Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Ondernemers, opgelet! Voorkom fouten op het Bibob-formulier

Wanneer kan een vergunning worden geweigerd enkel en alleen vanwege een fout op het Bibob-formulier? En leidt een fout altijd tot een vermoeden van valsheid in geschrifte? In de bestuursrechtspraak zijn dit jaar meerdere Bibob-zaken aanwijsbaar waarin valsheid in geschrifte een rol speelt. De argumenten waarom een Bibob-formulier niet correct is ingevuld, hebben zelden kans van slagen. Nieuwsgierig? Lees snel verder!

16 augustus 2024

Blog

Blog

Valsheid in geschrifte: veroordeling versus vermoeden

Voor een strafrechtelijke vervolging van valsheid in geschrifte bij het invullen van een Bibob-formulier is voorwaardelijke opzet vereist. Bij de bestuursrechtelijke Bibob-toets ligt de drempel lager: een ernstig vermoeden van valsheid in geschrifte is voldoende om de Wet Bibob negatief toe te passen (zoals een weigering of intrekking van een vergunning).

Maar… ik heb de vraag niet goed begrepen!

In een recente bestuursrechtzaak heeft de vergunningaanvrager de vraag op het Bibob-formulier of zijn onderneming in Nederland of in het buitenland de laatste vijf jaren in aanraking is geweest met politie of justitie, niet juist begrepen.[1] De aanvrager beschouwt deze vraag als aan zichzelf gericht en antwoordt daarom onterecht met ‘nee’. “Het is de verantwoordelijkheid van [de aanvrager] om het Bibob-formulier op de juiste wijze in te vullen,” aldus de Rechtbank Amsterdam. Dat voor de onjuistheid een verklaring bestaat, doet daar niet aan af. Het bestuursorgaan heeft daarom mogen concluderen dat vermoedelijk valsheid in geschrifte is gepleegd.

Maar… ik heb alleen iets open gelaten!

De Rechtbank Den Haag heeft recent geoordeeld dat van een ernstig vermoeden sprake is als de aanvrager contact met politie en/of justitie verzwijgt.[2] In dit geval ging het om het verzwijgen van een veroordeling voor mishandeling. De hierop betrekking hebbende vraag was open gelaten. Volgens de rechtbank mocht het bestuursorgaan de verzochte “exploitatie- en alcoholwetvergunning alleen al weigeren vanwege dit vermoeden van valsheid in geschrifte (het verzwijgen van de veroordeling voor mishandeling).”

Maar… ik ben iets vergeten te noemen!

In een andere zaak heeft de aanvrager twee strafbeschikkingen niet op het Bibob-formulier vermeld.[3] De eerste strafbeschikking is verleend omdat de aanvrager zes bomen in de tuin bij zijn huis heeft laten kappen zonder dat hij daarvoor een vergunning had. De tweede strafbeschikking zag op het uitvoeren van sloopwerkzaamheden zonder dat een sloopmelding was ingediend. Omdat de aanvrager beide strafbeschikkingen niet heeft ingevuld bij de vraag of hij in de afgelopen vijf jaar negatief in aanraking kwam met politie of justitie, acht de bestuursrechter het evident dat de aanvrager vermoedelijk valsheid in geschrifte pleegt. Volgens de rechtbank is daarbij niet relevant dat de betrokkene in strafrechtelijke zin nog niet is veroordeeld. De conclusie dat vermoedelijk valsheid in geschrifte is gepleegd is voldoende.

Maar… er is een taalbarrière!

In een strafzaak oordeelde het Hof Amsterdam dat het foutief beantwoorden van de vraag of de aanvrager eerder met justitie in aanraking is geweest, niet kon worden afgeschoven op onbegrip van de vraag[4]: “[d]e omstandigheid dat de verdachte de taal niet begreep, niet bekend was met het formulier en het onduidelijk vond, maakt dit niet anders. Het lag op de weg van de verdachte zorg te dragen voor een goede vertaling en voldoende informatie in te (laten) winnen over de precieze betekenis van de vragen bij de gemeente alvorens de vragen te beantwoorden en het formulier te ondertekenen.

Echter, de Hoge Raad was het oneens met het Hof[5]: “De door het hof kennelijk als doorslaggevend in aanmerking genomen omstandigheid dat het op de weg van de verdachte lag “zorg te dragen voor een goede vertaling en voldoende informatie in te (laten) winnen over de precieze betekenis van de vragen bij de gemeente alvorens de vragen te beantwoorden en het formulier te ondertekenen”, vormt onvoldoende grond voor dat oordeel.” De bewezenverklaring is daarom ontoereikend gemotiveerd. Van valsheid in geschrifte, was hier volgens de Hoge Raad dus geen sprake.

Maar… ik heb het niet zelf ingevuld!

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“Afdeling”) heeft onlangs geoordeeld dat een foutief ingevuld Bibob-formulier voor rekening komt van de vergunningaanvrager, ook als deze is ingevuld door zijn (voormalige) advocaat.[6] Door de vermeende valsheid in geschrifte heeft het bestuursorgaan een gevraagde vergunning geweigerd. In deze zaak betwist de aanvrager dat sprake is van valsheid in geschrifte. Hiervoor voert zij aan dat de onderneming en haar vennoten niet strafrechtelijk zijn veroordeeld voor dit feit. Daar voegt zij aan toe dat het formulier is ingevuld door haar voormalige advocaat die fouten heeft gemaakt bij het invullen ervan. De Afdeling oordeelt dat door op het Bibob-formulier te vermelden dat de vennoten in de afgelopen vijf jaar geen fiscale boetes hebben ontvangen, terwijl dat wel zo was, het vermoeden rijst dat de aanvraag valselijk is opgemaakt. “Voor deze verdenking is niet van belang dat het formulier is ingevuld door de voormalige advocaat”, aldus de Afdeling. De valsheid in geschrifte komt voor rekening van de aanvrager en het weigeringsbesluit blijft in stand.

Uitzonderingen: reden voor fout op Bibob-formulier wél gehonoreerd

In uitzonderlijke gevallen wordt een reden voor het niet juist invullen van het Bibob-formulier wél gehonoreerd door de rechter. Zo nam de rechtbank Limburg géén ernstig vermoeden van valsheid in geschrifte aan, terwijl de aanvrager wél twee strafbare feiten heeft verzwegen op zijn Bibob-formulier.[7] De stukken waaruit het strafbare feit bleek, waren namelijk vroegtijdig aan het bestuursorgaan overhandigd. Volgens de rechtbank blijkt hieruit dat de aanvrager zijn gepleegde overtredingen niet geheim wilde houden: 

Hoewel het aan eiser is om er zorg voor te dragen dat hij of een eventuele door hem ingeschakelde persoon het Bibob-formulier juist en volledig invult, acht de rechtbank deze enkele onvolledigheid op het Bibob-formulier onvoldoende om aannemelijk te achten dat eiser daarmee het oogmerk heeft gehad om een onjuiste voorstelling van zaken te geven.” 

De rechtbank achtte het ernstige vermoeden daarom onvoldoende aannemelijk gemaakt. Deze uitspraak laat derhalve zien dat een foutief ingevuld Bibob-formulier door een ander niet altijd leidt tot valsheid in geschrifte. Uit de bestuursrechtspraak volgt echter wel duidelijk dat het in alle gevallen belangrijk is het Bibob-formulier volledig en juist in te vullen.

Ook kan een negatieve toepassing van de Wet Bibob vanwege een vermoeden van valsheid in geschrifte onevenredig worden geacht. In een andere recente zaak weigerde het bestuursorgaan een omgevingsvergunning ter verplaatsing van een woonwagen.[8] De aanvrager had nagelaten twee strafbeschikkingen te vermelden op het Bibob-formulier. Deze twee strafbeschikkingen waren verleend voor kilometertellerfraude en het handelen in strijd met de Wet milieubeheer. Hoewel de rechtbank Oost-Brabant oordeelde dat inderdaad sprake is van valsheid in geschrifte, mocht dat in dit concrete geval niet de reden zijn voor de weigering van de omgevingsvergunning. De weigering moet evenredig zijn met de mate van het gevaar en de ernst van de strafbare feiten (gelet op artikel 3 lid 5 Wet Bibob). Naar het oordeel van de rechtbank was dat hier niet het geval. Het bestuursorgaan heeft de vergunning dan ook ten onrechte geweigerd op grond van artikel 3 lid 1, aanhef en onder b Wet Bibob.

Conclusie

Een Bibob-formulier vluchtig invullen of bepaalde antwoorden achterwege laten om beter uit de verf te komen? Wij raden het u ten zeerste af. Uit de bestuursrechtspraak blijkt dat een vermoeden van valsheid in geschrifte snel wordt aangenomen met vaak een negatieve toepassing van de Wet Bibob tot gevolg. Daarnaast kan elke vorm van valsheid in geschrifte – of dat nou een leugen of een verzwijgen is – potentieel leiden tot strafrechtelijke vervolging. Neem dus het zekere voor het onzekere bij het invullen van een Bibob-formulier, en voorkom deze narigheden.

Meer weten van de Wet Bibob, omgevingsvergunningen of valsheid in geschrifte? Neem contact op met één van onze experts; Solange Drieshen of Heleen IJland.

Voetnoten en vindplaatsen


[1] Rb. Amsterdam 11 april 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:2050.

[2] Rb. Den Haag 26 maart 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:7693.

[3] Rb. Overijssel 13 maart 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:1283.

[4] Hof Amsterdam 31 januari 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:328.

[5] HR 8 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:801.

[6] ABRvS 13 december 2023, ECLI:NL:RVS:2023:4645.

[7] Rb. Limburg 9 april 2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:1713.

[8] Rb. Oost-Brabant 14 februari 2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:499.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.