Op 1 maart treden de nieuwe schemaâs in werking. Van gecertificeerde bedrijven wordt verwacht dat zij vanaf die datum aan de nieuwe regels voldoen. Veel bedrijven hebben hun bedrijfsvoering al aangepast op de nieuwe regels. Op 24 februari vond echter nog een aantal wijzigingen plaats.
Deze wijzigingen zijn online raadpleegbaar op:
https://www.ascert.nl/upload/documents/tinymce/stcrt-2017-10260.pdf
.
Dit zijn volgens ons de belangrijkste wijzigingen voor uw procescertificaat:
Artikel 7 lid 3 en 25 lid 3 Bijlage XIIIa
Het derde lid van artikel 7 en 25 is alnog komen te vervallen. Daarin gold een algeheel verbod op verwantschappen tussen gecertificeerde bedrijven. Bij nader inzien vindt de minister een algeheel verbod (op concernniveau) niet nodig. De norm wordt dus weer zoals hij was in het oude schema door dergelijke verwantschapsrelaties tussen aandeelhouders en/of bestuurders alleen op projectniveau te verbieden. Dit houdt in dat asbestinventarisatiebedrijven geen werk mogen aannemen waar een saneringsbedrijf met een eerst- of tweedegraads bloed- of aanverwantschap het asbest verwijderd. Deze regel geldt uiteraard ook voor het saneringsbedrijf.
Artikel 43 lid 3 Bijlage XIIIIa
Dit artikel is herzien omdat het volgens de minister noodzakelijk is onderscheid te maken tussen een containment dat zodanig groot is dat het betreden kan worden en een containment dat daarvoor te klein is. Bij dat laatste kan gedacht worden aan een containment dat bijvoorbeeld over een vensterbank wordt geplaatst. In dat laatste geval is een decontamininatie-unit niet voorgeschreven.
Artikel 43 lid 4 Bijlage XIIIIa
Deze bepaling is deels gewijzigd om meer duidelijkheid te verschaffen welke maatregel een saneerder moet treffen om vezelemissie te voorkomen. De nieuwe bepaling houdt nu rekening met de mogelijkheid dat bronafzuiging technisch niet mogelijk is of de risicos vergroot. Ook houdt de nieuwe norm rekening met de situatie dat impregneren technisch niet mogelijk is of door impregneren de risicos groter worden. Voorwaarde is wel dat die technische onmogelijkheid van deze maatregelen wordt aangetoond. De saneerder zal de keuze om geen bronafzuiging of impregnatiemiddel te gebruiken dus in zijn werkplan en logboeken moeten verantwoorden.
