Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Nadeelcompensatie: geen doorbreking voorzienbaarheid

Op 11 maart 2015 heeft de AbRvS 5 uitspraken gewezen over nadeelcompensatieverzoeken vanwege schade als gevolg van het Tracébesluit Westrandweg te Amsterdam. Kernvraag in deze uitspraken is of de voorzienbaarheid van schade kan worden doorbroken door mededelingen van het bestuursorgaan, die inhouden dat de Westrandweg in principe niet zal worden aangelegd. Wat speelde er?

19 maart 2015

Op 11 maart 2015 heeft de AbRvS 5 uitspraken gewezen over nadeelcompensatieverzoeken vanwege schade als gevolg van het Tracébesluit Westrandweg te Amsterdam. Kernvraag in deze uitspraken is of de voorzienbaarheid van schade kan worden doorbroken door mededelingen van het bestuursorgaan, die inhouden dat de Westrandweg in principe niet zal worden aangelegd. Wat speelde er?

In 1991 neemt de Minister een Tracébesluit voor de Westrandweg. In december 1998 en begin 1999 heeft Rijkswaterstaat brieven verstuurd aan omwonenden en makelaars met de mededeling dat besloten is om de Westrandweg in principe niet te realiseren.  Vervolgens wordt het project weer opgepakt met een startnotitie in 2004 en een nieuw Tracébesluit in 2008.

De verzoekers in de onderhavige zaken hebben hun woning allen gekocht in de periode 1993 maart 1998. Dit betreft de periode na het eerste Tracébesluit, maar vóór de mededelingen van Rijkswaterstaat dat de weg in principe niet zou worden aangelegd. De verzoeken om nadeelcompensatie worden alle afgewezen omdat de planologische wijziging voorzienbaar zou zijn.

De AbRvS bevestigt dit standpunt van de Minister. Daarbij overweegt de AbRvS dat voor het antwoord op de vraag of een planologische wijziging voorzienbaar is, alleen de situatie ten tijde van de koop van het eigen perceel van belang is. De voorzienbaarheid wordt dan ook niet weggenomen door de mededelingen die Rijkswaterstaat heeft gedaan eind 1998-begin 1999. Verder overweegt de AbRvS dat ook voor tijdelijke hinder moet worden onderzocht of er voor een redelijk denkend en handelend koper aanleiding bestond om rekening te houden met de kans dat zijn woon- en leefklimaat door uitvoeringshandelingen in negatieve zin zou wijzigen. Ook dit was volgens de AbRvS in het onderhavige geval voorzienbaar (201406686/1/A2, 201406687/1/A2, 201406689/1/A2, 201406694/1/A2 en 201406698/1/A2).

Artikel delen