De minister van Infrastructuur en Milieu heeft op 16 juni jl. de Beleidsregel nadeelcompensatie Infrastructuur en Milieu 2014 gepubliceerd (Staatscourant 2014 nr. 16584). De beleidsregel zal hierna worden aangeduid als BNIM. Zij vervangt de Regeling nadeelcompensatie Verkeer en Waterstaat 1999 (Staatscourant 1999, nr. 172).
De minister van Infrastructuur en Milieu heeft op 16 juni jl. de Beleidsregel nadeelcompensatie Infrastructuur en Milieu 2014 gepubliceerd (
Staatscourant 2014 nr. 16584
). De beleidsregel zal hierna worden aangeduid als BNIM. Zij vervangt de Regeling nadeelcompensatie Verkeer en Waterstaat 1999 (
Staatscourant 1999, nr. 172
).
De BNIM vult de oude regeling aan met twee nieuwe artikelen en gaat vergezeld van een uitgebreide toelichting. Aan artikel 3 is een tweede lid toegevoegd dat handelt over bagatelschade. Het nieuwe artikel 3a geeft richtlijnen voor de vaststelling van de omvang van het normaal maatschappelijk risico bij tijdelijke schade als gevolg van infrastructurele werken.
Bagatelschade
In artikel 3 lid 2 BnIM is bepaald dat in alle gevallen waarop de regeling betrekking heeft, schade die minder dan 1.000,- bedraagt tot het maatschappelijk risico wordt gerekend. Een verzoek tot vergoeding van een schade die minder is dan 1.000,- zal als kennelijk ongegrond worden afgewezen.
Omvang maatschappelijk risico bij tijdelijke schade als gevolg van infrastructurele werken
De minister heeft gekozen voor een zogenaamde ingangstoets. Wanneer de gederfde omzet niet groter is dan tenminste 15% van de normomzet (de omzet die naar verwachting gehaald zou zijn indien het infrastructurele werk niet zou zijn ondernomen) behoort de schade geheel tot het maatschappelijk risico (normale ondernemersrisico). Deze drempel kan in bijzondere gevallen op een ander (hoger of lager) percentage worden vastgesteld. Wordt de drempel overschreden, dan komt de benadeelde in beginsel wel in aanmerking voor nadeelcompensatie. In dat geval wordt op de schade (die in het algemeen zal zijn gelijk te stellen aan de omzet minus de bespaarde kosten) vanwege het maatschappelijk risico een aftrek toegepast. De BnIM geeft geen aanwijzingen voor de omvang van deze aftrek.
Inwerkingtreding
Zowel in de beleidsregel zelf als de toelichting ontbreekt een overgangsregime voor de al in behandeling zijnde aanvragen. De beleidsregel heeft daardoor directe werking en ziet daardoor ook op gevallen waarin op het moment van publicatie van de beleidsregel nog niet over een al ingediend verzoek was besloten.
Door
mr. H. van Griensven (Heleen)
,
mr. B.S. ten Kate (Bas)
, Nysingh
