Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Mkb dupe bij overgang naar Omgevingswet

"Het midden- en kleinbedrijf dreigt de dupe te worden van onduidelijk overgangsrecht bij de invoering van de Omgevingswet. Onnodig veel discussies en regeldrukkosten zullen daarvan het gevolg zijn. Dit zegt Derk Jan Meijer, beleidssecretaris Bouwen en Ruimtelijke Ontwikkeling Koninklijke Metaalunie in een opiniestuk dat in de Staatscourant is gepubliceerd."

Koninklijke Metaalunie 19 februari 2019

Tot eind december 2018 was er een internetconsultatie over het conceptInvoeringsbesluit Omgevingswet. Koninklijke Metaalunie heeft hiervan nadrukkelijk gebruikgemaakt samen met een aantal collega brancheorganisaties, VNO-NCW en MKB-Nederland. Een belangrijk onderdeel in dit invoeringsbesluit is het overgangsrecht. Hierin wordt onder andere de overgang van bestaande rechten van bedrijven geregeld in de nieuwe omgevingswetgeving. Deze overgang van bestaande rechten in dit invoeringsbesluit is onduidelijk geregeld. Dat levert straks bij de invoering van de Omgevingswet in 2021 onnodig veel discussies en regeldrukkosten op. Iets wat Metaalunie niet accepteert, want deze dereguleringsslag zou een beleidsneutrale verbeterslag moeten zijn.

Doordat de nieuwe omgevingswetgeving straks bestaat uit één wet, vier algemene maatregelen van bestuur en één ministeriële regeling in plaats van de huidige tientallen wetten en honderden amvbs en ministeriële regelingen, zijn er op allerlei gebieden wetteksten gekozen die (iets) anders zijn dan de huidige eisen aan bedrijven op allerlei gebieden. Zo zijn er onder andere allerlei milieueisen (nu opgenomen in het Activiteitenbesluit) anders geformuleerd. Het levensgrote gevaar is dat bedrijven die nu vaak door grote investeringen helemaal voldoen aan alle eisen van de huidige wetgeving, na invoering van de Omgevingswet niet zeker weten of zij ook nog voldoen aan de ineens (iets) anders geformuleerde eisen.

Veel regeldrukkosten worden veroorzaakt door interpretatieverschillen van de wetgeving door gemeentelijke handhavers. Deze handhavers kunnen (én zullen, zo leert de ervaring) de nieuw geformuleerde eisen af en toe anders uitleggen dan de wetgever beoogd heeft. Daarmee ontstaan er onnodige discussies tussen ondernemers en handhavers. Met veel onnodige invoeringskosten tot gevolg. Vooral het kleine mkb (99 procent van alle bedrijven in Nederland telt minder dan vijftig medewerkers) zal daar last van hebben vanwege het gebrek aan stafmedewerkers, tijd en geld om deze discussies uit te vechten. Nog los van de vraag of deze bedrijven dit gevecht wel willen aangaan met de gemeente.

Deze onnodige invoeringskosten voor het mkb bij de invoering van de Omgevingswet kunnen voorkomen worden. Door in het overgangsrecht en de voorlichting, in voor het mkb begrijpelijke taal, duidelijk te maken dat het louter invoeren van de Omgevingswet niet leidt tot zwaardere eisen voor bedrijven die nu voldoen aan de huidige wetgeving. Dat maakt straks de Omgevingswetvoorlichting ook gemakkelijker, want dan kan de overheid en het bedrijfsleven zich richten op de natuurlijke momenten waar bedrijf of omgeving daadwerkelijk wijzigt. De mkb-ondernemer zal zich dan toch zal op de hoogte moeten stellen van de nieuwe Omgevingswetspelregels. Deze gerichte voorlichting zal meer effect hebben en minder frustratie en onnodige kosten opleveren bij het mkb. Een mkb-toets voor het zogenaamde Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) zou daarnaast zeer gewenst zijn. Nu dreigt het voor de Omgevingswetinvoering cruciale DSO bij de invoering van de wet niet voldoende gereed en geschikt voor het mkb te zijn.

Artikel delen