Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Ontwerp van het Klimaatakkoord

Het doet mij genoegen u bijgaand het ontwerp van het Klimaatakkoord te kunnen aanbieden. Op 10 juli bood ik u het Voorstel voor Hoofdlijnen van een Klimaatakkoord aan. Na de analyses van de Planbureaus en uw appreciatie heeft intensief overleg aan de vijf sectortafels, de drie taakgroepen en tientallen werkgroepen plaatsgevonden. Meer dan honderd partijen waren direct bij de voorbereiding betrokken. U en uw collega’s zijn op mijn verzoek zeer nauw bij dat overleg betrokken. Het resultaat hiervan is een omvangrijk pakket van afspraken, maatregelen en instrumenten dat de Nederlandse CO2-uitstoot in 2030 met ten minste 49 procent moet terugdringen.

21 december 2018

De gesprekken waren intensief en soms ook emotioneel. Hoe kan het ook anders. Dit gaat over een complexe operatie, die raakt aan alles. Aan hoe we werken, wonen, en leven. En ieder heeft zijn of haar eigen ideeën, belangen en wensen. Om tot een gezamenlijk product te komen, hebben alle partijen over hun schaduw heen moeten springen. Ik constateer dat velen tot de rand van hun mandaat zijn gegaan. Het kabinet was bereid over de grenzen van het Regeerakkoord heen te gaan.

Alle deelnemers aan het proces staan voor het realiseren van ten minste 49 procent CO2 reductie in 2030. Allen zijn het erover eens dat er in korte tijd zeer veel is bereikt. Voorstellen zijn concreet uitgewerkt en er zijn gaandeweg het proces nieuwe initiatieven ontstaan die illustreren dat de aanpak van klimaatverandering zich steeds breder vertakt. Zo hebben partijen in de financiële sector pensioenfondsen, banken, verzekeringsmaatschappijen en vermogensbeheerders - de afspraak gemaakt dat zij in 2022 hun eigen reductiedoelstellingen voor 2030 voor al hun relevante financieringen en beleggingen bekend zullen maken.

Het geeft velen een gevoel van trots dat we zijn gekomen tot een doorrekenbaar pakket dat de kabinetsambities waar kan maken en in zijn uitwerking naar mijn overtuiging ook maatschappelijk aanvaardbaar is. Dat wil niet zeggen dat alle partijen alle onderdelen van het pakket dat er nu ligt onderschrijven. Milieuorganisaties en de FNV hebben aangegeven het definitieve Klimaatakkoord alleen te tekenen als een aantal voor hen fundamentele punten wordt opgelost en kijken voor die oplossingen ook nadrukkelijk naar het kabinet.

Sinds de zomer is hard gewerkt, binnen en tussen sectoren, aan een pakket van maatregelen dat voldoet aan de uitgangspunten zoals die door het kabinet zijn geformuleerd. Drie typen instrumenten stonden in de beleidspakketten steeds centraal: normering, beprijzing en subsidiëring, naast convenanten en vormen van faciliterend beleid.

Het woord is nu aan de rekenmeesters van het Planbureau van Leefomgeving en het Centraal Planbureau om te toetsen of de voorstellen een geloofwaardig pad schetsen naar 49 procent reductie in 2030. Het commitment van partijen is mede afhankelijk van de uitkomsten van de doorrekening. Telt het niet op? Dan gaan we door, tot het wel optelt. Er is immers geen andere keuze. Daar zijn alle partijen van doordrongen.

Verdeling en draagvlak

Toch gaat het partijen niet alleen om de vraag of het optelt tot 49 procent. De discussie is niet slechts technisch: maatregelen moeten voor iedereen haalbaar en betaalbaar zijn. Het komt in alle gesprekken steeds terug. De kosten van deze operatie wegen ruimschoots op tegen de brede welvaartsbaten, zoals ook het PBL stelt. Maar die kosten moeten wel voor alle huishoudens te dragen zijn. Daarnaast dient de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven behouden te blijven. De lasten moeten, kortom, zo veel mogelijk worden beperkt en op rechtvaardige wijze worden verdeeld tussen huishoudens en bedrijven om het draagvlak voor deze transitie te behouden.

Dat is geen gemakkelijk vraagstuk. Het verdelingsvraagstuk is bovendien bij uitstek onderwerp van politieke besluitvorming. Partijen aan de tafels zullen de lastenverdeling onderling niet oplossen en willen dat ook niet. Ze vragen heldere keuzes van de politiek. Ze rekenen erop dat het kabinet toeziet op het realiseren van een rechtvaardige lusten- en lastenverdeling. Ten aanzien van burgers, tussen burgers en bedrijven, maar ook tussen de overheden. Decentrale overheden vragen aandacht voor de financiële verhouding tussen de Rijksoverheid en provincies, gemeenten en waterschappen, zodat decentrale overheden hun ambities kunnen waarmaken.

Maar draagvlak draait uiteindelijk niet alleen om de vraag wie de rekening betaalt. Draagvlak is veel breder. Het hangt samen met voldoende handelingsperspectieven van burgers, bedrijven en werknemers. In het ontwerp van het Klimaatakkoord klinkt dat luid door. Zo komen er voor bewoners bijvoorbeeld voorzieningen ter ondersteuning bij de overgang naar gasloze wijken en is voorzien in fiscale voordelen voor mensen die een elektrische personenauto aanschaffen. Daarnaast is zeggenschap bij burgerparticipatie een kernbegrip in het gehele proces van planvorming en uitvoering van het klimaatbeleid.

Het industriebeleid is erop gericht vooroplopende bedrijven te belonen en achterblijvers te bestraffen. Dit moet de industrie uitdagen om te innoveren en uit te groeien tot een bloeiende, circulaire en wereldwijd toonaangevende sector. Daarbij moeten zeker ook de werknemers niet worden vergeten. Een flankerend arbeidsmarktbeleid heeft tot doel voldoende gekwalificeerde arbeidskrachten beschikbaar te hebben om de transitie uit te kunnen voeren. Tegelijkertijd moeten mensen die door de transitie hun baan dreigen te verliezen zoveel mogelijk naar nieuw werk worden geholpen. Lukt dat niet dan maakt het kabinet nadere afspraken met sociale partners over de invulling van de verantwoordelijkheid die overheid en sociale partners hebben, waaronder het beschikbaar stellen van toereikende en tijdige instrumenten en middelen, zo mogelijk via een kolenfonds.

Vervolgproces

Het woord is nu aan de planbureaus: onze rekenmeesters het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Planbureau. Zij zullen het ontwerp doorrekenen op de verwachte CO2-reductie, de kostenefficiëntie, de budgettaire effecten en de lasten- en inkomenseffecten. Uit de CPB-doorrekening zullen de effecten voor de lastenverdeling zichtbaar zijn.

De komende weken zullen partijen dit ontwerp van het Klimaatakkoord alvast bespreken met hun achterban, voor een finaal oordeel van partijen en kabinet is uiteraard de doorrekening essentieel. Die doorrekening kan leiden tot aanpassingen die nodig zijn om het doel van ten minste 49 procent CO2-reductie in 2030 veilig te stellen of de vormgeving van instrumenten aan te passen.

Met de voorzitters van de sectortafels en de taakgroepen ben ik graag bereid om in het eerste kwartaal van 2019 de laatste stap te zetten op weg naar een solide pakket van maatregelen en afspraken die invulling geven aan een breed gedragen en vertrouwenwekkend Klimaatakkoord.

Download

Ontwerp van het Klimaatakkoord

Artikel delen