Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Naar een betere aanpak van ratten- en muizenplagen

In 2015 koos de Rijksoverheid voor Integrated Pest Management (IPM) voor de bestrijding van ratten en muizen. Het doel van IPM is chemische middelen zo min mogelijk in te zetten door ratten- en muizenplagen zo veel mogelijk te voorkomen. Het is van belang om beleid en uitvoering van knaagdierbeheersing volgens IPM verder te ontwikkelen en te verbeteren.

RIVM 6 maart 2020

Nieuws-persbericht

Nieuws-persbericht

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu  gevraagd knelpunten en mogelijke oplossingen te inventariseren om dit IPM-beleid voor knaagdieren zo goed mogelijk te laten werken. Het RIVM heeft de problematiek breed in beeld gebracht, door gebruik te maken van de kennis en ervaringen in het werkveld.

Ratten en muizen kunnen gezondheidsproblemen, economische schade en overlast veroorzaken. Om deze problemen te voorkomen worden ratten en muizen zoveel mogelijk bestreden. Hierbij worden nog vaak chemische middelen gebruikt. Deze middelen zijn echter zeer giftig voor mensen, andere zoogdieren en vogels. Ook kunnen knaagdieren resistent worden tegen chemische middelen. Bij IPM wordt daarom eerst naar andere oplossingen gezocht. Rond 2023 wordt de IPM-aanpak verplicht voor de bestrijding van ratten en muizen binnen en buiten gebouwen, bij gebruik van bepaalde chemische middelen (anticoagulantia).

Een oplossing om overlast te voorkomen is dat huizen, gebouwen, bedrijven en de ruimte eromheen schoon blijven. Dan is er geen voedsel voor ratten en muizen. Voorlichting kan daarbij helpen, net als een goed afvalbeleid. Als preventieve maatregelen niet genoeg werken, kunnen bijvoorbeeld klapvallen worden ingezet. Pas daarna mogen de dieren worden bestreden met chemische middelen zoals anticoagulantia. Om anticoagulantia buiten te mogen gebruiken is een opleiding én een certificaat nodig.

Bij het beheersen van knaagdierplagen zijn vier ministeries betrokken (IenW Infrastructuur en Waterstaat , LNV Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit , VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport   en BZK Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties ). Ook hebben provincies en gemeenten een rol. Meer duidelijkheid is nodig wie de regie heeft over welke maatregel. In het RIVM-rapport staan oplossingen voor knelpunten gericht op verantwoordelijkheden en samenwerking, preventie en voorlichting, de praktische toepassing van IPM op locaties, de opleiding van plaagdierbeheersers, de wet- en regelgeving en monitoring en onderzoek. De resultaten van dit onderzoek worden aangeboden aan de Tweede Kamer.

Rapport: Duurzame en effectieve knaagdierbeheersing. Verkennend onderzoek effectiviteit en optimalisatie geïntegreerde knaagdierbeheersing

Samenvatting

Ratten en muizen veroorzaken gezondheidsproblemen, economische schade en overlast. In het verleden zijn ze vooral met chemische middelen bestreden, maar die zijn voor de mens, andere zoogdieren en vogels zeer giftig. Sinds 1 januari 2017 is IPM, oftewel Integrated Pest Management, verplicht bij de bestrijding van ratten buiten gebouwen. Het doel van dit beleid is bepaalde chemische middelen (anticoagulantia) zo min mogelijk in te zetten door ratten- en muizenplagen zo veel mogelijk te voorkomen. Als preventieve maatregelen niet genoeg werken, horen eerst mechanische producten zoals klapvallen worden ingezet. Pas daarna mogen, indien nodig, de dieren worden bestreden met anticoagulantia. Om die middelen buiten te mogen gebruiken is een opleiding én een certificaat nodig.

Rond 2023 wordt deze aanpak ook verplicht voor de bestrijding van ratten én muizen binnen gebouwen. Voor particulieren blijven na 2023 naar verwachting wel andere chemische bestrijdingsmiddelen tegen muizen beschikbaar, zonder de genoemde IPM-verplichtingen.

Vanwege de uitbreiding van de IPM-aanpak beschrijft het RIVM knelpunten en mogelijke oplossingen om dit beleid voor knaagdieren zo goed mogelijk te laten werken.

Een van de genoemde knelpunten is onduidelijkheid over de rollen en verantwoordelijkheden van de overheidspartijen. Bij het knaagdierbeleid zijn vier ministeries betrokken (Infrastructuur, Landbouw, Volksgezondheid en Binnenlandse Zaken). Ook hebben provincies en gemeenten een rol. Meer duidelijkheid is nodig wie de regie heeft over welke maatregel.

Om overlast te voorkomen is het belangrijk dat huizen, gebouwen, bedrijven en de ruimte eromheen schoon blijven. Dan is er geen voedsel voor ratten en muizen. Dit is vooral 's nachts belangrijk, omdat knaagdieren juist dan actief zijn. Voorlichting kan helpen, net als een goed afvalbeleid (geen plastic zakken gebruiken maar afgesloten containers) en een doordachte ruimtelijke inrichting (geen plaatsen waar ratten zich kunnen nestelen).

Artikel delen