Met het arrest van het Europese Hof van Justitie en de vervolguitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in de zaak Visser Vastgoed in Appingedam is vast komen te staan dat de Dienstenrichtlijn van toepassing is op bestemmingsplannen die detailhandel reguleren. Zoals het er nu naar uitziet, leidt dit ertoe dat strengere en andere eisen worden gesteld aan de motivering van het beperken van de mogelijkheden van detailhandel via brancheringregels. Dan gaat het bijvoorbeeld om het uitsluitend toestaan van uitsluitend bepaalde vormen van detailhandel op perifere locaties, maar ook om het beperken van de locaties en de maximale omvang van supermarkten of om het thematiseren van winkelgebieden (bijvoorbeeld tot woninginrichtingszaken). De Appingedam-jurisprudentie zal dan ook belangrijke gevolgen hebben voor iedereen die met ruimtelijke ordening te maken heeft.
Op 27 september jl. hielden Bureau Stedelijke en Stibbe naar aanleiding van de Appingedam-uitspraken het drukbezochte seminar Dienstenrichtlijn en Detailhandel. Experts Jan van Oosten (advocaat bij Stibbe), Toine Hooft (adjunct-directeur Detailhandel en Leisure bij Bureau Stedelijke Planning) en Rick Zijderveld (senior Retail consultant bij Gemeente Den Haag) behandelden deze middag de toepasbaarheid van de Europese Dienstenrichtlijn voor de Detailhandel en de gevolgen voor de bestemmingsplan- en onderzoekspraktijk. U kunt de presentaties van deze middag hier downloaden:
