aan de realisatie van de landelijke voorziening van het digitaal stelsel Omgevingswet (DSO-LV) en invoeringsondersteuning. Ook hebben verkenningen naar informatievoorziening bij gemeenten, provincies en waterschappen aan de basis gestaan van de digitale ondersteuning.

Naast de implementatie zijn -met de lessen uit het sociaal domein op het netvlies vanaf 2015 meerdere trajecten ingericht om de voortgang te volgen van de stelselherziening en de implementatie, inclusief de digitalisering. Elk jaar ontvangt uw Kamer, evenals de Tweede kamer, periodieke rapportages over deze voortgang. Meerdere trajecten komen hierbij samen:

  • Een met het parlement herhaaldelijk besproken interbestuurlijke monitor levert sinds 2016 halfjaarlijks gegevens op over de voortgang in het land. Deze wordt gepubliceerd op www.aandeslagmetdeomgevingswet.nl.

  • Rijk, VNG, IPO en Unie van Waterschappen hebben in 2015 meerdere te halen mijlpalen rondom wetgeving en digitalisering afgesproken op bepaalde knooppunten in de tijd vóór de inwerkingtreding. Een half jaar voor inwerkingtreding van de wet moet bijvoorbeeld de ondersteuning door de landelijke voorziening van het digitaal stelsel Omgevingswet zijn ingericht, er moet tijdig een informatiepunt zijn ingericht en twee jaar voor inwerkingtreding moeten de AMvBs en ontwerp Invoeringswet bekend zijn. Ook moeten overheden voor inwerkingtreding met hun lokale digitale voorzieningen kunnen aansluiten op de landelijke voorziening van het digitaal stelsel.

  • De landelijke digitale voorziening wordt in 2019 en 2020 beoordeeld door een interbestuurlijk acceptatieteam en de toekomstige beheerder. Daarnaast bestaat een strategische klankbordgroep die meedenkt over digitalisering.

  • De bestuurlijke partners bespreken halfjaarlijks de voortgang en sturen waar nodig de implementatie bij. Denk aan de fasering van de inwerkingtreding en de ambitie van de digitale ondersteuning, het meer kort-cyclisch werken aan de realisatie van de landelijke voorziening van het digitaal stelsel Omgevingswet, het opstellen van de bruidsschat en een doorlooptijd van de transitie tot 2029.

In uw brief van 8 november jl. verzoekt u om te komen tot een (wettelijke) voorziening om een samenhangende parlementaire afweging te kunnen maken over de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Ik wil in dit geval graag in dit verzoek meegaan, omdat het de zorgvuldigheid van de breed gedragen stelselherziening verder versterkt en vanwege het bijzondere en omvangrijke karakter van de wetgevingsoperatie, het daarmee verbonden Digitale Stelsel Omgevingswet en de gevolgen voor de uitvoeringspraktijk. Naast de wettelijke borging zal ik u van extra informatie voorzien en ten tijde van de inwerkingtreding extra begeleiding inzetten.

  • Ten eerste ben ik voornemens om als vervolg op de laatste voorziene voortgangsbrief eind 2019 ook halverwege en eind 2020 en in 2021 integrale voortgangsbrieven te versturen op basis van alle ingerichte trajecten om de voortgang te kunnen bespreken. Net als de afgelopen jaren wordt ook bij deze rapportages externe expertise ingezet. Hiermee faciliteer ik de door u gevraagde finale parlementaire afweging alsmede de wens om periodieke rapportages te ontvangen. In de recente en toekomstige rapportages is aandacht voor de resultaten van de interbestuurlijk ingerichte periodieke monitoring, de voortgang van de mijlpalen en de voortgang bij de decentrale overheden.

  • Daarnaast ben ik voornemens via de Invoeringswet in de Omgevingswet vast te leggen dat het ontwerp van het inwerkingtredings-KB voor de Omgevingswet bij het parlement wordt voorgehangen, en er geen voordracht voor bekrachtiging van het KB komt als het parlement daarmee niet akkoord is.

  • Uit de ingerichte trajecten en voortgangsgesprekken met de decentrale overheden ontstaan elk half jaar aandachts- en knelpunten voor de implementatie. Met elkaar bespreken de partners sinds 2015 al welke organisatie hiermee aan de slag gaat. Rondom de fase van inwerkingtreding zullen ook in 2020 en 2021 aandachtspunten ontstaan, die voortvarende aandacht vergen. Uiteraard geldt dit met name voor de bevoegd gezagen zoals gemeenten. Vanuit mijn stelselverantwoordelijkheid ben ik voornemens om voor deze fase een transitieteam in te richten, dat voortvarend benodigde aanpassingen in regelgeving (AMvBs, regelingen), digitale voorzieningen en landelijke en decentrale dienstverlening kan regisseren.

U spreekt in uw brief ook de wens uit om een commissie die periodiek en met onafhankelijke adviseurs oordelen geeft over de voortgang en kwaliteit van de stelselherziening en eventuele tekortkomingen tijdig signaleert. Precies deze wens leefde in 2015: in 2016 is een onafhankelijke Integrale Adviescommissie Omgevingswet samengesteld. De Integrale Adviescommissie Omgevingswet adviseert het kabinet over de regelgeving die ontwikkeld wordt als onderdeel van de stelselherziening. Centraal bij de adviezen van de adviescommissie staat de vraag of de invoerings- en aanvullingsregelgeving bijdraagt aan de vier verbeterdoelen van de stelselherziening en of de onderwerpen goed zijn ingepast in het stelsel.

De commissie beschikt over kennis van de wetgeving én van de praktijk van het omgevingsrecht. De leden van de commissie zijn afkomstig uit het openbaar bestuur, de wetenschap en het bedrijfsleven. De commissie is onafhankelijk en de leden nemen deel op persoonlijke titel.

De commissie heeft al adviezen uitgebracht over het voorstel voor de Invoeringswet, de voorstellen voor de Aanvullingswetten bodem, geluid, natuur en grondeigendom en het ontwerp van het Aanvullingsbesluit bodem. Daarnaast zal ze adviseren over de ontwerpen van het Invoeringsbesluit en de Aanvullingsbesluiten geluid en grondeigendom. De adviezen worden opgesteld op basis van de ontwerp-regelgeving die in consultatie gaat en de aanbevelingen worden tegelijkertijd met de consultatiereacties verwerkt. Ik zeg u graag toe dat ik in het vervolg bij aanbieding van het wetsvoorstel of de ontwerp-AMvB aan uw Kamer het advies van de commissie op dat product toestuur. Ook kan ik dan in een begeleidende brief uiteenzetten hoe de adviezen zijn opgevolgd. Dat kan ik bijvoorbeeld al doen bij de Aanvullingswet bodem, waarmee de Tweede Kamer eind vorig jaar heeft ingestemd om zo een voortvarende behandeling door uw Kamer te faciliteren. Daarnaast stel ik voor om de commissie te vragen om ten behoeve van de parlementaire afweging een samenhangend advies uit te brengen over het samenstel van de wetgevingsproducten die bij uw Kamer aanhangig zijn (geweest).

Het is voor mij belangrijk dat ook uw Kamer zich een goed oordeel kan vormen over de inwerkingtreding van de Omgevingswet en daartoe ook over voldoende informatie beschikt. Met mijn voorstellen over de periodieke voorgangsrapportages, de adviezen van de Integrale Adviescommissie Omgevingswet en de wettelijke voorziening van de voorhang van het inwerkingtredings-KB van de Omgevingswet, waardoor uw Kamer een finaal afwegingsmoment heeft over de invoering, verwacht ik u voldoende comfort te geven.

Artikel delen